De VLD heeft vele slechte vrienden en vijanden ter rechterzijde. Maar noch in de Wetstraat 16 noch in de Melsensstraat laten ze zich intimideren.

Sinds het aantreden van de paars-groene regeringen is er ter rechterzijde van de VLD een soort samizdat gegroeid. Een bont legertje van misnoegden, van nature donkerblauwen en rechts conservatieven, neemt maar wat graag de stelling van de SP over dat dit land ‘de meest linkse regering in twintig jaar’ heeft.

Sommige misnoegden hebben economisch zeer liberale en maatschappelijk eerder conservatieve standpunten; zij hadden voor 13 juni hun hoop gevestigd op een oranje-blauwe coalitie. Andere ontevredenen, zoals Aimé Desimpel (VLD), zijn misschien wel een beetje rancuneus wegens de misgelopen ministerportefeuille, maar toch ook oprecht beducht voor de electorale weerslag van die ‘verlinksing’. Nog anderen, meestal niet-VLD’ers, spreken met leedvermaak over ‘de historische fout’ van Guy Verhofstadt. Ze hopen daarmee blauwe twijfelaars af te snoepen.

In dat bonte legertje speelt ook nog een divisie mee die ooit – in de vroege jaren negentig – veel verwacht heeft van Guy Verhofstadt. Toen die in 1988 uit de regering werd gezet, geloofde hij aanvankelijk dat een rechtse verruimingsoperatie hem terug naar de macht zou leiden. Het kleurde fel zijn eerste aanvallen op de vakbonden. Met instemming citeerde hij in die tijd uit de teksten van Alexandra Colen over onderwijs en sociale zekerheid. Colen was toen nog niet bij het Vlaams Blok. In rechtse kringen bouwde ze zich wel een stevige reputatie aan de zijde van haar echtgenoot en Forza Flandria-promotor Paul Belien.

In die kringen omarmden velen Verhofstadt als wegbereider voor een rechts-liberaal Vlaanderen. Ze schreven over hun dromen in obscure rechtse blaadjes, rechts-conservatieve nieuwsbrieven als Nucleus en in het meer gereputeerde weekblad Trends. Het is in diezelfde organen dat sinds 13 juni de ‘verlinksing’ van Verhofstadt gelaakt of betreurd wordt.

VLD NEEMT BOKSHANDSCHOEN OP

Verhofstadt heeft dat rechtse pad vrij snel verlaten. Dit stukje voorgeschiedenis blijft evenwel interessant om het geroezemoes vandaag te interpreteren. En vooral, het helpt ook de strategie van het Vlaams Blok ten aanzien van de VLD beter te begrijpen.

Wellicht niet toevallig dook vorige week het gerucht op dat Verhofstadt in zijn Forza Flandria-dagen ook Gerolf Annemans zou hebben gepolst als potentieel verruimer voor de op te richten VLD. Medestanders van de premier vandaag achten het niet uitgesloten dat er ‘buiten zijn medeweten’ contacten geweest zijn tussen de ‘slechte vrienden’ die hem toen omringden en Annemans. Wie Verhofstadt vandaag kent, weet dat zijn houding tegenover extreem-rechts intussen minstens zo principieel is als die van VLD-voorzitter Karel De Gucht.

Die laatste is overigens geschrokken van de openheid, ja zelfs lompheid waarmee het Vlaams Blok zijn strategie voor de volgende verkiezingen etaleert. Op de nieuwjaarsreceptie zeiden de extreem-rechtse kopstukken onomwonden dat de VLD hun schietschijf wordt. Her en der bieden ze gratis lidmaatschapskaarten aan voor wie van de VLD komt. En de partij voedt ook mee de samizdat, zoals Alexandra Colen ooit via briefschrijfacties verwarring trachtte te zaaien bij de CVP.

Het Blok zoekt ook subtiel naar elk programmapunt waarvan het hoopt dat het de blauwe achterban kan verdelen. Zo het ideetje om de horeca-BTW te verlagen. Van vroeger al dateert de poging om de VLD op het thema van ordehandhaving uit elkaar te spelen.

Het is wel zeker dat dit lokaas op z’n minst in vele lokale VLD-geesten verwarring zaait, zoals ook de regularisatie van illegalen, de versoepeling van de naturalisatie en de te bescheiden belastingverlaging hoofdschuddend wordt becommentarieerd. Maar in de Melsensstraat en op de kabinetten van de regeringsleiders Verhofstadt en Dewael houden ze het hoofd koel. Daar wordt een onderscheid gemaakt tussen het eigen kader, vooral in de lokale besturen, en de historische kern van VLD-leden enerzijds en het electoraat dat op 13 juni voor de doorbraak zorgde anderzijds. De VLD is de VLD niet meer, luidt het. En behalve de eigen rechtervleugel, verkijkt ook het Vlaams Blok zich daarop.

Misschien is het wishful thinking en heeft de VLD geen andere keuze wegens de regeringsdeelname. Maar De Gucht maakt zich sterk dat de toekomst van zijn partij ligt bij een nieuwe generatie van ontzuilde kiezers die moeiteloos een liberale ingesteldheid weten te verzoenen met een maatschappelijk progressief gedachtegoed. Dat zou ook het profiel zijn van de nieuwe leden die zich sinds 13 juni aandienen. In dat model is geen plaats voor een dubbelzinnige houding tegenover extreem-rechts.

