Baggeraar Gery De Cloedt klaagt de Vlaamse regering aan wegens de onteigening van zijn polder als natuurcompensatie. Ook de wanhopige boeren willen niet nog eens vele honderden hectaren aan de natuur teruggeven, ‘en dat in tijden van voedselcrisis’. Over opkomst en ondergang van het amper een eeuw oude kerkdorp Prosperpolder.

Een bruine kiekendief zweeft over de Hedwigepolder en kijkt neer op de volkstoeloop op de anders zo eenzame Scheldedijk. Op het platform aan de radartoren staat rechts een dozijn pachters met petten op. Links een dozijn deftige heren in pak en das. De vrederechter en de onteigeningscommissaris voeren het woord. Advocaat Sven Vernaillen en zijn secondanten leggen uit waarom de Vlaamse overheid deze verste uithoek van Vlaanderen in spoedprocedure komt onteigenen. Advocaat Antoon Lust en zijn raadgevers leggen uit waarom de eigenaar zich hiertegen met hand en tand zal verzetten. De eigenaar kijkt nerveus en verbeten toe. Het is baggeraar en grootgrondbezitter Gery De Cloedt.

Het is woensdag 18 juni en we staan aan de grens in Prosperpolder, een gehucht van Beveren. Als je naar het westen kijkt, zie je de ongerepte Zeeuwse natuur en landbouw. Als je naar het oosten kijkt, zie je de oprukkende Antwerpse fabrieken en havenkranen. Daartussen liggen de laatste twee nog onaangetaste polders: de Hedwigepolder en de Prosperpolder. Het zijn internationale polders. ‘Tweelandenpolders’. Ze horen bij het kerkdorp Prosperpolder, dat ook schrijlings op de Zeeuws-Vlaamse grens is gelegen. Met de gerechtelijke onteigening van de laatste grote dwarsligger, lijkt nu ook voor het dorp het doodvonnis geveld. Het is alsof de heren in maatpak vandaag al de maat komen nemen voor de doodskist.

Het is een vreemd tafereel. De dure advocaten leggen honderden bladzijden conclusies neer. Midden op de dijk. Ze debatteren hier in de polder over termijnen en procedures alsof ze in een assisenzaal staan. Strikt genomen moet er al een uitspraak volgen in 48 uur. ‘Kunt u dat niet kort samenvatten?’ vraagt de vrederechter, die met grote ogen naar de dikke pakken papier kijkt. Het zijn documenten die ook op het hoogste gerechtelijke niveau zijn ingediend. Gery De Cloedt, eigenaar van de hele Hedwigepolder van 325 hectare, vecht bij de Raad van State al het onteigeningsbesluit aan. Hij eist bij de Raad van State nu ook de schorsing en vernietiging van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan van de Vlaamse regering. En als Nederland het voorbeeld volgt, gaat hij ook daar de staat aanklagen.

Amper een eeuw geleden werd hier door pioniers het water bedwongen en een nieuw dorp gesticht. Nu wil men de dijken weer doorsteken en van de Hedwigepolder en Prosperpolder-Noord één groot ‘intergetijdengebied’ maken. Dat is een natuurcompensatie voor de verdieping van de Schelde en onderdeel van het geactualiseerde Sigmaplan. Eind 2005 sloten Vlaanderen en Nederland de Scheldeverdragen af, die het mogelijk moesten maken de rivier uit te diepen tot 13,1 meter. Dat werk moet gecompenseerd worden door in Nederland 600 hectare en in Vlaanderen 1100 hectare ’terug aan de natuur te geven’.

