Hubert van Humbeeck

Vier maanden voor het begin van de Olympische Spelen in Peking neemt de roep om een boycot toe.

Jacques Rogge heeft een probleem. De voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité (IOC) riep de Chinese autoriteiten vorig weekend in Peking op om snel een vreedzame oplossing te zoeken voor het conflict rond het door China aangehechte Tibet. Tot voor kort was zijn belangrijkste zorg de kwaliteit van de lucht in Peking tijdens de wedstrijden. Nu wordt hij met een roep om een boycot van de Spelen geconfronteerd. Zelf gelooft hij daar nog altijd niet in. Maar zijn oproep aan het adres van de Chinese leiders ging verder dan voor zijn doen gebruikelijk is.

Hij had ook weinig keuze. De plechtigheid waarbij de olympische fakkel in Griekenland werd ontstoken, werd door demonstranten verstoord. De passage van de fakkel in Londen – waar in 2012 de volgende Olympische Spelen plaatsvinden – verliep in de grootste chaos. In Parijs werd een hele politiemacht op de been gebracht om de lopers met de fakkel te beschermen. Het mocht niet baten: de druk van manifestanten was zo groot, dat vertegenwoordigers van het IOC de vlam doofden en de fakkel uit voorzorg in veiligheid brachten. De Chinese overheid spreekt over sabotage. Maar het beeld van de fakkellopers in Londen, tussen een haag van Chinese veiligheidsagenten in trainingspak, was niet zeer verheffend.

Van Parijs reisde de fakkel naar San Francisco in de Ver-enigde Staten. Het IOC hoopt dat het protest daar luwt – het klonk toch vooral in Europa erg luid. De Verenigde Staten schrapten de Chinese Volksrepubliek enkele weken geleden zelfs van hun lijst met de grofste schenders van de mensenrechten.

Net zoals de Amerikanen hadden ook de Chinezen het Tibetaanse verzet niet zien aankomen. Als om te bewijzen dat ze de kritiek op hun mensenrechtenpolitiek niet zeer ernstig nemen, stuurden ze mensenrechtenactivist Hu Jia twee weken geleden nog voor 3,5 jaar naar de cel wegens ‘subversie’. In het weekblad Der Spiegel veegt de voorzitter van de onafhankelijke Chinese PEN-clubs Liu Xiaobo de vloer aan met het excuus dat de Spelen niets met politiek te maken hebben. ‘Ze zijn voor de partij de belangrijkste gebeurtenis van het jaar. De partijleiders willen het nieuwe China aan de wereld presenteren, en tegelijk aan het volk bewijzen hoe sterk ze wel staan. Aan de toestand van de mensenrechten hebben ze nog niets veranderd.’ Maar ook Liu Xiaobo vindt een boycot geen goede oplossing. ‘Het regime is wel degelijk gevoelig voor druk uit het buitenland. Als de Spelen worden geboycot, valt die druk weg en zijn we nog slechter af.’

Ondertussen heeft niet alleen Jacques Rogge een probleem maar ook minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht (Open VLD). Zijn bezorgdheid over de veroordeling van Hu Jia en de toestand in Tibet maakt nog weinig indruk als tegelijk in Peking een monumentale Belgische sculptuur wordt opgetrokken. Het werk van Olivier Strebelle, met een waarde van vijf miljoen euro, wil hulde brengen aan de Spelen en is een geschenk van België aan China.

Hubert van Humbeeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content