‘DE WAR ON DRUGS WERKT NIET. NIETSDOEN IS GEEN OPTIE MEER’

EIGEN KWEEK 'Alleen wie in Uruguay woont, kan legaal wiet kopen of kweken. Drugstoeristen kunnen zich de moeite besparen.' © ANDRES STAPFF / REUTERS

Econoom Paul De Grauwe, criminoloog Tom Decorte en toxicoloog Jan Tytgat dringen samen aan op de legalisering van cannabis in ons land. In Uruguay kunnen gebruikers volgend jaar al bij de overheid terecht. ‘Een maatschappij zonder drugs is een utopie. Dan kan je de bestaande markt beter reguleren dan ze aan de georganiseerde misdaad over te laten’, zegt Julio Calzada, een van de architecten van het Uruguayaanse drugsbeleid.

Hiphop en reggaeton schallen uit boxen in een donkere straat die verstandige mensen ’s nachts links laten liggen. Dit is het centrum van Montevideo, maar veel jongeren zijn voor dit straatfeest afgezakt vanuit de cantegriles, de beruchte sloppenwijken van de Uruguayaanse hoofdstad. Bierflessen, kartonnen wijn en joints gaan gul van hand tot hand. Wat je rookt weet je pas wanneer het in je longen zit: soms is het cannabis, soms pasta base of cocaïnepasta, de erg destructieve drug die de toekomst van steeds meer sloppenwijkjongeren om zeep helpt nog voor ze begonnen is.

Socioloog Julio Calzada kent die wereld als zijn binnenzak: hij werkte 24 jaar met jongeren in achtergestelde wijken. ‘Ze gaan op zoek naar softdrugs en komen in contact komen met cocaïnepasta. Dat is een groot probleem’, zegt Calzada. ‘We moeten het drugsbeleid openbreken, op een manier die minder schadelijk is voor de volksgezondheid en de samenleving.

Nu is Calzada secretaris-generaal van de Nationale Drugsraad, het regeringsorgaan dat een nieuwe drugswet in de praktijk moet brengen wanneer na de Kamer ook de Senaat haar begin december goedkeurt.

Calzada werkt over de verschillende ministeries heen en rapporteert rechtstreeks aan president José Mujica. De charismatische zeventiger wilde bij zijn aantreden in 2010 geen dossiervreters uit ivoren torens in zijn regering, maar wereldverbeteraars die niet bang zijn om hun handen vuil te maken. De sociale en ethische erelijst van Mujica is ondertussen indrukwekkend: de armoede werd sterk teruggedrongen, het homohuwelijk en het recht op abortus werden ingevoerd. Toch zal Mujica de geschiedenis ingaan als de eerste president die cannabis volledig legaliseerde. Calzada: ‘Pas op, dit is het Uruguayaanse antwoord. Wij ontwikkelen geen algemeen toepasbaar model en willen niemand de les spellen.’

Uruguay is het eerste land ter wereld dat de volledige productieketen van marihuana reguleert. Gaat de staat zelf cannabis aanplanten?

JulioCalzada: Nee. Bedrijven kunnen een licentie krijgen om marihuana te kweken als ze aan alle criteria voldoen. Maar er is geen vrijemarktwerking. De overheid controleert de hele productieketen en bepaalt de prijs, de kwaliteit en het maximale productievolume. En daarnaast mag elk huishouden zes planten hebben voor eigen consumptie. Gebruikers kunnen ook lid worden van een cannabisclub, waarin consumenten onderling informatie uitwisselen.

Waar kunnen gebruikers die niet zelf willen boeren terecht?

Calzada: In de apotheek. Drugsgebruik hoort thuis in de gezondheidszorg. De farmaceutische sector beheert alle medicijnen waar gezondheidsrisico’s aan verbonden zijn, en is dus het logische distributiepunt. Mensen kunnen er terecht voor zowel medicinaal als recreatief cannabisgebruik. Alleen meerderjarige ingezetenen in Uruguay kunnen daar maandelijks maximaal veertig gram kopen. Buitenlandse drugstoeristen kunnen zich dus de moeite besparen.

Waarom moet de overheid zich met drugs inlaten?

Calzada: In Uruguay zijn er zo’n 120.000 dagelijkse tot sporadische cannabisgebruikers. Al die mensen kunnen nu alleen bij criminelen terecht en versterken met hun consumptie het misdaadmilieu. Als de overheid zich die markt kan toe-eigenen, nemen we die criminele organisaties hun belangrijkste inkomstenbron af.

Een gram marihuana zal één dollar (0,74 euro) kosten. Dat is goedkoop.

Calzada: Dat is de gangbare prijs op de zwarte markt, waarmee we competitief moeten zijn. Niet duurder, maar ook niet goedkoper. Uit onderzoek blijkt dat consumenten de legale markt verkiezen boven de illegaliteit als ze de keuze hebben. De kwaliteit is beter en het is veiliger, want ze hoeven niet meer bij criminelen aan te kloppen.

