‘DE VS MOGEN ONS NIET DE RUG TOEKEREN’

MARTIN SCHULZ 'Deze verkiezingen zijn een grote stap naar meer transparantie. Tot nu toe hadden de burgers toch de indruk dat het in Brussel één groot gekonkel is.' © ALBERTO DI LOLLI

Martin Schulz, de Duitse voorzitter van het Europees Parlement, wordt het boegbeeld van de socialisten bij de Europese verkiezingen op 25 mei 2014. Dat heeft zijn partij vorige week bekendgemaakt. Schulz maakt grote kans om José Manuel Barroso op te volgen als voorzitter van de Europese Commissie.

Behalve verkiezingen voor het Europees Parlement staan er in 2014 ook een aantal topbenoemingen op het programma. Onder meer voor Herman Van Rompuy, voorzitter van de Europese Raad, en Catherine Ashton, de Hoge Vertegenwoordiger voor het Buitenlands Beleid, moet een opvolger worden gevonden. Nog belangrijker wordt de keuze van de man of vrouw die José Manuel Barroso zal aflossen als voorzitter van de Europese Commissie. Voor het eerst krijgt het Europees Parlement daarbij een doorslaggevende rol. Tot nu toe was de benoeming van de Commissievoorzitter louter een zaak van de 28 staatshoofden en regeringsleiders in de Europese Raad. Maar volgens de Lissabonakkoorden moet die Raad bij haar keuze van een kandidaat-voorzitter voortaan rekening houden met de uitslag van de verkiezingen en de samenstelling van het Europees Parlement. Het is met andere woorden de bedoeling dat de kandidaat van de grootste fractie in dat nieuwe parlement wordt voorgedragen als kandidaat-voorzitter van de Europese Commissie. Die moet vervolgens een meerderheid in het Europees Parlement achter zich weten te krijgen.

Het is evenwel de vraag of het ook werkelijk zo zal lopen. De Duitse bondskanselier Angela Merkel heeft onlangs laten weten dat de Commissievoorzitter wat haar betreft niet noodzakelijk uit de grootste Europese fractie dient te komen. De algemene verwachting is dat de Europese Volkspartij (EVP) na 25 mei 2014 die grootste fractie zal leveren. Velen zien de uitspraak van Merkel dan ook als een manoeuvre om de kansen van haar landgenoot Martin Schulz gaaf te houden. De huidige voorzitter van het Europees Parlement wordt bij de verkiezingen het boegbeeld van de Partij van de Europese Sociaaldemocraten (PES) en is kandidaat om Barroso op te volgen aan het hoofd van de Europese Commissie.

U wordt de topkandidaat van de Europese sociaaldemocraten bij de Europese verkiezingen in mei volgend jaar. Waaruit leidt u af daardoor automatisch kandidaat te zijn voor het ambt van Commissievoorzitter?

Martin Schulz: Het verdrag van Lissabon voorziet in een versterkte rol van het Europees Parlement bij de verkiezing van de Commissievoorzitter. Vandaar hebben alle Europese partijen besloten ieder één topkandidaat naar voren te schuiven.

Het laat zich aanzien dat er geen duidelijke overwinnaar zal zijn. De twee grote kampen, de Europese Volkspartij en de Partij van de Europese Sociaaldemocraten, zullen zowat gelijk liggen. Dat zal leiden tot het gebruikelijke onderhandelingsgesjacher, dat de kiezers nog sterker van Brussel vervreemdt.

Schulz: Wanneer in Duitsland een partij in de Bondsdag de sterkste kracht wordt, maar geen meerderheid heeft, dan zoekt ze een coalitiepartner. In Oostenrijk was Wolfgang Schüssel zeven jaar lang bondskanselier, hoewel zijn partij slechts de derde fractie was in het parlement. Dat is geen gesjacher, maar het resultaat van een doodnormale democratische wilsvorming.

U zult dus na de verkiezingen proberen om een alliantie te smeden met andere fracties. Dan gaat u naar Raadsvoorzitter Herman Van Rompuy en zegt hem: ‘Ik heb een meerderheid, om mij kan niemand heen’?

Schulz: Ik zal zeer zeker niet naar meneer Van Rompuy gaan. De fractievoorzitters zullen samen zitten en zich een mening vormen. En wanneer Van Rompuy dan de fractievoorzitters raadpleegt, zullen ze hem een naam noemen. Dat is het nieuwe aan het verdrag van Lissabon. Voor het eerst in de geschiedenis van de EU moeten de staatshoofden en regeringsleiders nagaan welke kandidaat een meerderheid heeft in het parlement.

Bij de conservatieven ziet men die samenhang tussen verkiezingen, topkandidaat en het ambt van Commissie-voorzitter niet zo eng. Raadsvoorzitter Van Rompuy en bondskanselier Angela Merkel hebben alsnog grote moeite om een gemeenschappelijke EVP-kandidaat te vinden.

Schulz: Ik ken die discussie. Maar het was de EVP die in 2004 en 2009 José Manuel Barroso als haar kandidaat presenteerde én er zich op beriep als sterkste kracht uit de verkiezingen te zijn gekomen. Ik was toen fractievoorzitter van de sociaaldemocraten en herinner me nog goed de gesprekken met de EVP, waar we ten slotte…

… door de knieën zijn gegaan.