VERDRONKEN LAND

In Nederland volgde een golf van verzet. Betogingen, petities, protestborden. Waarna minister-president Kris Peeters (CD&V) doodleuk de eerste spadesteek aan Belgische kant gaf en de champagne ontkurkte, tot groot ongenoegen van Nederland. Daarop besliste de Eerste Kamer om de Scheldeverdragen niet goed te keuren zolang de commissie-Nijpels de alternatieven voor de Hedwige-ontpoldering niet onderzocht heeft. Dat maakte Peeters zo gramstorig dat hij twee weken geleden niet naar het Beneluxoverleg in Den Haag wilde als hem geen snelle goedkeuring werd beloofd. Maar hij weet ook dat de gangmaker van het Zeeuwse verzet een onverzettelijke Belg is, die in Nederland op alle niveaus gehoor vindt. Vandaar de plotse en brute gerechtelijke onteigening aan Belgische kant.

‘Mijn grond terug aan de natuur geven? Dit is puur natuur’, zegt Gery De Cloedt, terwijl het deftige gezelschap door een dreef met populieren de Hedwigepolder inloopt. Een polder met vette akkers, malse weilanden, fraaie bossen en kreken – wat kan daar mis mee zijn? Alsof dat geen natuur is. Op de dijken grazen schapen en in de weiden lopen ezels en paarden. Zijn veertig polopaardjes worden hier door Argentijnse jockeys afgericht. Ruim 70 jaar is zijn familie eigenaar en gebruiker, vier generaties lang. Hij heeft er een kleurige brochure over gemaakt onder de titel De Hedwigepolder bedreigd door de compensatiemaatregelen. De Cloedt brengt er veel tijd door in een landhuis dat in de streek ‘het wit huis’ wordt genoemd. ‘Als natuurliefhebber én als waterbouwexpert geniet ik intens van deze omgeving.’

Zijn besluit is hard: ‘Niet het algemeen belang wordt beoogd, maar de eigenaar wordt geviseerd. Men wil nu eens en voorgoed de hele linkeroever innemen. Tot op de grens. Bovendien is de ontpoldering nutteloos en rampzalig. Kijk naar de verzanding van het Sieperdaschor en het hele Verdronken Land van Saeftinghe hier verderop. Het droogt uit en slibt dicht. Het water kan het gebied niet meer overstromen bij vloed. Dit is nu eenmaal het meandergedeelte van de rivier waar voortdurend sediment wordt afgezet. Dus is het ook weinig zinvol hier de Hedwigepolder om te zetten in een natte zone, die toch vanzelf weer droog zal vallen. Echte natuur wordt omgezet in artificiële natuur. Dat is een verarming voor het milieu.’

Zijn Nederlandse rechterhand A. Rottier uit Sint-Jansteen, rentmeester van vader op zoon, stelt de advocaten van de Vlaamse overheid een scherpe vraag: ‘U wilt hier meteen met de werken beginnen zonder te wachten op Nederlandse goedkeuring. Gaat u eenzijdig de dijken afbreken en Nederland laten overstromen? Alleen al die idee zou voor een opstand onder de Zeeuwen zorgen. De Zeeuwen zijn dijkenbouwers en geen dijkenbrekers zoals jullie.’

Het is zowat de enige plek waar je de rechte, vruchtbare Scheldepolders nog ongeschonden kunt zien in Vlaanderen. Dit gebied werd al ingedijkt in de middeleeuwen, maar verdween weer onder water bij de grote overstromingen aan het eind van de zestiende eeuw. Het dorp Saeftinghe met zijn klooster en kasteel zou nooit meer drooggelegd worden. Pas in 1847 begon hertog Prosper van Arenberg aan de herindijking van dit stuk. In de nieuwe, grensoverschrijdende polder werden meteen vier grote hofstedes gebouwd: de Antoniushoeve, de Prosperhoeve, de Engelbertushoeve en de Petrushoeve. Ze werden voor rekening van de hertog door kasteleins uitgebaat.