De voorzitter van het Hooggerechtshof pleitte ervoor om cannabis zelfs gratis weg te geven, zolang gebruikers zich maar registreren.

Calzada: Zijn opinie is uiteraard belangrijk. We hebben dat idee bestudeerd en in overweging genomen, maar het was te complex. Softdrugs zouden te gemakkelijk hun weg vinden naar de zwarte markt. Gratis drugs zijn voor criminelen uiteraard aanlokkelijk om in het buitenland te verkopen. De drempel voor cannabisgebruik zou ook te laag worden. We willen niemand stimuleren om wiet te roken, laat dat duidelijk zijn.

Waarom is registratie zo belangrijk?

Calzada: Ten eerste om het productievolume te controleren. Die mag de vraag niet overstijgen. Ten tweede om aan opvolging te doen. Wie meer dan een gram per dag nodig heeft, is een problematische gebruiker. Die loopt de hele dag suf rond en zal wellicht problemen hebben op het werk of bij het studeren. Die mensen kunnen we informatie aanreiken en voorstellen om een behandeling te volgen. Maar we gaan niemand daar tegen zijn zin toe dwingen. Dat is contraproductief.

Hoe kunt u garanderen dat informatie over geregistreerde cannabisgebruikers niet misbruikt zal worden, bijvoorbeeld bij de aanwerving van ambtenaren?

Calzada: Dat willen we absoluut vermijden. Er zijn mechanismen om gebruikers te registreren en tegelijk hun persoonlijke data te beschermen. De meeste overheidsdiensten, politiediensten en verzekeringsagenten zullen geen toegang krijgen tot die databank. Trouwens, mensen kopen een fles whisky of medicijnen gewoon met hun kredietkaart. Dat wordt ook geregistreerd en daar maakt niemand een probleem van.

Wat betekent de legalisering van marihuana voor de Uruguayaanse schatkist?

Calzada: We rekenen op acht tot twaalf miljoen dollar aan belastinginkomsten op de verkoop. Voor een land met 3,3 miljoen inwoners is dat een significant bedrag. Daarmee zullen we in de eerste plaats investeren in sensibilisering. Begin december start een grootschalige campagne over de risico’s van cannabisgebruik. We maken ook meer geld vrij voor de behandeling van problematische gebruikers.

Ziet u geen contradictie tussen het legaal aanbieden van cannabis en het afraden ervan?

Calzada: Integendeel! Dit ligt perfect in het verlengde van het beleid dat we al jaren voeren met alcohol en tabak. Parallel met cannabis reguleren we nu ook de distributie en consumptie van alcohol. De licentievoorwaarden om alcohol te schenken en om te adverteren worden veel strenger. Maar burgers hebben de vrijheid om die producten te gebruiken. Het is de taak van de overheid om gebruikers te informeren over de gevaren en hen te overtuigen om verantwoord met hun vrijheden om te gaan.

Werkt dat?

Calzada: Ja, heel goed zelfs. In 2005 hebben we op een vergelijkbare manier de tabaksindustrie gereguleerd. Sindsdien is het gebruik bij jongeren gedaald van 32 naar 12 procent.

Raymond Yans, voorzitter van de International Narcotics Control Board (INCB), vreest dat de Uruguayaanse legalisering net ernstige gevolgen zal hebben voor de volksgezondheid, vooral bij de jeugd.

Calzada: Wij zijn ervan overtuigd dat de huidige criminalisering van softdrugs veel schadelijker is voor de volksgezondheid dan het drugsgebruik op zich. In 2012 zijn in Uruguay 82 mensen vermoord in zaken gerelateerd aan de illegale drugshandel. Door de consumptie van marihuana viel geen enkele dode.

Uruguay heeft naar Latijns-Amerikaanse normen lage misdaadcijfers, maar het aantal gewelddadige delicten is in 2011 wel met 32 procent gestegen. Dat is alarmerend. In het misdaadmilieu duiken nieuwe fenomenen zoals huurmoorden op. We willen criminele organisaties de wind uit de zeilen nemen door hen in hun meest lucratieve business op droog zaad te zetten.

Ook het gebruik van harddrugs wordt al jaren gedoogd in Uruguay. Waarom neemt u die ook niet meteen uit handen van de drugsmaffia?

Calzada: We focussen op marihuana omdat die drug de grootste groep gebruikers en de grootste inkomstenbron voor criminelen vertegenwoordigt. Veertien procent van de Uruguayanen tussen de 14 en de 64 jaar gebruikt marihuana, tegenover 1 procent cocaïnegebruikers.