Schulz: We hebben een goed compromis gevonden! We hebben van Barroso verstrekkende parlementaire toe- gevingen afgedwongen. We hebben in 2009 gezegd dat we hem alleen zouden aanvaarden als hij ons in ruil garandeerde dat initiatieven van het parlement als voorstel van de Commissie zouden worden geïntroduceerd in de Europese wetgeving. Daardoor hebben we ons verzekerd van rechten die we formeel als parlement niet hebben.

Spiegelt u de kiezers niet iets voor als u zichzelf aanbeveelt als een topkandidaat voor het ambt van regeringschef? De Commissie is toch helemaal niet de regering van de EU?

Schulz: De Commissie is zeker geen regering in de gebruikelijke betekenis, maar het is ook niet zo, als de vroegere Franse president Nicolas Sarkozy ooit zei: ‘De Europese regering, dat zijn Angela en ik.’ De Europese Commissie is meer dan een administratie. Ze is een belangrijke speler op de nationale en Europese scène. Daaruit moet men de nodige consequenties trekken en ze volledig parlementair verankeren.

Een verkiezingsstrijd in 28 landen, hoe kan dat functioneren?

Schulz: Het concept zal aanleunen bij dat van de nationale verkiezingen. Er zullen affiches zijn waarop de topkandidaat te zien is, en manifestaties in openbare ruimten waar ik zal optreden.

In welke taal?

Schulz: Ik spreek Duits, Frans en Engels, in andere landen zullen we tolken inzetten.

Zullen er televisieduels zijn?

Schulz: Wat mij betreft, graag. Er worden al gesprekken over gevoerd.

Met welk programma wilt u aantreden? Tussen een Deense sociaaldemocraat en een Franse socialist bestaan behoorlijk wat verschillen.

Schulz: Ik weet niet hoe u tot die conclusie komt. Een Deense sociaaldemocraat en een Franse socialist kunnen het op minstens drie punten eens zijn. Eén: wij zijn het rijkste continent ter wereld met een extreem onrechtvaardige verdeling van de rijkdom. Daarom zullen we ervoor vechten dat degenen die enorme winsten maken ook passend worden belast. Twee: de jeugdwerkloosheid verstoort onze maatschappij. We moeten de opleidingskansen verbeteren en de kredietcrisis uit de wereld helpen. Drie: de Europese organen moeten zich niet bemoeien met elk detail van de nationale politiek. De EU moet zich concentreren op de grote vragen, zoals de strijd tegen de klimaatverandering, de internationale handelsstromen, het stimuleren van sleuteltechnologieën in Europa, de migratieproblemen of de strijd tegen de georganiseerde misdaad.

Wie zou u het liefst zien als uw tegenstander bij de EVP?

Schulz: Ik heb geen favoriete tegenstander. Maar ik hoop dat de EVP een sterke kandidaat opstelt die over heel Europa bekend is. Tot nu toe hadden de burgers toch de indruk dat het in Brussel één groot gekonkel is. De concurrentie van topkandidaten is niet alleen een grote stap naar meer transparantie, het is ook een nieuwe fase in de Europese democratie. Hoe geloofwaardiger de kandidaten zijn, des te groter zal ook de deelname aan de verkiezingen zijn, bij voorkeur duidelijk boven de vijftig procent.

Is een Duitser aan het hoofd van de Commissie wel in het voordeel van Angela Merkel? Berlijn krijgt sowieso al het verwijt heel Europa te domineren.

Schulz: Dat moet u aan de bondskanselier vragen. Ik streef als Europeaan uit Duitsland naar een democratische meerderheid. Ik ben er ook van overtuigd dat men mij gelooft.

Tijdens de Eurocrisis heeft de Europese Raad aanzienlijk aan macht gewonnen tegenover de Commissie. De zittende Commissievoorzitter José Manuel Barroso vergeleek zijn job ooit met die van een luchtverkeersleider, die voortdurend bezig is om crashes te vermijden. Waarom wilt u zichzelf dat aandoen?

Schulz: De EU bestaat uit twee polen: de 28 soevereine staten, en de gemeenschappelijke instellingen met eigen competenties en strategieën. Tussen die polen moet er een evenwicht bestaan. Dat is momenteel verstoord. Het is de taak van de Commissie om die balans te herstellen.

Elke lidstaat stuurt een commissaris, en veel commissarissen vertegenwoordigen niet in de laatste plaats nationale belangen. Is de Commissie in die omstandigheden wel te besturen?

Schulz: Een Commissievoorzitter met een brede parlementaire ruggensteun en het vertrouwen van de regeringsleiders kan die coördinerende functie waarnemen. Hoe groter de verkiezingsdeelname, des te sterker hij is. Daarom zal ik intensief het vertrouwen trachten te winnen van de 390 miljoen kiezers. Overigens deel ik uw mening niet: er bestaan zeker commissarissen die zich gedragen als vertegenwoordigers van hun land. Maar dat is een minderheid.

