Hubert van Humbeeck

Een Iraanse verzetsgroep wil dat de Europese Unie haar niet langer als een terreurgroep beschouwt. Maar ze heeft haar verleden tegen.

In de marge van de jaarlijkse Algemene Vergadering van de Verenigde Naties keurde de Veiligheidsraad van de organisatie een nieuwe resolutie goed, die van Iran eist dat het stopt met de verrijking van uranium. Het land houdt nog altijd vol dat zijn nucleaire programma alleen vreedzame bedoelingen heeft. Het Westen vreest dat Teheran aan een kernbom werkt, en wil dat voorkomen. Ook het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie (IAEA) maakt zich steeds meer zorgen over wat Teheran precies van plan is. In bijkomende sancties voorziet de resolutie niet: daar was Rusland dit keer niet voor te vinden. Vorige week werd overigens ook bekend dat de Amerikaanse president George W. Bush niet zo lang geleden een geplande Israëlische aanval op de Iraanse nucleaire installaties verbood.

Een Iraanse verzetsgroep wil dat de EU haar niet langer als een terreurgroep beschouwt. De zogenaamde Moedjahedin van het Volk maakt deel uit van de Nationale Raad van het Iraanse Verzet, die vanuit Parijs actievoert tegen het regime van de moellahs. De linkse Moedjahedin bonden in de jaren zestig de strijd aan met het regime van de sjah en het Amerikaanse imperialisme. Het waren en zijn geen doetjes. De groep wil nu een bondgenoot zijn in de strijd tegen het religieuze fanatisme, maar het wantrouwen blijft groot. Toch verzaakte ze al in 2001 aan het gebruik van geweld. Ze probeert sindsdien om een politieke rol te spelen.

Omdat de groep op de terreurlijst staat, valt dat niet mee. Dat betekent namelijk onder meer dat financiële rekeningen worden geblokkeerd. De organisatie lobbyt dus stevig en probeert ook om via gerechtelijke weg haar gelijk te halen. Op die manier werd het Verenigd Koninkrijk na een lange procedure door het gerecht verplicht om de Moedjahedin van de Britse terreurlijst te halen. De organisatie ging ervan uit dat de EU vanzelf zou volgen, maar dat viel tegen. De Unie herbekijkt haar lijst van terreurgroepen om de zes maanden. In juli bleek het Iraanse verzet niet te zijn geschrapt – dit keer omdat voorzitter Frankrijk dat niet zag zitten.

Op een conferentie begin september in het Europese Parlement in Brussel pleitten vooraanstaande internationale juristen en Europees Parlementsleden voor de zaak van de Moedjahedin van het Volk. Onder meer de voormalige voorzitter van het Internationaal Strafhof voor ex-Joegoslavië, de Italiaan Antonio Cassese, ziet juridisch geen enkele reden meer om de organisatie niet snel van de lijst te halen. De Moedjahedin zelf vrezen dat ze de rekening betalen voor de diplomatie die de Unie tegenover de moellahs voert. Tegelijk wijzen ze erop dat Frankrijk niet toevallig ook belangrijke oliebelangen in Iran heeft, die het niet op het spel wil zetten.

De Moedjahedin zijn overigens ook bezorgd over het lot van kameraden in hun voornaamste basis, enkele tientallen kilometer benoorden Bagdad in Irak. Kamp Ashraf wordt sinds 2003 door het Amerikaanse leger gecontroleerd. De 4000 militanten werden ontwapend en worden er sindsdien vastgehouden en gescreend op terroristische activiteiten. De Nationale Raad in Parijs vreest nu dat het kamp door de Amerikanen aan het Iraakse leger wordt overgedragen, dat door sjiieten wordt gedomineerd. Als ze door Irak aan Iran worden uitgeleverd, wacht ze daar een zekere dood. Ook daarom doet de organisatie een beroep op Europa, dat de handhaving van de rechtsstaat en de strijd tegen de doodstraf hoog in het vaandel voert.

Hubert van Humbeeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content