Rond de eeuwwisseling besloot hertog Engelbertus-Marie van Arenberg om nog een stuk in te polderen, dat hij de naam van zijn vrouw gaf, Hedwige de Ligne. De Hedwigepolder, die grotendeels op Zeeuws grondgebied ligt, werd ingedijkt door 800 dijkwerkers. Zij sliepen in groepen keten of hutten van stro. De grootste nederzetting stond op de kavel van de Antoniushoeve en werd het Kongodorp genoemd. Op 21 juli 1904 werd het laatste gat in de dijk gedicht op instructie van bouwmeester Van Wuijckhuise, die de operatie leidde vanaf het jacht De Zeemeeuw.

In 1907 werd Prosperpolder als onafhankelijke parochie erkend en in 1911 werd een grote, nieuwe kerk gebouwd. De gronden werden nu verpacht door de rentmeesters, de Rottiers uit Sint-Jansteen, die er alles aan deden om de streek te bevolken. Wat lukte. De Zusters der Heilige Engelen uit Lokeren werden aangetrokken om een school te openen, en die telde in haar hoogdagen wel 200 leerlingen.

‘MEEST WENSELIJK ALTERNATIEF’

Na de Eerste Wereldoorlog werd de hertog verweten dat zijn familie met de Duitsers had geheuld. Volgens sommige kranten zou hem bij een Duitse overwinning zelfs de Belgische kroon zijn aangeboden. Nochtans kwam koning Leopold II hier vaak jagen. Het bezit van de hertog werd onder dwangbeheer van de staat gesteld en later openbaar te koop aangeboden. Een grote lap grond werd gekocht door de rijke baggeraar Prosper De Cloedt. Al sinds 1875 baggert de familie De Cloedt havens en waterlopen uit – zoals de Schelde.

De Hedwigepolder werd door hen vooral als jachtgebied gebruikt. De jachtpartijen waren internationaal befaamd omdat het gezelschap op ezels de schorren introk. Het zicht van opgetutte, giechelende vrouwen op ezels zorgde bij de pachters, die het wild moesten komen opjagen, al snel voor verhalen over ware orgieën. Hun fantasie werd ook gevoed door de aanwezigheid van prominente zakenmannen en politici zoals premier Paul Vanden Boeynants.

Na net een eeuw moet de Hedwigepolder nu aan de Schelde worden teruggegeven. Het is niet alleen voor Gery De Cloedt een familiedrama, maar ook voor de tientallen Wase boeren die al generaties de vette grond bewerken. De akkers en weiden op de linkeroever moeten weer schorren en slikken worden.

In Oud Arenberg, ten zuiden van Prosperpolder, worden de kaarten op tafel gelegd. Het is donderdag 19 juni en we zitten in een grote boerenwoning. Aan tafel zit een groepje jonge, balorige boeren: Bert Anné, Franky Verbist, Kris De Smit. De kaarten dragen de titel Meest Wenselijk Alternatief. Dat is wat nu officieel als ‘strategisch plan’ voor de haven wordt uitgewerkt. Met een nieuw, reusachtig Saeftinghedok in het midden. En verder veel groen en blauw voor nieuwe natuurcompensaties. Volgens de jonge boeren gaat dat hen de kop kosten. ‘Bijna alles gaat naar natuur en haven, dat is de koehandel. De boeren en autochtone bewoners moeten eruit. Binnen tien jaar zijn de Wase polderboeren uitgestorven.’

Zij hebben de voorbije weken veel vergaderd en veel gerekend. Zelfs in de nulvariant van het strategisch plan gaat 964 hectare landbouwgrond verloren, waarvan ruim 85 procent voor natuur. Als het uitbreidingsscenario met het Saeftinghedok er komt, zou nog eens bijna 1000 hectare worden ingenomen. Zestig hoeves en huizen moeten dan verdwijnen. Kris De Smit: ‘De voorbije decennia werden al vele honderden boerengezinnen onteigend en verdreven. En nu wordt weer bijna 2000 hectare van de beste grond in Europa geviseerd. En dat in tijden van voedselcrisis!’ En ze rekenen uit: 2000 hectare staat voor een voedselproductie van ongeveer 6 miljoen kilo graan, 25 miljoen kilo aardappelen, 4 miljoen kilo suiker, 6 miljoen kilo uien en 4 miljoen kilo maïs. Ieder jaar opnieuw.

