Ach ja, ze zijn blijven bestaan, en er wordt meer dan eens gevochten, maar de echte redactievergaderingen van Knack, zoals ze op deze bladzijde vaak werden bijgekleurd, zijn samen met onze directeur verdwenen. Het is nostalgie en melancholie, maar mogen we één keer in de herinneringendoos grabbelen en iets wegslikken?

Zo stonden onze directeur en onze chef-boeken ooit tegenover mekaar in een discussie die in feite ging over de vraag wie van beiden de slimste was. Iedereen opteerde voor onze directeur, al kan dat om opportunistische redenen geweest zijn. Aanleiding was een kostennota van onze chef-boeken, waarop de aanschaf van een mahoniehouten en cilindervormige modern design boekenkast van een kwart miljoen frank de aandacht trok. Zeker van onze directeur, zelf net terug van Ikea.

“Is triplex niet goed genoeg voor meneer?” bromde hij misnoegd. “En waarom moet dat cilindervormig zijn? Wat gaat gij daar inzetten, ronde boeken misschien ? Laat me u voor de goede orde dit vraagske stellen: wat is een cilinder?”

Er weerklonk zenuwachtig gegiechel rond de tafel, want ieder van ons wist wat een cilinder was. Dachten wij toch. Het gelach zou vlug verstommen. Reynebeau, aan wie de vraag gesteld was, meende zijn voordeel te doen met enige overacting. Hij stond plechtig recht, trok zijn das goed en sprak: “Een cilinder is een rondvormige buis, en indien er twee van de vier kapot zijn, belt ge beter Touring Wegenhulp.”

Die zat. De helft van de redacteurs barstte in lachen uit, de andere helft hield zich met moeite in, maar zag blauw van de krampen. Onze directeur roerde zonder verpinken een suikertje door zijn koffie en herhaalde onheilspellend: “Een cilinder is dus een rondvormige buis? Zozo, mooi pleonasme. Wat is een buis?”

Onze chef-boeken, onbewust van het gevaar, naderde de euforie toen hij ook op deze vraag een spitsvondig antwoord meende bedacht te hebben: “Een buis is iets wat ik nooit heb gehad. In tegenstelling tot vele anderen in dit vertrek.”

Er werd nu niet meer gelachen. Enkele zwaardere cheffen, die zich 99persoonlijk geviseerd voelden, waren al begonnen met het loshaken van hun bretellen. Alle anderen krompen ineen want het antwoord van Reynebeau kon licht als een belediging van onze directeur worden opgevat.

“Het is mijn mening”, vervolgde deze, zo onverstoord dat de spanning enkel toenam, “dat iemand met verstand zich onderscheidt van iemand zonder, door het vermogen oordelen te vellen, redeneringen te ontwikkelen, verbanden te leggen, en formules of regels toe te passen. Dit vermogen kan slechts worden aangewend, indien men in staat is de begrippen die men hanteert te definiëren, en deze definities ook sluitend te formuleren. Met andere woorden: als ge te stom zijt om te weten wat een clindervormige kast precies is, moet ge zelf maar de kosten ervan dragen.”

De meesten van ons hadden er in deze omstandigheden het zwijgen toe gedaan, maar Reynebeau was niet van plan zich goedschiks bij de intellectuele superioriteit van onze directeur neer te leggen. En zeker niet om te betalen voor die kast. “Goed,” riep hij pathetisch uit, “gij daagt mij uit. Ga uw gang, ik luister.”

Onze directeur wist zich blijkbaar al gewonnen, want een triomfantelijk lachje glinsterde door zijn baard: “Wel, dan herhaal ik mijn vraag en wens deze keer een ernstig antwoord: wat is een cilinder?”

Hierop een correct antwoord geven valt niet mee, maar onze chef-boeken zette zich schrap en riposteerde meer dan behoorlijk: “Een cilinder is een meetkundig lichaam waarvan grond- en bovenvlak evenwijdige cirkels zijn.”

Er werd om de tafel bewonderend tussen de tanden gefloten, en Reynebeau pronkte voldaan op zijn stoel. Zijn genoegen was van korte duur. Onze directeur gaf even de indruk verslagen te zijn en fluisterde bijna: “Is een cilinder een prisma?”

Onze chef-boeken, zegezeker, was nu nog formeler: “Natuurlijk niet. Een prisma is driehoekig.”

Het lot van Reynebeau was hiermee bezegeld, onze directeur vloog juichend overeind: “Aha! Een prisma is driehoekig. Hier heb ik u. Waarde vriend, gij weet van geen kanten wat een prisma is. Dan kunt ge ook niet meepraten over een cilinder. Een prisma heeft niets met een driehoek te maken. Een balk is ook een prisma. Een kubus eveneens. Een cilinder niet, maar alleen omdat hij niet minstens drie zijvlakken met evenwijdige snijlijnen heeft. Hou dus maar op met in uw rubriekske neerbuigend te doen over prisma-boeken. En schrijf die kast op uw buik. Wat is trouwens een kast? Antwoord!”

Dat “rubriekske” stak onze chef-boeken nog het meest, en hij deed een ultieme poging om niet in de afgrond te vallen. “Een kast is een meubelstuk met legplanken en deuren om voorwerpen in op te bergen. Bijvoorbeeld boeken.”

“Weer mis!” schreeuwde onze directeur met overslaande stem. “Ik heb thuis een boekenkast zonder deuren, en toch is het een kast. Uw definitie klopt dus niet. Wat is een meubel? Of nee wacht: wat is een voorwerp? Zeg me dat eens.”

Laten we eerlijk zijn: zou u zonder u belachelijk te maken kunnen formuleren wat een voorwerp is? Reynebeau ondernam een wanhoopspoging, zijn laatste. “Een voorwerp is een ding. Iets dat er is, dat bestaat.”

“Mis!” krijste onze directeur met het schuim op de lippen. “De zon bestaat ook. En de zon is geen voorwerp. Ik besta, gij bestaat zelfs. Zijn wij voorwerpen? Ik dacht het niet. Wat mezelf betreft ben ik tamelijk zeker. Gij zegt: iets dat er is. Wat is dat: dat? Een Chinees hoort u spreken en vraagt wat het woordje ‘dat’ betekent. Wel?”

Onze chef-boeken scharrelde zijn papieren bijeen, tevens de avant-garde cataloog waarin hij zijn kast had gevonden, en verliet het gebouw. Toen de voordeur met een bons in het slot viel, gooide onze directeur het venster van de vergaderzaal open en riep uit volle borst over de verbaasde Tervurenlaan: “Wat was een chef-boeken?”

Het is deze week een jaar geleden, en het zal nooit wennen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content