Ik zat maandagavond 13 juni samen met miljoenen anderen aan de buis gekleefd, als getuige van een van de leegste televisiemomenten uit de geschiedenis: de uitspraak in het proces tegen Michael Jackson. Enkele uren voordat een stem over de intercom het verdict voorlas, brak het pandemonium los. De jury had na een volle week debat een vonnis gevormd, en dat was wereldnieuws. Letterlijk honderden cameraploegen stelden zich in slagorde op voor het gerechtsgebouw van Santa Maria, California, en honderden reporters gaven in hoog tempo lawaaierig en in koor ettelijke uren verhelderend commentaar. Het grote moment was bijna daar – de eindeloze, almaar herhaalde soap zou haar climax bereiken.

Bijna. Eerst moest Jackson zelf nog tot in de rechtszaal raken, dan moest de jury aantreden, de rechter het vonnis in stilte lezen, en pas dan zou de griffier het hardop wereldkundig maken.

De reis van Jackson en zijn gevolg werd live, minuut na minuut en kilometer na kilometer gevolgd door camera’s vanuit de lucht. Michael deed er iets langer over dan anders – daarover deden honderden reporters uitgebreid verslag. Normaal duurde de rit zowat 30 minuten, vandaag zouden het er misschien wel 40 zijn.

Om die alle 40 nuttig te vullen (er zijn grenzen aan wat je creatief kunt doen met luchtbeelden van rijdende wagens) haalden de televisiestations deskundigen in de studio. Strafpleiters, verwanten, celebrity’s die zelf al een rechtszaak te verduren hadden gekregen. En met geregelde terugkoppeling met de correspondent ter plaatse kregen we een uitermate slopend, volkomen inhoudloos heen-en-weergepraat over allerlei dingen die niemand bleek te weten of allerlei mogelijkheden die niet gerealiseerd waren. Niemand wist waarom de rechter wel een geluids- maar geen beeldverbinding had toegestaan. Voer voor ein-de-lo-ze speculatie dus. Evenmin wist iemand hoe Michael zijn Neverland-ranch zou hebben achtergelaten, mogelijk voor lange tijd. En wat de niet-gerealiseerde mogelijkheden betrof, vernam ik tot mijn niet geringe verbazing het volgende: stél dat één jurylid zich zou hebben teruggetrokken, dan zou de eerste opvolger een Afro-Amerikaan geweest zijn, wat de Afro-Amerikanen in een meerderheid zou hebben geplaatst. Dat zou echter niet noodzakelijk een voordeel zijn voor Michael, omdat hij in die gemeenschap (en daarbuiten) niet meteen als roetzwart bekendstaat (he ain’ no brotha). Wel, wel, stel je voor zeg.

Zoals alle dagen tijdens het proces reden de lange zwarte auto’s aan. Familieleden klommen eruit, en dan de prins van het funky levenslied zelf, een haastig opengetrokken paraplu boven het hoofd. Zoals alle dagen liep Michael met een bedrukt gezicht het gebouw binnen, even wuivend naar de schreeuwende fans. Dat beeld, en enkel dat, is het proces-Jackson, het is letterlijk alles wat er te zien was: de tien meter van de auto tot de ingang van de rechtszaal. Het proces zelf was volledig uit de tweede hand: pentekeningen, nagespeelde scènes in het avondprogramma van Fox, en oeverloze commentaren van reporters. Na afloop liep Michael weer zijn obligate tien meter, wuifde, kroop in zijn voiture, en dat was het. Geen interviews of stoere taal, geen moordaanslag op de trappen van het gerechtsgebouw. Niets.

Maanden heeft men ons gedwongen de volstrekte leegte en pietluttigheid van een celebrity-trial belangrijk te vinden. Ik ben blij dat het gedaan is, en heb bewondering voor de vakkennis van de honderden reporters, die, angstig pogend vooral geen seconde stilte te laten vallen, vele uren professioneel hebben volgeneuzeld. We zijn er wijzer van geworden. Het is met een diepe zucht dat ik afscheid neem van het proces-Jackson. De gedachte dat deze volkomen triviale mediaformat eindeloos herbruikt kan en zal worden, doet me nog dieper zuchten. Play me your solitude Duke. Until I cry myself asleep.

info

Jan Blommaert is hoogleraar sociologie aan de Universiteit Gent.

Jan Blommaert

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content