Hubert van Humbeeck

Het was VLD-voorzitter Guy Verhofstadt vorige week dan toch te veel. Terug van een kerstvakantie in zijn geliefde Toscane kreeg hij in Brussel meteen te maken met weer een brandje in zijn partij – de vorige smeulden nog allemaal na. In een gesprek met een krant wees ex-penningmeester en senator Leo Goovaerts op de, volgens hem, nog altijd hoge graad aan thatcherisme in het gedachtegoed van zijn voorzitter en dat kostte hem na ampel beraad van de inner circle van de partij de kop.

Ter herinnering: het was de vergelijking van Verhofstadt met de voormalige ijzeren dame uit Londen, Margaret Thatcher, die wijlen ACV-baas Jef Houthuys inspireerde tot de uitspraak dat er met da joenk geen land te bezeilen viel. En die de liberalen in de oppositie dreef, waaruit ze sindsdien vergeefs proberen weg te geraken.

Goovaerts miskende met zijn uitspraak de inspanningen die de VLD de voorbije jaren leverde om haar ideeën te schoeien op de leest van de jaren negentig. Er werden zo, bijvoorbeeld, gesprekken opgezet met de sociale organisaties om het wantrouwen weg te nemen dat in die kring ten tijde van het radicaal liberalisme ten aanzien van Verhofstadt en de zijnen was gegroeid. Zoiets vraagt een geduldige uitleg en de nodige tijd om opnieuw een fundament te vinden – dat met meer gemak snel weer de bodem kan worden ingeslagen.

Het is bijzonder ongewoon dat een zo emiment lid van een partij zo smadelijk wordt weggestuurd. Toch zou het incident met Leo Goovaerts niet zoveel inkt waard zijn, ware het niet dat het gevolg voorspelbaar was. Verhofstadt had die dag uitgetrokken voor een betoog over ethiek in de politiek, en de conclusies die de SP volgens hem uit het Agusta-arrest moet trekken. De rel met de ex-penningmeester haalde alle voorpagina’s, voor wat de voorzitter wou zeggen, was er veel minder aandacht. Hij had zich bijna de moeite kunnen besparen.

Het is het verhaal van de VLD, sinds Verhofstadt na de verkiezingen van 1995 ontgoocheld ontslag nam omdat de partij, zijn geesteskind, er niet in geslaagd was om de meerderheid van christen-democraten en socialisten te breken. De partij trad daarvoor naar buiten als een gestroomlijnd apparaat, met één boodschap en één boodschapper. Vooral de voorbije maanden lijkt het alsof alle VLD’ers nog alleen boodschapper willen spelen van zichzelf. Het schip dreef nog slechts op het talent van deze of gene, die zich in dit of dat dossier hadden vastgebeten. De onverwachte Marc Verwilghen en zijn Dutroux-commissie, Verhofstadt zelf in de Rwanda-affaire, een Karel De Gucht in de Vlaamse Raad.

Liberalen passen per definitie zelden in de strakke organisatie van sommige andere formaties. Een partij die opkomt voor de mondige burger kan zijn mandatarissen ook moeilijk in een keurslijf steken. Maar in het verbale gewemel rond Verwilghen, Ward Beysen, Willy De Clercq en Leo Goovaerts – een greep uit het recente verleden – wordt niet meer gehoord wat de VLD zelf vertelt. De politieke soap die de acteurs daar opvoeren, gaat er namelijk altijd lekkerder in.

Precies vijf maanden voor de verkiezingen moet dat zorgen baren, en niet alleen in het blauwe hoofdkwartier. Met dat voortdurende gehakketak verliest de VLD veel van de sérieux die nodig is, wil ze een valabel alternatief zijn voor het bestuur. Ze is het als het ware aan haar status verplicht om de oppositie te belichamen.

Guy Verhofstadt hoopt dat hij zijn partij na de forse ingreep van vorige week weer goed in handen heeft. De nadrukkelijke verklaring van CVP-voorzitter Marc Van Peel dat hij met betrekking tot de volgende coalitie de handen vrij houdt, laat het liberale vuur weer oplaaien. De christen-democraten incasseren intussen wel rustig de winst van het Belgische en vooral Vlaamse economische succes. De SP van haar kant levert, noch min noch meer, een strijd om de lippen boven water te houden. Ze zal zich daarbij in de eerste plaats opnieuw tegen de VLD keren.

Meer dan twee decennia geleden al riep Willy De Clercq vertwijfeld uit dat de CVP altijd maar te kiezen heeft met wie ze naar bed wil, met de liberalen of met de socialisten. Maar op 13 juni mag Jean-Luc Dehaene toch weer als jeune premier naar het bal van de verkiezingen.

Hubert van Humbeeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content