Ingrid Van Daele
Ingrid Van Daele Ingrid Van Daele is redacteur bij Knack

Op de Europese top in Brussel werd een akkoord bereikt over een deel van de landbouwfinanciering. Over hoe het nieuwe budget zal worden aangewend, hebben Belgische boeren meer vragen dan antwoorden.

Het meest verwarrende bericht kwam van premier Guy Verhofstadt (VLD). ‘De te verdelen koek blijft dezelfde’, beweerde hij na afloop van de top in Brussel. ‘Na 2006 is er een begrenzing van het landbouwbudget. Maar onze landbouwbedrijven zullen niet rechtstreeks getroffen worden.’

Het Europese landbouwbudget is vandaag goed voor ongeveer 40 miljard euro. In het kader van de uitbreiding komt daar in 2006 2,4 miljard euro of 6 procent bovenop, zoals vastgelegd was in het akkoord van Berlijn. Na 2006 worden de landbouwuitgaven bevroren. Alleen een indexstijging van één procent doet de som tussen 2007 en 2013 nog enigszins aangroeien. Dat beslisten de lidstaten op de top van Brussel vorige week. Maar er volgden meer vragen dan antwoorden.

‘Er komen tien miljoen boeren bij, de som blijft gelijk, en toch zeggen politici dat onze premies behouden blijven’, zegt Roger Saenen van de Boerenbond. ‘Als je een zelfde pot moet verdelen over meer mensen, lijkt het me logisch dat iedereen zijn steentje bijdraagt. Tenzij je kiest voor een tweesporenbeleid. En dat is niet wat de Europese boerenbonden wensen.’

De nieuwe lidstaten staan voor een enorme uitdaging. Vanaf 2004, bij hun toetreding, krijgen ze geleidelijk aan dezelfde inkomenssteun als de boeren in de huidige lidstaten. Het eerste jaar hebben ze recht op een kwart van de steun van de landen in West-Europa – geld dat uit een aparte pot komt voor de periode 2004-2006. Hun steun wordt jaarlijks opgetrokken tot in 2013. Dan krijgen ze, normaal gezien, evenveel als de huidige lidstaten.

‘De toetredende lidstaten wacht een sociaal bloedbad’, meent Saenen. ‘In Polen is het gemiddeld melkveebedrijf 2 hectare groot en twee koeien rijk. Heel wat bedrijfjes zullen moeten sneuvelen en dat zal geld kosten. Om bovendien ook aan de nieuwe normen te voldoen op het vlak van milieu, volksgezondheid, dierenwelzijn, moeten ze extra geld ophoesten. Met amper 6 procent van het budget – gesteld dat de huidige lidstaten niets van hun subsidies wensen af te staan – is dat een onmogelijke opdracht. Daarom vragen we een gelijke behandeling van alle lidstaten.’

Discriminatie zal zich tégen ons keren, voorspelt Jacques Van Outryve van de studiedienst van de Boerenbond. ‘Wat zal er gebeuren? De kandidaat-lidstaten zullen ontevreden zijn met de lage subsidies. Om dat te compenseren zal er maar één uitweg zijn: hen meer laten produceren. Het kost niets. Maar als je hogere melkquota toestaat, krijg je nóg meer melk op de Europese markt. En dus dalen de melkprijzen.’ In Doha werd bovendien beslist dat de exportsubsidies voor de landbouw moeten worden afgebouwd. ‘Als er meer geproduceerd wordt op de Europese markt, is er ook een groter overschot. Maar hoe raak je dat kwijt zonder exportsteun? Op dat moment zakt de prijs voor iedereen.’

Het Europese landbouwbeleid staat of valt met de subsidies. Na de uitbreiding zullen de Europese landbouwministers daarom meer dan ooit keuzes moeten maken. Eenzelfde budget aanhouden met meer boeren en eenzelfde systeem, komt neer op zelfmoord van de Europese landbouw. Zelfmoord na een lange ziekte, want de Europese landbouw is al langer dan vandaag toe aan een nieuwe structuur.

Premies drijven de prijzen voor landbouwproducten op tot ver boven de wereldmarktprijs. De overschotten op de Europese markt moeten worden uitgevoerd. Maar om ze aan de man te kunnen brengen, zijn exportsubsidies vereist. De Europese interventieprijzen liggen immers veel te hoog. Net die exportsubsidies moeten worden opgeschort. Alleen een grondige landbouwhervorming kan de kaarten herschikken.

DE LIST VAN CHIRAC

Frankrijk huivert bij de gedachte aan een nieuw beleid. Jaar na jaar haalt het land de grootste oogst aan landbouwsubsidies binnen. Op de top in Brussel wist president Jacques Chirac het thema handig voor zich uit te schuiven. Samen met de Duitse kanselier Gerhard Schröder gooide hij het op een akkoord voor een bevriezing van de uitgaven na 2006. Vroeger moeten ze bij hem voor een hervorming van de landbouw niet komen aankloppen.

Niet dat het thema momenteel niet wordt aangekaart. De commissaris voor de Landbouw Franz Fischler trok al op rondreis met zijn plan voor ‘herziening van het gemeenschappelijk landbouwbeleid’. Geen plan met budgettaire consequenties in de zin van een verhoging van het budget. Fischler verkiest te schuiven met de kostenposten. Hij werkte een plan uit dat de rechtstreekse steun geleidelijk aan met 3 tot uiteindelijk 20 procent moet verminderen. Dat geld moet naar de ontwikkeling van plattelandsprojecten. De rechtstreekse inkomenssteun van de boeren moet verschuiven naar de pijler van het plattelandsbeleid. Dat omvat: biologische landbouw, hoevetoerisme, productverwerking op de boerderij. ‘De boeren weten dan niet meer waar ze aan toe zijn. In plaats van premies zouden ze vergoed worden per project’, zegt Van Outryve. Begrijpelijk dat de Boerenbond die actief is in het klassieke segment van de landbouw, niet echt warm loopt voor dat idee.

Ingrid Van Daele

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content