Jan Braet
Jan Braet Jan Braet is redacteur cultuur bij Knack.

Als iemand verdrinkt zonder gezien te worden, is die persoon dan dood? Heeft hij ooit geleefd? Wat de massamedia niet opmerken, lijkt ook niet gebeurd. Kunstenaars en filmmakers gebruiken de nieuwe media om de realiteit anders te documenteren. ‘[based upon] True Stories’ in kunstencentrum Witte de With, Rotterdam.

Tot 30.3 in Witte de With, Witte de Withstraat 50, Rotterdam. Open van di. t/m. zo. van 11 tot 18 u./’Solid Sea’ in het Nederlands fotomuseum, Witte de Withstraat 63. Tot 9.3.

Catherine David leidde in 1997 Documenta X, de vijfjaarlijkse internationale manifestatie van actuele kunst in Kassel. Zij was de eerste vrouwelijke Documenta-directeur. Vijf jaar later, in 2002, was Okwui Enwezor aan de beurt. De in New York levende Nigeriaan was de eerste zwarte curator in Kassel. Hij leidde Documenta 11. ‘Woman is the nigger of the world… think about it… do something about it…’, zong John Lennon, met inbreng van Yoko Ono. Zoals in het hele maatschappelijke leven zijn de jongste decennia op het terrein van de cultuur onomkeerbare emancipatie-impulsen uitgegaan van vrouwen en niet-autochtone westerlingen. David en Enwezor plaatsen de kritische functie van kunst op het voorplan en verdedigen ideeën die onder de noemer andersglobalisme de wereld rondgaan. Een aanzienlijk gedeelte van de ‘kritische’ kunst wordt geproduceerd via video en dvd, diapresentaties, stills, performances en installaties. Bruggen worden geslagen met sociale architectuur, bio-ecologisch urbanisme en politiek activisme.

In januari 2002 nam David het Rotterdamse kunstencentrum Witte de With onder haar hoede. Vooreerst zette ze haar schouders onder het langetermijnproject Contemporary Arab Representations. Het doel is het aanmoedigen van de ‘productie, de verspreiding en de uitwisseling tussen de culturele centra in de Arabische wereld en de rest van de wereld’. De middelen omvatten ‘seminaries, performances en werkpresentaties door verschillende auteurs: beeldend kunstenaars, architecten, schrijvers en dichters’.

De tentoonstelling [based upon] True Stories is de consequente voortzetting van het inzicht dat kunst die op een lucide manier in de wereld staat, op het terrein van de documentaire komt. Niet omdat het om een nieuw speeltje gaat, maar omdat de wereld op springen staat. ‘Is het dan nog wel kunst?’ is een vraag die verdrongen wordt door de urgentie van de boodschap. Een boodschap die weinig weerklank krijgt in de grote media, hetzij televisie, hetzij kranten.

De meest gangbare vorm van documentaire is het uitgediepte beeldverslag op de televisie. Zij betracht een objectieve weergave van feiten, en maakt abstractie van de persoonlijke inbreng van de maker(s). Deze vorm is vatbaar voor vele vragen, in een tijd waarin elke publieke mededeling over Irak de opinies voor of tegen een oorlog kan beïnvloeden. De subjectieve documentaire daarentegen kiest voor de geloofwaardigheid van het persoonlijke getuigenis.

‘De grote verhalen zijn uiteengevallen, slechts losse stukjes zijn overgebleven. Misschien voor de eerste keer, ligt de wereld voor ons open in al haar diversiteit, met al haar raadsels en tekortkomingen, zonder dat we enig idee hebben hoe deze veelvormige situatie te verklaren of zelfs maar te beschrijven. De enige positie die we kunnen innemen, is die van de getuige; we kunnen een poging doen de eigen getuigenis te ordenen en samen te stellen.’ Zo schrijft Jean-Pierre Rehm, artistiek directeur van het Festival International du Documentaire in Marseille, die de tentoonstelling in Rotterdam mee produceert. Rehm verkiest de doorzichtigheid van het getuigenverhaal. Al was het maar omdat de zwaktepositie ervan voor iedereen zonneklaar is. Immers, ‘niemand getuigt voor de getuige'(Paul Celan). Aan de kijker om het getuigenis te wegen.