Het gevolg van die analyse is dat wie in de VLD meent de rechtervleugel te moeten sussen met gespierde uitspraken, zoals kamerfractieleider Hugo Coveliers, door De Gucht op zijn nummer wordt gezet. De Melsensstraat acht het wijzer en dus electoraal lonender om het verondersteld nieuwe liberale publiek niet tegen de borst te stuiten.

Vooral in de kamerfractie deelt niet iedereen die analyse. ‘Hugo Coveliers staat niet alleen’, zegt Mechels VLD-kamerlid Bart Somers. ‘Hij vertolkt wel degelijk een breed gevoel dat leeft in de partij die zich heeft geëngageerd in een veiligheidsplan en behalve voor de regularisatie ook voor de uitwijzing van illegalen. Waar het in de VLD de afgelopen maanden helaas aan ontbrak, is een gecoördineerd optreden. De SP en Agalev slagen er veel beter in om zich als groep te profileren vanuit de regering. Coveliers spreekt als het hem zint, en daardoor wekt hij de indruk dat het om persoonlijke, losse flodders gaat. Quod non. Karel zou hier wat minder de spits en wat meer de spelverdeler moeten spelen.’

Somers meent dat er voor de VLD nog altijd veel potentieel ligt bij ‘verdwaalde CVP-kiezers’. Dat gaat dan om kiezers die gecharmeerd zijn van het liberaal economisch programma, vooral zelfstandigen. ‘Daarnaast zijn er vooral in de steden ex-CVP’ers die de stap naar het Blok te groot vonden, en die voor onze deur bleven hangen. Dat hebben we onder meer te danken aan het gespierde veiligheidsplan waarmee we voor 13 juni al uitpakten. Die kiezers zitten nog altijd op een hellend vlak. Daarom mogen we de verwachting die we gecreëerd hebben nu niet beschamen. Dus moet je dat aspect ook krachtig blijven communiceren naar die groep kiezers.’

RIK DAEMS OVERSPEELT ZIJN HAND (BIS)

Verhofstadt heeft nog andere slechte vrienden die in alle discretie uitgeschakeld worden. Vrienden voor wie de ideologie pas op de tweede plaats komt, na de berekening van de eigen machtspositie. Nu en dan vangt de buitenwereld daar een glimp van op. Zo toen De Morgen onlangs de hand kon leggen op een persoonlijke nota van een kabinetsmedewerker van minister van Telecommunicatie Rik Daems (VLD). Auteur was Randall Lesaffer. In die nota geen woord over programma of inhoud, wel een vrij indringende analyse van de huidige en toekomstige posities van de topvijf in de partij (Verhofstadt, Dewael, Marc Verwilghen, De Gucht en Daems). Samengevat komt het erop neer dat Rik Daems de man van de toekomst blijft. De minister zelf heeft Lesaffers nota gelezen. Een beetje geflatteerd wellicht, maar toch ook vooral verveeld. Zeker toen de nota uitlekte.

Lesaffers hoofd werd op tafel gezet. Net zoals dat van Leo Goovaerts een jaar geleden. Er is een verband. Randall Lesaffer voerde eind 1998 samen met Boudewijn Bouckaert, Patricia Ceyssens, de Antwerpenaar Ludo Van Campenhout en Rik Daems zelve de pen van de tekst voor het ideologisch congres van het Liberaal Vlaams Verbond (LVV). Die tekst, Liberalisme, een uitdaging in de 21ste eeuw, brak een lans voor het ‘zorgzaam liberalisme’.

Eind 1998, toen er volop gespeculeerd werd over het post-Verhofstadt-tijdperk (ervan uitgaande dat de VLD op 13 juni wel eens opnieuw zou kunnen verliezen), zagen enkele liberalen in die tekst vooral een uitdaging voor hun eigen carrière. Daems vond van zichzelf dat hij van alle veertigers in de partij het minst ‘geschonden’ uit een eventuele nederlaag voor de VLD zou komen. Met graagte zette hij ook de prominente aanwezigheid van Marc Verwilghen op het LVV-congres in de verf. Het conflict tussen Verwilghen en Verhofstadt over de eerste plaats op de senaatslijst was nog maar net achter de rug.

In diezelfde dagen legde Leo Goovaerts de kaarten wel zeer open en bloot op tafel toen hij in een krant zei dat dit LVV-manifest een waardig alternatief was voor de VLD na Verhofstadt. En de ideale man om dat te dragen was… Juist. Daems wellicht geflatteerd, maar toch ook verveeld met zoveel lof. Voor Verhofstadt was de maat vol. Hij stelde ieder lid van het partijbureau voor de keuze: hem of Goovaerts, zijn project of dat van het LVV-congres. De keuze was snel gemaakt. Daems stapte nietsvermoedend naar de vergadering van het partijbestuur en kreeg daar als ondervoorzitter de hamer in de hand geduwd. Hij mocht Goovaerts uit de partij zetten.

Het is geen toeval dat Daems enkele maanden later naast Begroting of Financiën greep. Meer nog, het besef dat Daems gestraft is, leeft ook op het kabinet zelf: dat bewijst de kwalificatie ‘vice premier sans titre’ in Lesaffers nota. Goed, Rik Daems heeft zich achtereenvolgens gedistantieerd van Leo Goovaerts en zeker van Randall Lesaffer. Maar hij kwam tegelijkertijd twee keer heel dicht bij het vuur. ‘Dicht bij het vuur?’, lacht een vooraanstaande VLD’er. ‘Rik heeft tot twee keer toe zijn vingers verbrand. Hoe groter zijn obsessie om de nummer één van de VLD te worden, hoe verder hij van zijn doel verwijderd raakt.’

Filip Rogiers

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content