Kan het Italiaans gerechtssysteem model staan voor België ? Om die vraag te beant- woorden, trok senator Guy Verhofstadt twee dagen door de Romeinse kabinetten.

EEN BERICHT UIT ITALIE

WIE VIJF JAAR TERUG stelde dat België het Italië van het Noorden was, werd als een lichtzinnig fantast beschouwd. Vandaag heeft die stelling een bijna academisch serieux en onderzoeken wetenschappers en politici waarom het in beide landen op zoveel punten zo grondig fout liep. Vorige week, bijvoorbeeld, probeerde VLD-senator Guy Verhofstadt tijdens een tweedaagse tocht door de Romeinse ministeries te achterhalen waarom het de Italiaanse magistratuur gelukt was een politiek zuiveringsproces op gang te trekken. Hij hoopte er ideeën te vinden voor de onvermijdelijke hervorming van het Belgisch gerecht. Zo luidde althans de officiële agenda.

Daarnaast werd er voorzichtig maar nadrukkelijk gepeild waarom zowat alle traditionele politieke partijen door mani pulite (zuivere handen) van de kaart werden geveegd of tot een schim gereduceerd. Leidt het optreden van een onafhankelijke magistratuur die de corruptie van het politiek systeem blootlegt, fataal tot de desintegratie van de partijen van het ancien regime ? Op die geladen politieke vraag had Verhofstadt na zijn tweedaagse geen antwoord. Of misschien wou hij het niet geven, want een politicus is niet verplicht om het achterste van zijn tong te tonen. Bovendien heeft Verhofstadt ondertussen geleerd dat je kwetsbaar bent als je al je kaarten op tafel legt.

De VLD-senator die hard werkt om opnieuw vat op de Belgische politiek te krijgen, plande werkbezoeken in Italië, Nederland en Groot-Brittannië. Daar wilde hij respectievelijk minister en voormalig onderzoeksrechter Antonio Di Pietro, minister-president Wim Kok en Tony Blair zien. Twee socialisten of liever sociaal-democraten die braken met de traditie en één onafhankelijk politicus. Kok leidt een paarse coalitie, terwijl Blair in Labour zowat alle taboes en dogma’s overboord kieperde. Mede door de bemoeienissen van de SP en de communicatieproblemen in de eigen VLD gaven Kok en Blair tot dusver niet thuis. En met Di Pietro liep het op het laatste moment eveneens fout. Enkele dagen voor Verhofstadt in Rome toekwam, zette de extra-parlementariër uit de regering van Romano Prodi de Italiaanse politiek nog eens op stelten. In een korte brief waarin hij zeven keer het woord basta-met-uitroepingsteken gebruikt, kondigde Di Pietro zijn onherroepelijk ontslag als minister van Openbare Werken aan.

ONAFHANKELIJK.

Verhofstadt hoefde zijn Romeinse uren nochtans niet in ledigheid te slijten. Leden van het Constitutioneel Hof, advocaten-generaal bij het Hof van Cassatie, de directeur-generaal Juridische Instellingen en de top van het ministerie van Justitie, staatssecretaris Giuseppe Ayala en minister Giovanni Maria Flick maakten wél tijd vrij voor de Belgische senator. Voorts was er nog een gesprek met de vice-voorzitter van de Senaat Contestabile Domenico, een prominent lid van Forza Italia en een bezoek aan het hoofdkwartier van de anti-maffiastrijd, de DIA. Verhofstadt die in Toscane een aardig mondje Italiaans leerde, was hier om te luisteren en beperkte zich tot een kort, schematisch exposé over het Belgisch gerecht. ?Om het even wie ik het verhaal over de Belgische justitie deed, altijd werd ik met grote ogen vol verbazing bekeken. Ik had de indruk dat niemand me geloofde dat ons systeem nog zo gepolitiseerd is. De Italiaanse justitie lijkt momenteel wel het tegendeel van de Belgische. De deontologie, benoemingen en promotie gebeuren volledig autonoom, terwijl het eigenlijke management in feite tot de bevoegdheid van de minister behoort.?

De formele onafhankelijkheid van de Italiaanse magistratuur is bijzonder groot en dat heeft ze mede aan de grondwet van 1947 te danken. Als reactie op de fascistische jaren onder Benito Mussolini, waarin het gerecht niet veel meer dan een annex van de uitvoerende macht was, werd in de nieuwe Italiaanse grondwet het onafhankelijk statuut van de magistratuur nauwkeurig en gedetailleerd geformuleerd. In niet minder dan vijf artikelen werd de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en de bevoegdheden van de Hoge Raad voor de Magistratuur concreet op papier gezet. In die raad speelt de politiek een totaal ondergeschikte rol. Van de 33 leden kan zij er slechts elf aanduiden, de 22 anderen zijn magistraten die bij middel van interne verkiezingen worden aangeduid. Die verkiezingen zijn geen lachertje en in het verleden werd niet zelden lijsten gevormd met dezelfde ideologische breuklijnen als bij de politieke partijen. Dat schiep een band met de echte politiek.

Ondanks haar grote formele onafhankelijkheid is het pas in het begin van de jaren negentig dat de magistratuur haar tanden in de corruptie zette. Waarom ? Ongetwijfeld zat de tijdsgeest en de sociale herkomst van de rechters daar voor veel tussen. De meesten kwamen uit de upperclass en vormden een hecht ideologisch front met de boegbeelden van de Eerste Republiek. Ze wilden de staat verdedigen, niet tegen de corruptie waarvoor ze in feite de ogen sloten, maar tegen de linkse of communistische ?subversie?. Vrijwel alle rechtszaken tegen politici waren gericht tegen leden van de oppositie en gingen over opiniedelicten daarmee betaalde het Italiaans gerecht haar tol aan de Koude Oorlog.