Ook scheiden we cannabis zo van de markt in andere, vaak veel schadelijker drugs. Als gebruikers voor een joint op de reguliere markt terechtkunnen, komen ze minder snel in aanraking met harddrugs. Nu zitten die nog in de zak van dezelfde dealer. Nederland heeft coffeeshops geopend om cannabis van de heroïnemarkt te scheiden. Dat beleid is erg succesvol gebleken. Nederland heeft minder harddrugsgebruikers, drugsdoden en hiv-besmettingen dan de meeste Europese landen.

Ondertussen is ‘nederwiet’ wel haast een harddrug geworden.

Calzada: Dat klopt. Het THC-gehalte (de stof die de high bepaalt, nvdr.) van Nederlandse cannabis bedraagt vaak 20 tot 25 procent. Dat is het resultaat van een erg cynisch drugsbeleid. Gebruikers mogen wiet kopen, maar wanneer de coffeeshop zijn waren moet inslaan, kijkt de overheid de andere kant uit. Producenten blijven in de illegaliteit en streven met hoge THC-waarden naar grotere winstmarges. Wij zullen er strikt op toekijken dat de THC-waarde beperkt blijft tot 5 à 12 procent.

63 procent van de Uruguayaanse bevolking is tegen de hervorming. President Mujica vindt dat jammer, maar wil toch doorgaan met de wet. Is dat verstandig?

Calzada: Op termijn zal de bevolking inzien dat we met dit beleid de juiste keuze maken. Weet u, we zijn op een punt gekomen waar nietsdoen geen optie meer is. Een maatschappij zonder drugs is een utopie. We moeten op zoek naar een nieuwe manier om ermee om te gaan, want de huidige methodes pakken rampzalig uit. Wat zijn de resultaten van vijftig jaar war on drugs? Wereldwijd zitten miljoenen mensen in de cel voor het bezit van minimale hoeveelheden softdrugs, en toch is het aantal gebruikers wereldwijd meer dan verdubbeld. Criminaliseren zorgt dus niet voor minder drugsgebruik, integendeel. Dat weten we al sinds de drooglegging in het Amerika van de jaren twintig, toen alcohol verboden werd. Als mensen een product écht willen, doen ze er alles aan om het te krijgen, komen de louche figuren opzetten en krijg je woekerwinsten.

Met het beruchte Plan Colombia dachten de VS de drugsmaffia in Colombia met ijzeren vuist te verpulveren, maar het enige wat het bereikt heeft, is dat de georganiseerde misdaad is uitgezwermd over de rest van het continent. Dat in onze sloppenwijken jongeren nu aan de cocaïnepasta zitten, is collateral damage van Plan Colombia. Dat is de befaamde ballontheorie. Waar je ook op de ballon drukt, de lucht gaat altijd ergens anders heen. Na een halve eeuw van rampzalige resultaten kiezen wij ervoor om een andere weg in te slaan.

We zijn daarin niet alleen. Ook in Colombia en Guatemala zijn experimenten aan de gang. We kijken naar de ervaringen van Nederland, Portugal en Australië en naar de regulering van opium voor medisch gebruik in India en Turkije. Zelfs in de VS, historisch gezien dé grote pleitbezorger van de war on drugs, experimenteren een twintigtal staten ondertussen met vormen van legalisering.

Uruguay gaat een stap verder, en dat wordt u niet overal in dank afgenomen. Raymond Yans spreekt van een schending van de internationale verdragen.

Calzada: Wij vinden niet dat we raken aan de geest van de akkoorden. Die laten verschillende methodes toe, zolang ze bijdragen aan een oplossing voor de drugsproblematiek en erop gericht zijn de volksgezondheid te verbeteren.

Hoe reageert Europa op de Uruguayaanse plannen?

Calzada: In het begin was er bezorgdheid, maar we hebben regeringen gegarandeerd dat dit beleid Europa niet zal beïnvloeden. Dit wordt geen open markt die commerciële exploitatie toelaat.

Kofi Annan, Javier Solana, ex-regeringsleiders van Brazilië, Mexico, Colombia, Chili, Zwitserland, Portugal, Polen, Griekenland… De lijst met voormalige machthebbers die de afgelopen jaren voor legalisering pleitten, is lang. Toch is president Mujica de eerste die het niet bij grote woorden houdt. Was voor de anderen de electorale druk te zwaar?

Calzada: Dat speelt ongetwijfeld mee. ‘Iemand moet de eerste zijn’, redeneerde Mujica. Dit kon nu of over vijf jaar, maar het proces is onvermijdelijk. Wij hebben ervoor gekozen om het nu te doen en ons vijf jaar langer nodeloos lijden te besparen.

DOOR JAN DE DEKEN IN MONTEVIDEO

‘Elk huishouden mag zes planten hebben voor eigen consumptie. En wie niet zelf wil kweken, kan in de apotheek terecht.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content