Ze zwaaien met teksten van Kris Peeters die recent als minister van Landbouw zei ‘dat Vlaanderen zuiniger zal moeten omgaan met landbouwgronden wegens de voedselcrisis’ en die anderzijds als minister voor de Haven hier weer bijna 2000 hectare komt inpikken. ‘Als een VN-verantwoordelijke het gebruik van landbouwgrond voor biobrandstof een misdaad tegen de menselijkheid noemt, dan geldt dat ook voor de massale grondroof voor natuur’, zegt Kris De Smit heftig. Op basis van luchtfoto’s hebben ze uitgerekend dat er sinds de jaren zeventig maximum 160 hectare natuur verloren is gegaan. ‘Op dit moment is er al een overcompensatie van minstens 300 procent. En als de nieuwe plannen worden uitgevoerd, wordt dat liefst 800 procent.’

EUTHANASIE OP GANZEN

Enkele jaren geleden werd het Vlaams Gewest nog veroordeeld omdat het onvoldoende rekening hield met de vereiste compensaties voor de Europese vogel- en habitatrichtlijnen. Van de weeromstuit werd een ‘nooddecreet’ uitgevaardigd, waarmee niet alleen het Deurganckdok maar ook de ruime natuurcompensaties werden gewettigd. In totaal gaat dat om 750 hectare, volgens de Beheerscommissie Natuurcompensaties. Waarom zoveel? Omdat ook het ‘historisch passief’ van vroeger natuurverlies werd meegeteld. In studies over die natuurcompensaties staat expliciet dat het compensatieplan ‘ ruimer bemeten is dan wat sensu stricto in Europese context is vereist’. En over de nieuwe plannen heeft ook de haven al te verstaan gegeven dat er overgecompenseerd wordt in ‘ robuuste natuurontwikkeling’.

Het laatste jaarverslag van de Beheerscommissie schrijft nochtans dat er in ‘een1 op 1 relatie’ wordt gecompenseerd, maar volgens secretaris Katrien Weyn moet dat niet alleen in oppervlakte maar ook in kwaliteit gezien worden. En dat laatste betekent onder meer: in stand te houden vogelsoorten. Volgens het algemeen besluit van het jaarverslag stijgen de aantallen vogels weliswaar, maar worden ‘ de instandhoudingsdoelstellingen voor het vogelrichtlijngebied niet gehaald’. Zijn de compensaties dan een mislukking? Katrien Weyn: ‘Nee, integendeel. Maar sommige compensatiegebieden zijn pas in 2006 aangelegd en renderen nog niet honderd procent.’

In het jaarverslag wordt over vandalisme geklaagd. De natuurcompensatiegebieden zijn met prikkeldraad afgesloten, maar regelmatig worden draden doorgeknipt en de speciaal ingevoerde Gallowayrunderen en wilde konikpaarden losgelaten. Ook geklaagd wordt over de opmars van de Canadese ganzen in de natuurgebieden. Daarom werden er in juli vorig jaar al 655 ‘ afgevangen en geëuthanaseerd’ – wat nu zal worden herhaald. Dat betekent volgens Katrien Weyn dat de ganzen door natuurwerkers in netten worden gevangen en door een veearts worden doodgespoten. ‘Het zijn nu eenmaal agressieve exoten die de autochtone vogels verdrijven, het jonge riet vernielen en de natuur vervuilen met elk 800 gram mest per dag.’

