De commissarissen van Antwerpen en Boom zijn het eens. De fusie tussen rijkswacht en politie is goed voor de steden, slecht voor de kleinere gemeenten.

Luc Lamine is de nieuwe hoofdcommissaris van Antwerpen. Hij leidt een korps van 2000 man. Als straks de rijkswacht met de politie fuseert, komen daar 250 mensen bij. Lamine is voor de fusie, maar deelt de kritiek van de agenten en rijkswachters die vorige vrijdag in de Antwerpse binnenstad demonstreerden. De basis wordt onvoldoende bij de versnelde fusie betrokken.

Eddie Battle is politiecommissaris in Boom. Hij kent collega Lamine nog van in het Antwerpse korps, dat hij zes jaar geleden verliet. Boom werkt momenteel in een politiezone met Rumst. Daar zijn 23 rijkswachters en 43 politiemensen bij betrokken. Straks zou Boom met vier andere gemeenten moeten samenwerken. Battle gelooft niet dat de fusie een goede zaak is voor de kleine gemeenten.

Beide politiemannen vragen duidelijkheid aan de regering. Ze willen ook dat de betrokkenen, van agent tot commissaris, bij de versnelde eenmaking in 21 gemeenten worden gehoord. Bovenal mag de fusie niet ten koste gaan van de ‘gemeenschapsgerichte politiezorg’. Die steunt op vier pijlers; communicatie, preventie, repressie en nazorg.

Een dubbelgesprek.

Eddie Battle: Aanvankelijk was ook ik voor een fusie van rijkswacht en politie. Ik ging ervan uit dat zo’n operatie degelijk zou worden voorbereid. Maar wat nu gebeurt, is niet ernstig. Neem alleen maar het aantal graden. In het eerste voorstel bleven er nog maar vier graden over. In het tweede voorstel zijn dat er acht. Alle adjunct-commissarissen worden commissaris. Antwerpen zal straks honderd commissarissen tellen.

Luc Lamine: Correctie: het zullen er zeventig zijn. Maar goed, rangen en standen zijn onbelangrijk. Ik geloof in een bijna vlakke organisatie. Een agent kan taken uitvoeren die eigenlijk voor een adjunct-commissaris zijn weggelegd. We moeten de juiste mens op de juiste plaats zetten.

Battle: Als de functie zo onbelangrijk is, waarom moeten al die namen dan wijzigen?

Lamine: Het huidige systeem is verwarrend met al zijn graden van agent, agent-brigadier, agent-hoofdbrigadier, wachtmeester, eerste wachtmeester, luitenant, adjunct-inspecteur, enzovoorts. Bovendien ben ik het niet met je eens dat de fusie slecht is voorbereid. Ik heb veel respect voor het werk en de kennis van gouverneur Lode De Witte (Vlaams Brabant), die de werkzaamheden leidt. Hij en de andere mensen in de werkgroepen hebben enorm ernstig werk geleverd.

Battle: Individueel is er goed gewerkt, maar het moet allemaal te snel gaan. Er zijn nog veel hiaten.

Lamine: Elke reorganisatie gaat met vallen en opstaan.

Battle: Luc, ik wil de eerste nog ontmoeten die me uitlegt waarom de fusie er per se moet komen.

Lamine: De affaire-Dutroux is het beste voorbeeld dat er iets moet veranderen.

Lamine: Dutroux? Die affaire heeft niets met de politie en de rijkswacht, maar alles met de BOB en de gerechtelijke politie te maken. In Antwerpen werken uw 2000 politiemensen straks samen met de 250 rijkswachters. Wat maakt dat uit? Die mensen zijn nu toch ook op het terrein?

Lamine: Ik ben een hevig voorstander van het Duitse politiemodel. Ik geloof in de nieuwe politiestructuur. Je weet toch dat er nu zelfs binnen onze eigen diensten informatie achtergehouden wordt? Mensen zitten gewoon op hun informatie. Maar het kan ook anders. In de prostitutiebuurt in Antwerpen werken ons wijk- en ons rechercheteam mooi samen met de lokale brigade van de rijkswacht, de BOB én de gerechtelijke politie.

Battle: Precies. Op een klein, afgebakend territorium. Daar geloof ik wel in. Waarom herstructureren we rijkswacht en politie niet zodat ze op een bepaald terrein écht kunnen samenwerken onder de leiding van de een of de ander? Nu werkt de BOB ook onder het gezag van de onderzoeksrechter of de procureur. Dat kan dus perfect.

Wat is het voordeel van een klein, afgebakend gebied waar de twee korpsen actief kunnen blijven?

Battle: Het heeft ook met democratie te maken. In de veronderstelling dat Boom straks moet samenwerken met vier andere gemeenten, hebben we met vijf burgemeesters te maken. Op papier krijgt de burgemeester meer zeggenschap over de rijkswacht, in de praktijk zal het college van de vijf burgemeesters de politieke verantwoordelijkheid dragen. De burgemeester van Boom zal zijn projecten willen voortzetten, de burgemeester van Niel zal zijn klemtonen willen leggen, die van Schelle wil weer wat anders. Geen sinecure voor de korpschef. Bovendien hoor ik uit goede bron dat de rijkswacht in elke zone een recherchecel wil uitbouwen en de basispolitiezorg aan de gemeentepolitie wil overlaten. Dat leidt tot grote conflicten.