KOERDISCH WOORDENBOEK

Het documentaire is niet zonder meer de mode van de dag in de kunstwereld. De wereldwijde aanbidding van het gouden kalf geldt de hyperegocentrische videokunst van Matthew Barney. De tournee van diens Cremaster-cyclus, een carnaval van pakkende lijfsmutaties in een ultrabizarre schijnwereld, lokte vele duizenden naar Keulen en Parijs, en wordt straks geconsacreerd in New Yorks Guggenheimmuseum. De documentaire lijn is daar de volmaakte tegenpool van. Ze slaat de verbeelding van de kijker niet plat, maar scherpt haar aan met observaties uit het reële leven. In het creatieve omspringen met de mogelijkheden van multimedia moet ze niet onderdoen voor het Barney-vuurwerk, al blijft ze soberheid in de communicatie verkiezen.

David en Enwezor behoren tot de gezaghebbende verdedigers van die lijn. En ze weten elkaar soms te vinden. Zo selecteerde de Française enkele radicale werken uit de jongste Documenta van Enwezor voor de tentoonstelling [based upon] True Stories. Op het Kasselse megaforum kwamen ze om uiteenlopende redenen niet tot hun recht. Dat doen ze nu wel, in het geserreerde kader van Witte de With. Een niet te realiseren film van de naar Parijs geëmigreerde Argentijnse Alejandra Riera blijft echter een zware dobber. Haar documentaire is opgebouwd uit verschillende getuigenissen die simultaan in meerdere talen over diverse schermen gefragmenteerd zijn. Dat is Riera’s manier om duidelijk te maken dat een unitaire taal en een eensporig communicatiekanaal misschien wel de verstaanbaarheid ten goede komen, maar in welbepaalde gevallen functioneren als machtsinstrumenten van een totalitair denken.

Riera keek naar het parcours van Leyla Zana, de eerste vrouwelijke Koerdische verkozene in het Turkse parlement. In 1994 legde ze de parlementaire eed niet alleen in het Turks af, maar ook in het Koerdisch, en brak zij als lid van de Democratische Partij in haar eigen taal een lans voor de erkenning van de Koerdische identiteit, voor vrouwenemancipatie en democratisering. Ieder vertaalde haar redevoering op zijn manier, maar de officiële Turkse versie bezorgde de overheid een alibi om Zana te beschuldigen van het aanzetten tot separatisme. Ook werd ze verdacht van banden met de PKK, de Koerdische terreurorganisatie. Ze verloor, samen met zeven medestanders, de parlementaire immuniteit en werd tot vijftien jaar gevangenisstraf veroordeeld. Internationaal protest leverde niets op.

De getuigenissen op de beeldbanden van deze Niet te realiseren film worden aangevuld door geschreven documenten, met inbegrip van een Koerdisch woordenboek. De gestelde vragen zijn pertinent. Hoe door middel van taal verzet bieden tegen een totalitair gebruik van taal? Hoe kan men enkel aan de hand van fragmenten overbrengen wat men weet? Wat communiceren we als het moeilijk, zelfs onmogelijk is om te communiceren?

Ook het werk van Chantal Akerman, De l’autre côté, komt veel beter tot zijn recht dan op de Documenta in Kassel. Daar was het een over verscheidene monitoren versnipperde installatie. En in een belendende ruimte werden per satelliet rechtstreekse beelden doorgestuurd uit de Mexicaanse grensstreek waar Akerman het in haar film over heeft. Althans, dat was de bedoeling, maar de techniek liet het afweten. Voor Witte de With maakte Akerman een uitgepuurde versie in twee aanpalende ruimten, een dvd-installatie op vier schermen. De l’autre côté is nu veel sterker. Aan de ene kant, documentaire beelden van ranchers in Douglas (Arizona). ’s Nachts maken ze jacht op Mexicanen die de grens proberen over te steken. Aan de andere kant, sfeeropnamen van het landschap in Agua Prieta (Mexico). Die horen bij een door Akerman ingesproken monoloog over de troosteloze omzwervingen en het spoorloze verdwijnen van een Mexicaanse migrante in de VS. Aan beide kanten, een eindeloos lange weg, gefilmd vanuit de auto. Klagende vioolmuziek.

HET SPOOKSCHIP

Nog een interessante bijdrage die in de drukte van de Documenta min of meer verloren ging, staat niet in Witte de With, maar bij de overburen van het Nederlands fotomuseum. Multiplicity is de naam van een Milanees netwerk van architecten, geografen, journalisten, planologen, sociologen, economen en, jawel, kunstenaars, filmmakers en fotografen. Zij buigen zich gezamenlijk over de wieg van de westerse beschaving, de Middellandse Zee. Met name interesseert het hen hoe dit gigantische waterbassin stilaan verandert in een Solid Sea, een vaste zee: ‘Een territorium dat wordt doorkliefd door vooraf vastgelegde routes en onoverschrijdbare grenzen en dat is onderverdeeld in gespecialiseerde en streng gereguleerde stroken water. Eén aaneengesloten ruimte die doorkruist wordt op diverse dieptes en met verschillende koersen door duidelijk afwijkende stromen mensen, goederen, informatie en geld.’