In Prosperpolder voeren de boeren al jaren procedures omdat de duizenden Canadese ganzen hun akkers afvreten, maar ze hebben nooit steun gekregen. Dat probleem zal niet beteren als Prosperpolder, volgens het Meest Wenselijk Alternatief, letterlijk zal worden ‘omgeven door natuurprojecten’. Een overstromingsgebied in Prosperpolder-Noord én een plassengebied in Prosperpolder-Zuid. Er zou zelfs geen weg meer naartoe leiden, wat in geval van nood een probleem kan worden voor de politie en brandweer van Beveren. Alleen de dorpskern rond de kerk zou als piepkleine enclave bewaard blijven tussen hoge dammen. ‘Dat is onleefbaar en betekent de dood van Prosperpolder’, besluiten de jonge boeren. ‘Weer een dorp dat eigenlijk verdwijnt, maar nu voor natuur.’

In de Sint-Engelbertuskerk van Prosperpolder is er vooraan, naast het altaar, nog altijd de aparte loge van de hertog van Arenberg en zijn gemalin, die via hun eigen deur binnenkwamen. Er is een gebrandschilderd raam dat hun doorluchtige geschiedenis vertelt, en een dankbetuiging op rijm: ‘ Het Edel Huis van Arenberg zij dank en eer. Zij bouwden voor ons deze woonstee van de Heer.’ Maar op het bord aan de voorgevel zijn de uren van de H. Mis nu doorstreept. De kerk wordt bijna nooit meer gebruikt. Toch wordt ze binnenkort nog voor ruim een half miljoen euro opgeknapt.

Naast de kerk staat de grote pastorij, waar enkele jaren geleden nog de laatste pastoor woonde, wijlen Tony Werkers, die ongelooflijk kon ketteren als het over de onteigeningen ging. Hij was wijd en zijd bekend om de geneeskrachtige kaas en wei die hij maakte van de melk van de geiten in zijn tuin. Samen met de boeren heeft hij aan de straatkant nog een houten barak getimmerd, die dient als dorpscafé Onder de toren en als lokaal voor schuttersvereniging De Ritsers. In de pastorij woont nu een jong koppel, voor wie Prosperpolder een waar paradijs is. In de tuin lopen nog altijd de geiten.

KLEINE FOUT

Dit is zowat alles wat er volgens het Meest Wenselijk Alternatief zal overblijven: de kerk en de kleine kern van twee straten eromheen, met een paar tientallen huizen en een vijftal boerderijen. Het was een gehucht van 200 mensen, maar dat moet al aan het minderen zijn. In de Engelbertusstraat is er nog het jeugdcentrum in de vroegere school en klooster. De nonnen vroegen al in de jaren zeventig zelf laf om de onteigening, toen nog voor het Baalhoekkanaal dat er nooit gekomen is. In de Belgische Dreef staat nog de oorspronkelijke Prosperhoeve, die als monument erkend is.

Een andere oorspronkelijke hoeve is de Antoniushoeve dicht bij het haventje – nu midden in het intergetijdengebied. Een gerenoveerde Zeeuwse boerenwoning, met daarachter een monumentale, zestig meter lange polderschuur met rood pannendak. Landbouwer Felix Verhulst was decennialang een baken voor de hele poldergemeenschap, net als zijn historische hoeve. Maar hij moet worden ‘opgeruimd’, zei Peeters expliciet in het parlement. ‘Ja, het is gedaan’, moet zelfs een voorvechter als Felix nu gelaten erkennen, terwijl hij de oude kronieken nog eens tevoorschijn haalt.

Het graan is nu wel in prijs verdubbeld, maar het is de laatste keer dat de akkers rond de Antoniushoeve zijn ingezaaid. Het grote gerstveld aan de dijk wordt al in augustus volgespoten met een metershoge berg bagger. Net op de plek waar een eeuw geleden het Kongodorp stond voor de indijkers. Daarna wordt het haventje afgebroken. Alle bomen en struiken worden gerooid. Veertien huizen en hoeves worden gesloopt. Ook de populaire taverne De Schoof. Ook de Antoniushoeve. En dan mag het water zijn gang gaan.