Lamine: Ik heb maar één burgemeester, met wie ik overigens goed samenwerk.

Battle: Ik ben voor een reorganisatie van de gemeentepolitie en voor een duidelijke taakverdeling. Voor Antwerpen met zijn goede opsporingsdienst binnen de gemeentepolitie, ligt dat gevoelig. Maar waarom zouden we die grotere steden niet uit de reorganisatie lichten? Luc, je bent het toch met mij eens dat de politie te weinig middelen krijgt? Ik spreek niet over mensen, maar over middelen. Anno 2000 krijg ik nog processen-verbaal van de stad Antwerpen, op een mechanische schrijfmachine getikt.

Lamine: Dat is de uitzondering die de regel bevestigt. We hebben 600 pc’s.

Battle: Dat is een inhaalbeweging. Toen ik zes jaar geleden vertrok, waren er geen computers. We zijn daar toch veel te laat mee?

Lamine: Dat lag wellicht aan de korpsleiding van toen. En eigenlijk aan de toenmalige burgemeester.

Bob Cools?

Lamine: We moeten daar eerlijk in zijn. Sindsdien is er veel veranderd. Met een gefundeerd document kreeg ik de voorbije maanden al veel middelen van onze ingewikkelde coalitie. We zeggen gewoon tegen het college: als u vraagt om dit en dat te doen, zijn dat onze randvoorwaarden. Het eerste project van het ‘politieverbeterplan’ van Berenschot was juist: een eerlijke communicatie met het stadsbestuur. Dat lag in het verleden veel moeilijker, ondanks alle inspanningen van toenmalig hoofdcommissaris François Van de Weyer. De toenmalige burgemeester had te weinig respect voor ons werk en steunde het onvoldoende. Dat heeft veel agenten gefrustreerd. We hebben niets liever dan dat de politiek ons duidelijke opdrachten geeft. Als ze ook de randvoorwaarden invult.

Vanzelfsprekend blijven er nog veel problemen. We spelen niet snel genoeg in op de toenemende agressie in onze maatschappij. Dan heb ik het niet eens over de prostitutie of over het schietgrage Albanese milieu. Nee, het gaat over agressie tussen man en vrouw op café, over verkeersagressie. Is dat een taak voor de politie? Ik heb daar vragen bij. Maar we moeten dat zeker signaleren.

Al vijf jaar vragen we om iets aan dat geweld te doen. Nu eindelijk, dankzij het grootstedelijk beleidsplan van regeringscommissaris Charles Picqué, hebben we daar middelen voor. Belangrijk is dat we eindelijk ook een schitterende procureur des Konings hebben. Bart Van Lysebeth stemt de werking van zijn parket af op de maatschappelijke realiteit en werkt met strategische plannen.

Eddie Battle bepleit een andere aanpak voor de grote steden en de kleinere gemeenten.

Lamine: Vanuit de Antwerpse realiteit zeg ik: hier is een goede voedingsbodem om met rijkswacht en gerechtelijke politie samen te werken. Maar samenwerking is onvoldoende. Je kan niet met verschillende koks in één keuken staan. Daar komt ruzie van. In Antwerpen zouden tien zedenzaken niet gebeurd zijn, als alle politiediensten aan één tafel hadden gezeten. De verschillende diensten wilden de informatie niet delen.

Battle: Ja, maar nog eens: dit gaat weer niet over de basispolitiezorg. Maar de situatie is verschillend. Ik begrijp dat Luc wil integreren, met zijn korps van 2000 man en de komst van 250 rijkswachters. Maar in andere gemeenten is die verhouding 70-30 of 60-40. En wat met de begroting? Boom spendeert 16 procent van zijn middelen aan de politie, dat is wellicht een nationaal record. Wat doen we met de andere gemeenten, die veel minder willen investeren? Heeft het zin om vijf korpsen te fuseren als daar geen middelen bij horen?

Lamine: Nog een kleine rechtzetting: ik wil eerst samenwerken, dan integreren. In een eerste fase hebben we twaalf gemeenschappelijke projecten uitgewerkt: gevangenenvervoer, samenwerking rond buurtinformatie en winkelinformatienetwerken, straat- en autocriminaliteit, vermogensdelicten, Wodca-controles, gezamenlijke dispatching waar op één lokatie de eigen patrouilles worden uitgestuurd. In een tweede fase willen we duidelijkheid hebben over gelijk loon voor gelijk werk, communicatie, dispatching, informatica. De laatste fase is de samenwerking in één bedrijf. Maar bovenop dit logische project komt nu dat proefproject van de regering. We kunnen dat in de eerste fase opnemen. De minister van Binnenlandse Zaken beloofde ons op 15 april duidelijkheid over ons statuut. Maar het blijft heel spijtig dat de vakorganisaties over het hoofd zijn gezien bij het proefproject.

