Jan Delvaux
Jan Delvaux Belpopkenner

Massive Attack. Nieuwsgierig naar het vervolg.

Op 4 mei 1967 stond “Purple haze” van de Jimi Hendrix Experience op de derde plaats van de Britse hitparade. Jammer dat onze ouders ons dat nooit verteld hebben. Het bewijst namelijk dat belangrijke muziek niet te stuiten valt. Wat de ene week nog ongehoord lijkt, kan de volgende al in de hitparade staan. Zo verging het Kraftwerk met “Autobahn” (1975). En het overkwam Nirvana met “Smells like teen spirit” (1991). Kunst is op haar krachtigst als ze evident is. Als er geen woorden aan te pas moeten komen.

Muziek behoort op dat vlak tot de krachtigste gifsoorten. Het mooie is dat de makers van breuklijnen zelden of nooit iets voelen aankomen. De verklaringen komen altijd achteraf. Pas bij de terugblik wordt bijvoorbeeld duidelijk hoe zwaar de geluidsmuur is die Massive Attack heeft neergehaald met “Blue lines” (1991). Voor het eerst in zeer lange tijd was er weer het gevoel dat alles mogelijk is in popmuziek. Het trio uit de Britse havenstad Bristol haalde een broeierige kakofonie van zwart en blank, pop en soul en liefde en haat boven, die op het einde van de twintigste eeuw zat te wachten. Niemand heeft het nog nagedaan.

De heren zijn een stuk stamboom van een speeltuin die ook de talenten van Neneh Cherry, Tricky en topproducer Nellee Hooper aan de oppervlakte bracht. Bij The Wild Bunch werd gezocht naar het middelpunt van reggae, dub, ska en new wave. Hiphop sloot de rij en wees de weg. Een concert van rapper Kurtis Blow was het bewijs dat men ook kan musiceren buiten het stramien van een rockgroep. De man had genoeg aan een microfoon en een d.j. om indruk te maken.

Massive Attack kiest voor de rol van regisseur. De groep opereert achter de feitelijke actie en zoekt zijn hoofdrolspelers in functie van het resultaat. Dat hadden verlichte eenzaten als Phil Spector of Lee Perry haar wel voorgedaan maar de drie schrapten de fouten. Door in roedelvorm te werken, verkleinen ze de kans om verslaafd te raken aan muziek en verzaken ze gemakkelijker aan de verleiding om God te willen spelen.

COMPOST

“Decennialang hebben de briljantste componisten de schitterendste nummers geschreven voor de prachtigste stemmen. Het resultaat was op zijn best als die stemmen zwarte vrouwen waren”, schrijft de eminente Britse columniste Julie Burchill in haar eigen opinieblad The Modern Review. “Alleen kregen die vrouwen nooit een bronvermelding voor hun cruciale inbreng. Op “Blue lines” schonk Shara Nelson ook mee het leven aan de drie nummers die ze op dat album zingt.”

Massive Attack slaagt er ook in om de toekomst spannend te houden. Het trio belijdt de cultus van manana in een wereld die het liefst elke week wil vervellen. Door de tijd te negeren, blijven ze uit de greep ervan. Paradoxaal genoeg gaan ze daarbij almaar verder in hun eigen muzikale verledens terug. Op het nieuwe “Mezzanine” is de groep bij het einde van de jaren zeventig aangekomen. In “Man next door” zit een sample van The Cure en twee composities worden ingezongen door Liz Fraser van Cocteau Twins. Het is een terugkeer naar de tijd dat ze in volle bewondering stonden voor de manier waarop een groep als The Clash punk en reggae vermengde. Hoewel zo’n combinatie van felle gitaren en slome dansmuziek niet meer is dan een logische stap, weten ze die toch als een geniale vondst te presenteren.

Het spel van schijnbewegingen en vermommingen is schier oneindig. Zo komt men al snel proefondervindelijk aan de weet dat “Mezzanine” gemaakt is om in alle omstandigheden te beluisteren. Luid is het alsof je hoog op een olifant door een feestende stad vol voetzoekers en vuurwerk wandelt. Zacht wiegt “Mezzanine” oude oma’s in slaap.

En laat nu net het somberste album uit een donkere rij het hoogste pepgehalte hebben. Het is opnieuw de logica zelf. Massive Attack is immers geen meesterplan maar een broeinest van angsten en spanningen. Losse ideeën worden het compost voor flarden van zwaar bevochten nummers. Het onderlinge opbod doet de vulkaan alsmaar feller spuwen.

Die manier van werken laat ook ruimte voor honger. De groep wekt de indruk dat ze nog maar de helft van haar vlottende activa heeft aangeboord. En vermoedelijk is dat ook zo. Na de klassieke opener had “Protection” (1994) wat van een ereronde. Het was net iets te veel van hetzelfde. “Mezzanine” is dan weer de ruige debuutplaat die men voor “Blue lines” zou verwachten. Ze drukt zich door als een verplicht nummer maar blijft tegelijkertijd ook een stuk ruwbouw. “De nieuwsgierigheid naar het vervolg is wat ons bij elkaar houdt”, zegt Robert del Naja in het Franse Les Inrockuptibles. Het bindt ook de buitenwacht.

Massive Attack “Mezzanine” (WBRCD 4 7243 8 45599 2 2/Circa).

Op vrijdag 5 juni speelt Massive Attack in Vorst Nationaal. Inlichtingen: 0900/00991.

Jan Delvaux

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content