Een steenworp verder, op de binnendijk aan de Schelde, staat het fraaie huis van een weduwe, die op het eerste onteigeningsplan van het intergetijdengebied ontdekte dat haar huis er net binnen viel. Ze stond op de lijst van onteigeningen. Ze nam een advocaat en spande procedures aan, en in de tweede versie van het plan viel haar huis er net buiten. Op de tekentafel had men de lijn wat te veel naar rechts getrokken. Een klein foutje van een halve centimeter maar.

De vrederechter ziet er met zwarte toga en witte bef helemaal anders uit dan tijdens zijn plaatsbezoek in de polder. Het is 25 juni en we zitten in het vredegerecht van Beveren. In de zaal is hetzelfde deftige gezelschap bijeen als een week eerder. Maar de boeren zijn minder talrijk. Pachter Eric Van Mullem vraagt bij het begin van de zitting het woord en zegt ferm: ‘Ik verzet mij tegen de ont-eigening en steun volledig mijnheer De Cloedt.’ Dan stapt hij op. Het werk op het veld wacht, of het nu voor de laatste keer is of niet.

De Brugse advocaat Antoon Lust won eerder al eens een gevecht tegen windmolens, voor de kust van Knokke. Ook nu heeft hij een sterk pleidooi tegen een onteigening ‘zoals hij er in 30 jaar nog nooit een gezien heeft’. Het onteigeningsplan is compleet onwettig, want het is zonder machtiging van de regering opgemaakt en niet eens door een beëdigde landmeter. Het kan ook niet dat zijn cliënt geen enkele inspraak kreeg. Er is ook geen reden om deze onteigening bij hoogdringendheid en zonder openbaar onderzoek door te drukken…

BESTE JAN PETER

Nog meer indruk maakt zijn argumentatie dat het niet legitiem is aan een grensoverschrijdend project te beginnen zonder Nederlandse instemming. Of wil men Nederland dan toch onder water zetten? Lust leest voor uit de briefwisseling ter zake. Eind vorig jaar vroeg Peeters voor de zoveelste keer aan premier Balkenende: ‘ Geachte minister-president, waarde collega, beste Jan Peter, ik dring aan op een snelle, integrale en onvoorwaardelijke goedkeuring van de verdragen.‘ Maar het werd allesbehalve snel, integraal en onvoorwaardelijk. Na het zoveelste uitstel dreigde Peeters twee weken geleden het Beneluxoverleg te boycotten. Na die druk schreef de Nederlandse minister van Landbouw op 19 juni een brief om nog voor de zomer de verdragen goed te keuren, maar met één dwingend voorbehoud: ‘In afwachting van de commissie-Nijpels zal geen uitvoering worden gegeven aan het ontwikkelen van een intergetijdengebied in de Hertogin Hedwigepolder. En dat kan dus nog lang duren.

Allemaal geen reden om niet aan Belgische kant al meteen te beginnen baggeren en breken, pleit advocaat Sven Vernaillen van Waterwegen en Zeekanaal. En hij somt alle Vlaamse argumenten op: gevaar voor een Europese veroordeling, risico op een overstroming, prioriteit voor de Scheldeverdieping… Op het eind wordt hij erg persoonlijk: ‘Er is zogezegd geen inspraak geweest, meneer De Cloedt, maar minister-president Peeters himself is met u gaan onderhandelen!’

De vrederechter stelt zijn oordeel met een week uit. De advocaten van het Vlaams Gewest lopen op hoge poten naar buiten. Gery De Cloedt blijft als een gebroken man achter. Hij stamelt tegen zijn raadgevers dat hij pakken brieven heeft waarin hij tevergeefs om inspraak vraagt. Peeters wilde pas praten nadat de zaak definitief was beklonken. Het kalf was verdronken.

door CHRIS DE STOOP/ FOTO’S WIM VAN CAPPELLEN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content