Moet de Commissie niet inkrimpen? De vroegere Luxemburgse voorzitter Jacques Santer zei al dat de Commissie minder dingen moest doen, maar wel beter.

Schulz: Het verdrag van Lissabon gaat uit van een kleinere Commissie, en daar ben ik het volledig mee eens. Jammer genoeg hebben de staatshoofden en regeringsleiders op de Europese top in mei anders beslist. Daar moeten ze dan ook de verantwoordelijkheid voor dragen. Wat mij betreft zou een kleinere Commissie duidelijk efficiënter zijn.

Waar moet de Commissie nog afslanken?

Schulz: We moeten dringend uitzoeken welke taken terecht bij de Commissie zitten en welke niet. De grondregel moet zijn: we denken niet in de eerste plaats na over wat we kunnen doen maar over wat we kunnen laten, omdat anderen het doen, en wel beter. We moeten er weer aan herinneren dat het subsidiariteitsprincipe geldend Europees recht is. Eenvoudiger gezegd: de dingen moeten zo dicht mogelijk bij de regio’s en de burgers worden beslist.

Alle Commissievoorzitters voerden het thema hervorming en herstructurering in het vaandel en liepen vervolgens tegen de muur. Waarom zou het bij u anders zijn?

Schulz: Als we erin slagen om daarvoor bij de Europese verkiezingen in het parlement een meerderheid te organiseren, is deze koerswijziging niet zomaar een bestuurshervorming maar de uitdrukking van de politieke wil van de mensen in Europa.

Met het verdrag van Lissabon moest ook de buitenlandse politiek van de EU worden versterkt. Daarvoor werd de baan van Hoge Vertegenwoordiger gecreëerd. De realiteit ziet er evenwel anders uit: in bijna alle buitenlandse politieke kwesties treden de Europeanen verdeeld op.

Schulz: Dat is een probleem dat ons bij de huidige NSA-affaire zuur opbreekt. Wij Europeanen moeten begrijpen dat de Amerikanen ons enkel serieus nemen als we eensgezind optreden. Anders spelen ze ons tegen elkaar uit.

Moet de EU de verhouding met de VS opnieuw definiëren?

Schulz: Zo ver zou ik niet gaan. Wij Europeanen zouden ons even moeten bezinnen en zorgen dat we opnieuw op voet van gelijkheid komen met de Amerikanen. Daarvoor hebben we ook bij de digitale sleuteltechnologieën eigen standaarden en technologieën nodig. Dat is een Europees project waarbij het ook gaat om de verdedi-ging van ons democratisch en sociaal maatschappijmodel.

Moeten de onderhandelingen met de Amerikanen over een vrijhandelszone worden afgebroken?

Schulz: Datzou verkeerd zijn, vind ik. We moeten een pauze inlassen. De VS verschenen niet op de laatste onderhandelingsronde…

… vanwege de ‘shutdown’ van de Amerikaanse regering.

Schulz: Ik vind de shutdown een zwakker argument om niet te verschijnen dan het bespieden van Europese burgers en regeringsleiders. Daarom zouden wij Europeanen moeten nadenken hoe we onderhandelen met een partner die alles weet wat wij tevoren intern hebben afgesproken. Je kunt niet op gelijke voet onderhandelen als er tegelijkertijd systematisch economische spionage wordt bedreven. We moeten de VS zeggen dat we nooit een meerderheid krijgen voor een vrijhandelsakkoord als ze zelf alle tegenargumenten vrij spel geven. Ik acht het evenwel dringend geraden om onze verhouding met de VS niet te beperken tot het NSA-probleem.

Waarvoor bent u bang?

Schulz: Dat de Amerikanen hun trans-Atlantische partners de rug zouden toekeren. De uitspraak van Obama: ‘We are a Pacific nation’ (‘We behoren tot de landen rond de Stille Oceaan’) was voor mij een alarmsignaal. Daarom waren de onderhandelingen voor een vrijhandelsakkoord een positief teken.

Hoe kan men onderhandelen met een partner die in Washington blijkbaar afluisterapparatuur in EU-instellingen plaatste?

Schulz: Ik heb de ambassadeur in Berlijn en Brussel gevraagd waarom ze in mijn kantoor, dus het kantoor van het Europees Parlement in Washington, afluisterapparatuur plaatsen. De ambassadeur in Brussel zei: ‘Ik weet het niet.’ Ik geloof hem zelfs. Ik geloof dat er hoge regeringsinstanties zijn in de VS die niet weten wat hun geheime diensten doen.

Hoe competent zijn dan de partners met wie u onderhandelt?

Schulz: Dat ze niet weten wat hun diensten doen, is het gedeelde lot van regeringsinstanties in Amerika én Europa. Dat is toch de andere dimensie van dat NSA-schandaal: dat geheime diensten daar een netwerk hebben opgebouwd dat zich blijkbaar onttrekt aan de controle door regeringen en parlementen. Dat is een alar-merend signaal.

© Der Spiegel

‘De Europese organen moeten zich niet bemoeien met elk detail van de nationale politiek.’

‘Een kleinere Europese Commissie zou duidelijk efficiënter zijn.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content