Hubert van Humbeeck

Nauwelijks enkele maanden nadat ze in het kielzog van haar grote Vlaamse broer in de oppositie is verzeild, raakt de Parti Social Chrétien goed op drift. De gebeurtenissen bevestigen wat al tijden werd vermoed: dat de PSC slechts bestond bij de gratie van het onevenredig grote aantal ministers dat de partij decennialang mocht leveren – en van de stoet lakeien die hun kabinetten vulden. De versplintering zet zich nu in versneld tempo door. Een deel lonkt naar de PRL, waar voormalig voorzitter Gérard Deprez al een ankerplaats vond, een ander deel ziet meer in Ecolo en het succes van de groene partij.

In de Wetstraat zijn er niet veel die rouwen om de verschrompeling van de PSC – het vaak arrogante clubje heeft zich er niet veel vrienden gemaakt. Maar Wallonië wordt zo vlug een politiek tweestromenland, met enerzijds de PRL en wat daarbij aanleunt, en anderzijds de PS. Met daarrond en daartussen Ecolo, dat veel van de zachtere PSC-onderwerpen tot de hare heeft gemaakt.

In Vlaanderen loopt het bijlange zo’n vaart nog niet. De christen-democraten zoeken met vallen en opstaan een plek in de oppositie. Hoe onwennig ze zich daar nog voelen, bleek uit de balans die ze vorige week opmaakten van het werk van de nieuwe Vlaamse meerderheid. De klacht dat die zich aan politieke benoemingen bezondigt, klonk daarbij zo ongeveer als de grap van het nog prille jaar. Wat niet wegneemt dat de roep dat paars-groen alleen op basis van bekwaamheid zou benoemen zeker aan Franstalige zijde snel is verstomd. De regering moet uitkijken dat de modelstaat België niet de vorm aanneemt van een Potemkindorp. De zogenaamde spin doctors van de politiek, die nu ook bij ons zeer actief zijn, zien niet altijd het verschil tussen de verpakking van de boodschap en de inhoud. Zeggen is niet hetzelfde als doen.

Er is sinds vorig jaar sprake van een merkwaardige omkering. Na de val van de Muur van Berlijn zochten de sociaal-democraten tien jaar lang vertwijfeld naar zichzelf. Nog warm van het regeringsbed staat nu de christen-democratie voor fundamentele vragen. Ze mogen vrezen dat ze hun comfortabele plaats in het centrum van de politiek kwijtraken aan het zelfbewuste, nieuwlinkse verbond van liberalen, socialisten en groenen.

Aangenomen dat er behoefte is aan een ‘schone’ conservatieve partij, die meer is dan een Vlaams Blok zonder zeventigpuntenplan, blijft de vraag waar die partij het dan over moet hebben. Het is een paradox dat de Britse socialist Tony Blair, de Belgische liberaal Guy Verhofstadt en de Spaanse conservatief José María Aznar tegenwoordig als vanzelfsprekend bij elkaar te rade gaan.

In Duitsland worstelt de CDU na de Kohl-jaren met hetzelfde dilemma: als de partij haar voorzichtige, behoudsgezinde imago trouw wil blijven, wat moet ze dan vertellen? Het leek op zeker ogenblik namelijk alsof de rood-groene regering van Gerhard Schröder haar altijd te vlug af was op haar eigen terrein.

Het weekblad Der Spiegel vatte het als volgt samen: Is het conservatief om een zuinig beleid voor te staan, of is dat progressief omdat het de overheid op termijn speelruimte biedt? Is het bevorderen van aandelenbezit conservatief, of is het progressief omdat het de werknemers laat mee delen in het kapitaal? Is een militaire interventie zoals die in Kosovo conservatief, of is dat integendeel de uitdrukking van een moderne buitenlandse politiek? De voorbeelden stammen uit de Duitse politiek, maar ze zijn ook bij ons herkenbaar.

In een recente toespraak over de kenniseconomie en het onderwijs ontwikkelde Herman Van Rompuy, die de naam heeft een behoudsgezind politicus te zijn, op het oog hetzelfde discours als paars-groen over dat onderwerp heeft. Maar hij voegde daar een bijna hartstochtelijk pleidooi aan toe voor het individu dat in de rat race om bij te blijven ten onder dreigt te gaan aan stress en onzekerheid. Zijn stelling dat ‘wij economen niet mogen vervallen in economisme’ zal, bijvoorbeeld, een Frank Vandenbroucke niet onverschillig laten.

Maar dan blijft weer de vraag: is de aandacht die Van Rompuy vraagt voor de mens als de zwakste schakel in de wereld van de globale economie nu conservatief of progressief? Het antwoord is wellicht dat het er eigenlijk niet toe doet.

Hubert van Humbeeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content