Een belangrijke stroom in de Solid Sea bestaat uit migranten die in hachelijke omstandigheden Italië proberen te bereiken. Multiplicity presenteert middels een multimedia-installatie een eerste casestudie over dit probleem. Het Spookschip is het vijf jaar lang verzwegen verhaal van de zeedood van tweehonderdtachtig illegale migranten, de meesten afkomstig uit Pakistan en Sri Lanka. In de kerstnacht van 1996 waren ze in volle zee van een schip overgestapt op een vissersbootje dat hen naar de kust van Sicilië moest brengen. Als gevolg van een aanvaring tussen beide schepen, zonk het vissersbootje na korte tijd. De autoriteiten maakten geen melding van de ramp, hoewel Siciliaanse vissers regelmatig menselijke resten in hun netten aantroffen. Slechts toen de identiteitskaart van een jonge Tamil gevonden werd, en een journalist van de krant La Repubblica zich met de zaak bemoeide, kwam de zaak aan het licht. Onderwaterbeelden, cartografische opnamen en harde getuigenverslagen houden de toeschouwer in een wurggreep, en zadelen hem op met de onaangename zekerheid dat een dergelijke tragedie elke dag opnieuw kan gebeuren. De pertinente vraag hier is: ‘Als iemand verdrinkt zonder gezien te worden, is die persoon dan dood? Heeft hij ooit geleefd?’

Het leidmotief van Davids Documenta X in 1997 (de ‘poëtica van de politiek’, de ‘politiek van de poëzie’) blijft toepasselijk op alle werken in [based upon] True Stories. Hartveroverend en -verscheurend, het document over de Braziliaanse straatjongens door Mauricio Dias & Walter Riedweg ( Devotionalia 1994-1997). Ze portretteerden hen, vroegen hen naar hun grootste wens, maakten een wassen afdruk van hun hand of voet en verwerkten het materiaal tot een installatie voor het museum van Rio. Alles werd op video opgenomen. ‘Ik wil een alligator zijn. Om iedereen op te eten. Om eten te hebben.’ ‘Ik wil vrienden, want ik heb er geen.’ ‘Ik wil een beroep, want ik wil geen bedelaar zijn.’ ‘Ik wil een fiets. Om weg te rijden.’ Zovelen wilden fietsen. Op de eindgeneriek wordt vermeld dat, acht jaar later, de helft van de kinderen dood is.

In A Tank Translated (2002) van Omer Fast proberen vier jonge Israëli’s elk onder woorden te brengen hoe het voelt om drie jaar legerdienst door te brengen in een tank, opererend in de bezette gebieden. De een zag het vooral als een videospel, en legt de nadruk op het erg kleine gezichtsveld. Op een dag bleek hij zonder het te weten een grote slang overreden te hebben. Een ander maakt een rigoureuze scheiding tussen optreden als ‘soldaat’ en als ‘burger’. Een derde vond het reuze cool, te vergelijken met stage diving. De vierde had geen idee waar hij zich precies bevond (‘ergens in Gaza zeker?’ ) en zag niets dan rommel om zich heen.

Edgar Arceneaux volbracht een krachttoer met An Insignificant Moment (2001), een videotriptiek van momenten uit het onopvallende bestaan van drie vrouwen uit verschillende sociale milieus. Liefdevol geobserveerd en discreet mooi in beeld gezet. Wanneer ze elkaar toevallig op straat tegenkomen, ontstaat een woordeloze spanning die pas wijkt als ze elk weer hun eigen weg verderzetten. En al even mysterieus is de sfeer in Escape from New York (2001), een film met twee banden naast elkaar, wonderlijk harmoniërend, gemonteerd als een voor- en achteruit in de tijd verlopende travelogue. Cineaste Danielle Vallet-Klein laat beelden afwisselen van de rafelige randen van New York zoals niemand ze ooit zag, en een niet nader genoemde jungle. De stadsnomade is zijn verhaal kwijt, en laat de hele fascinerende werkelijkheid over zich heen stromen. Op een lege betonvlakte rolt hij zijn tapijtje uit en gaat er doodstil op zitten.

Jan Braet

De vraag ‘Is dit nog wel kunst?’ wordt verdrongen door de urgentie van de boodschap.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content