Battle: Voor de kleine korpsen gaat het veel te snel. Laat de oranje en blauwe strepen toch gewoon op onze auto’s staan. Wat maken een kleur of een logo? Waarom moet er voor drie miljard frank nieuwe uniformen worden aangekocht? Vandaag ontving ik een nota dat die uniformen er komen.

Lamine: Daar weet ik nog niets van. Nu, hoe dan ook, de regering moest iets doen. Iedereen hoopte namelijk in stilte dat de operatie niet zou doorgaan. Nu weten we dat het menens is.

Battle: In kleinere gemeenten gaat het vooral over een duidelijke taakverdeling tussen rijkswacht en politie en over meer middelen voor de korpsen. Laat de politie de basispolitiezorg doen en de rijkswacht de recherche en zet de opsporingsdiensten van de politie bij de rijkswacht.

Lamine: Waarom is die samenwerking er dan nooit gekomen, als ze zo nodig was?

Battle: De generale staf van de rijkswacht deelde de lakens uit en bij de politie haalde niemand het in zijn hoofd om met de rijkswacht samen te werken. Dat was taboe.

Eddie Battle, u vreest dat de basispolitiezorg zal leiden onder het toenemende centralisme.

Battle: In een grote zone groeit de afstand tussen de burger en de politie. Dat hebben we met de fusie in Antwerpen (1983) ook meegemaakt.

Lamine: In de jaren zestig maakte de Antwerpse politie de fout nog alleen met interventies bezig te zijn. Nu werken we in dertig wijken aan buurtgebonden politiezorg. In twintig wijken is die er al. Het gaat dan niet alleen om zogenaamd moeilijke wijken in de binnenstad. Ook in Berendrecht stelden we met bewoners en andere stadsdiensten een veiligheidsplan op. Dat verschilt natuurlijk volkomen van het plan voor de villawijk rond het Nachtegalenpark in Wilrijk. Dat kan dus ook in een groot korps. Als de opdrachtgever, de gemeente, de middelen levert voor de opdrachten die ze uitschrijft.

Battle: Luc en ik willen buurtgebonden en kleinschalig werken. Maar wat Luc niet weet, is dat als wij met vijf gemeenten moeten samenwerken, ik mijn wijkwerking kan opdoeken. Wij zullen een soort rijkswacht worden, wereldvreemd en ver van de bevolking. Mijn mensen die nu in vier zones te voet of met de fiets patrouilleren, zullen in de combi moeten rondrijden omdat ze mogelijk kunnen worden opgeroepen voor bijstand in Hemiksem.

Lamine: Ik vrees dat je gelijk hebt. Als dat zo is, moeten we de alarmklok luiden. Het mag niet de bedoeling zijn de politie van de straat te halen, wel meer middelen te genereren om samen aan één probleem te werken, in plaats van elk afzonderlijk.

Battle: Er is goed voor de grote steden gezorgd. Maar de mensen van de kleine korpsen zijn allemaal gefrustreerd. Uw vriend majoor bij de Antwerpse rijkswacht verdient nu een stuk minder dan ik in Boom. Straks komt die vier trappen hoger te zitten dan ik.

Lamine: Die man verdient dat.

Battle: Dat is iets anders. Maar het gaat over alle majoren. Terwijl alle commissarissen buiten de steden hun huidig loon behouden. Waarom is dat nodig?

Lamine: Die majoor was onderbetaald.

Battle: Er zijn nog mensen die meer verdienen dan ze krijgen. Laat de mensen zich kandidaat stellen voor een functie in de nieuwe structuur, in plaats van één categorie in een keer 250.000 frank bij te geven. Bovendien: de lokale politie kan niet langer zelf aanwerven.

Lamine: Dat is goed, want dan is het ook gedaan dat de andere korpsen onze beste kandidaten komen afsnoepen. Hè, Eddie?

Battle: Het zal moeilijk zijn om de twee culturen te verzoenen. Door de aangekondigde fusie zijn de spanningen zelfs toegenomen. Maar goed, als de fusie er moet komen, zet ik me er voor honderd procent voor in. Al vrees ik dat het faliekant zal aflopen en de burger het slachtoffer wordt.

Lamine: Ook in mijn eigen korps bestaan er verschillende culturen.

Battle: Ons einddoel is klantgericht werken.

Lamine: En ons voorbeeld moet niet Nederland maar Duitsland zijn. Daar is er één politiekorps, maar de burgemeester heeft de ruimte om voor zijn politie zoveel middelen vrij te maken als hij wil. In ruil daarvoor krijgt de gemeente meer mensen. Ik geloof in de fusieoperatie omdat ik in de mensen geloof. De doelstellingen zijn in elk geval goed. Maar zoals geweten is de weg naar de hel met goede voornemens geplaveid.

Peter Renard

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content