Door de democratisering van het onderwijs en de sfeer van ’68 kregen minder conformistische en volgzame magistraten een kans. Een nieuwe generatie rechters giudici ragazzini deed haar intrede en ze onderscheidde zich van de vorige door een verfrissend gebrek aan respect voor de heersende politieke klasse. Het gemeenschappelijk front tussen magistratuur en politiek begon te barsten. In die periode verloren de betere sociale klassen trouwens hun belangstelling voor een carrière in de magistratuur. De job verloor veel van haar status, omdat de privé aanzienlijk beter betaalde. De kentering kwam er met de strijd tegen het terrorisme en vooral de maffia. Terwijl de hopeloos verdeelde politici zwak reageerden en voortdurend tot compromissen bereid bleken, betaalden vele rechters de strijd voor de democratie met hun leven. Zo verkregen ze bij de publieke opinie een legitimiteit waar de politiek slechts kon van dromen.

SPIJTOPTANTEN.

?Met de moorden op Giovanni Falcone en Paolo Borsellino in 1992 is iedereen eindelijk wakker geschoten. Terwijl de maffia met deze aanslagen politici en rechters wou afschrikken, gebeurde precies het tegendeel. Iedereen werd er zich van bewust dat er nu heel snel en doorstastend moest worden ingegrepen.? Dat zegt Giovanni Tinebra, de man die met het onderzoek naar de moord op Falcone en Borsellino werd belast en sinds 1992 procureur van Caltanissetta in Sicilië is. Ook als hij met Belgische journalisten praat, is Tinebra vergezeld van een lijfwacht. De maffia kent hem en hij kent hen, want zowat alle kopstukken die recent werden aangehouden, keek hij in de ogen. ?Als we de jongste jaren successen boekten, kan het belang van de spijtoptanten moeilijk overschat worden. Hun rol was essentieel en zonder de pentiti waren we er nooit in geslaagd om daders van de moorden op Falcone en Borsellino te arresteren of Toto Riina, de baas van de Cosa Nostra, achter de tralies te krijgen.?

De Belgische justitie en ook vice-premier Johan Vande Lanotte (SP) aarzelen nog om het systeem van de spijtoptanten in België in te voeren. De overtuiging groeit echter dat het de enige manier is om ooit klaarheid te brengen in de grote misdaaddossiers, zoals dat van de Bende van Nijvel. In Italië twijfelt niemand nog aan de noodzaak van om de netwerken van de georganiseerde misdaad te ontrafelen. Het procédé is relatief nieuw en kwam er dank zij een wet van 1991 en 1992, een copie van het Amerikaans Witness security program uit de jaren ’70. Volgens een recent rapport van minister van Binnenlandse Zaken Giorgio Napolitano telt Italië momenteel 1.200 spijtoptanten. In ruil voor informatie krijgen ze strafvermindering, bescherming, een inkomen en niet zelden een andere identiteit. Het kost de overheid jaarlijks 500 miljoen frank, de 32.000 extra politiemensen, nodig om de veiligheid van de bekeerden en hun families te verzekeren, niet meegerekend.

In 1992, het jaar van de moord op Falcone, werd Mario Chiesa in Milaan gearresteerd door Di Pietro. Deze directeur van een gemeentelijke instelling werd op heterdaad betrapt toen hij zeven miljoen lire smeergeld van een schoonmaakbedrijfje incasseerde. Sinds die dag werden honderden politici, ondernemers en ambtenaren aangeklaagd en veroordeeld. De rechters haalden de voormalige premiers Bettino Craxi, Arnaldo Forlani, Giulio Andreotti en tal van andere onaantastbare helden en modekoningen van hun voetstuk. Voor een hele generatie betekende dit het einde van een politieke carrière.

Toch menen de rechters niet dat hun taak beëindigd is en in september werd alvast de topman van de Italiaanse spoorwegen Lorenzo Necci opgepakt. De beschuldiging luidt : afpersing en verduistering van overheidsgeld. Daarvoor diende het gerecht evenwel de telefoons van Necci af te luisteren en uitgerekend minister van Justitie Flick heeft de parketten van Genua en Milaan daarover om uitleg gevraagd. Ook stoorde het Flick dat enkele magistraten de regering hadden beschuldigd de ?corruptie niet aan te pakken? en van ?ernstige onregelmatigheden bij de financiële politie? hadden gewaagd. Flick vroeg de tekst van de verklaringen op en sloot niet uit dat er disciplinaire sancties zullen volgen. De oorlog tussen het gerecht en de politiek is nog lang niet uitgewoed en alles wijst erop dat ook de huidige politieke klasse, in navolging van Silvio Berlusconi, de rechters zal proberen te kortwieken.

Daarbij is het een niet onbelangrijk ?detail? dat de partijen het financieel niet breed hebben. Sinds de openbare financiering bij referendum werd afgeschaft, moeten ze het grootste deel van hun uitgaven met privé-geld financieren. Vanuit de politieke wereld wordt met enige regelmaat een operatie beschadiging tegen de rechters gevoed. Tot dusver zonder al te veel succes, want de publieke opinie volgt niet. Nog altijd is Di Pietro veruit de meest populaire Italiaan. Eén van de collega’s van het Milanese onderzoeksteam waar Di Pietro toe behoorde, Gherardo Colombo, verklaarde onlangs : ?De publieke opinie is belangrijk voor een goed onderzoek. In een klimaat waarin de bevolking onverschillig staat ten opzichte van de corruptie, voelen de corrumpeerders zich sterk.?

Paul Goossens

Guy Verhofstadt ging in Italië de magistratuur doorlichten : een verfrissend gebrek aan respect.

De populairste Italiaan, Antonio Di Pietro : zeven keer basta met een uitroepteken.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content