Minister van Leefmilieu Theo Kelchtermans wordt in opspraak gebracht door een nota van Jean-Pierre Bleyen, een Limburgse on- dernemer die zelf in slechte papieren zit.
?MET ONTSTELTENIS en verontwaardiging heb ik kennis genomen van de uitgebreide mediabelangstelling waarbij, zonder kennis van zaken en op basis van louter geruchten, de meest onjuiste berichten werden verspreid omtrent een dossier in hoofde van een minister van de regering van de Vlaamse Gemeenschap, waarmee het Vlaams parlement gevat werd. Het weze toegestaan er op te wijzen dat in deze aangelegenheid het beroepsgeheim door de magistraten van het parket van de Procureur des Konings te Hasselt en van mijn parket-generaal streng geëerbiedigd werd.? Dat staat in een persoonlijke brief van de Antwerpse procureur-generaal Roger Van Camp (12 november) aan Norbert De Batselier (SP), de voorzitter van het Vlaams parlement.
Die brief is een antwoord op een vraag via de telefoon van De Batselier. De parlementsvoorzitter had een week eerder een andere brief (6 november 1996) uit Antwerpen ontvangen, waarin de procureur-generaal melding maakt van ?een beweerde gift van twee miljoen frank aan een politieke partij in ruil voor een omvangrijk order aan een onderneming met betrekking tot de levering van een grote hoeveelheid goederen.? De procureur-generaal bedoelt dat de CVP van de nog altijd zetelende, maar niet bij naam genoemde Noord-Limburgse minister van Leefmilieu Theo Kelchtermans (CVP), van het eveneens Noord-Limburgse bedrijf Plascobel twee miljoen frank zou ontvangen hebben.
Plascobel genoot de voorkeur van Kelchtermans toen die, begin 1991, een bestelling wilde plaatsen van twee miljoen milieuboxen voor klein gevaarlijk afval (KGA). Maar Van Camp voegt eraan toe dat de gegevens waarover hij beschikt, ?eenzijdig?, ?door niets gestaafd? en ?zeer rudimentair? zijn. ?De juiste omstandigheden van die beweerde feiten worden nergens toegelicht.? Van Camp zelf minimaliseert bijgevolg zijn vraag. Maar de procureur-generaal vindt ook elementen die kunnen wijzen op ?een mogelijke waarachtigheid?. Zo is, aldus de procureur-generaal, de verklaring veeleer ?toevallig? ontdekt. Ook dat de Bleyens zich tegen de bekendmaking van het Zwitsers document verzetten, rechtvaardigt volgens Van Camp verder onderzoek. Pikant detail : Van Camp was zelf jarenlang kabinetschef van CVP-ministers als Renaat Van Elslande (1977-1980), Jos Chabert (1980-1981), premier Mark Eyskens (1981) en, net voor zijn promotie tot procureur-generaal, van minister van Justitie Melchior Wathelet (PSC, 1988).
LEVENSVERZEKERING.
Bij rogatoire opdrachten was de Hasseltse onderzoeksrechter Jans in een brandkast in het Zwitserse Zug op een nota (gelegaliseerd op 2 mei 1994) van Jean-Marie Bleyen gestoten. De stukken werden door het Zwitserse gerecht op 17 september ?ter kennisgeving voor een termijn van twee maanden overgemaakt aan deze onderzoeksrechter in Hasselt,? zo schrijft Van Camp. Bleyen was ooit een gevierd ondernemer die samen met zijn broers, de zogenaamde Bleyen Brothers, een zakelijk imperium opbouwde rond het bedrijf Zincpower. De val kwam even snel als de steile opgang. De Bleyens zogen hun bedrijven leeg en vulden hun eigen zakken met honderden miljoenen.
Op 29 oktober 1994 opende de procureur van Hasselt een gerechtelijk onderzoek wegens ?bankbreuk door het ontdragen van activa, geen tijdige aangifte en faling vertragende middelen.? Drie dagen later werd het onderzoek uitgebreid. Er was vanaf dan ook sprake van ?valsheid in geschrifte, gebruik van valse stukken, oplichting en poging hiertoe, en fiscale fraude.? Om maar te zeggen dat de Bleyens niet in alle omstandigheden de meest betrouwbare jongens van het land zijn. Maar omdat ze geld en macht hadden, waren ze graag geziene gasten in de Limburgse beau monde. En dus waren er ook contacten met de politiek.
Leo Delcroix, het Limburgs CVP-boegbeeld dat dikwijls opduikt wanneer er zaakjes te regelen zijn, behoort tot de vriendenkring van de Bleyens. Partijgenoot Theo Kelchtermans verklaart de Bleyens niet beter te kennen dan van op recepties. De minister schreef ook enkele brieven aan de Bleyens. Maar dat zijn, zo vergoelijkt het kabinet, aanbevelingsbrieven voor werkzoekenden die kwamen aankloppen op het politiek dienstbetoon van de minister, in Peer.
Na bijna een week van gissingen, wist het Vlaams parlement dus over welk dossier en welke minister het ging. De vijftien parlementsleden van een ad hoc-commissie kregen vorige week woensdag (13 november) inzage van de brief van de Antwerpse procureur-generaal. Ze verwezen Kelchtermans niet naar Cassatie, wel zijn dossier. Cassatie moet eerst uitzoeken of Kelchtermans wel door het parlement moet worden verwezen. Als het gaat om zaken van voor 8 mei 1993, dan kan het Antwerps gerecht Kelchtermans namelijk zonder meer ondervragen. Is dat niet het geval, dan moet het Vlaams parlement uitmaken of het de moeite is om Kelchtermans naar Cassatie te verwijzen.
De Vlaamse parlementsleden konden vorige week ook de nota lezen die Jean-Pierre Bleyen als een soort levensverzekering in een Zwitserse kluis achterliet. Bleyen formuleert daarin zware beschuldigingen aan het adres van minister Kelchtermans. Bewijzen brengt hij niet.
PARTIJGIFT.
?In het dossier van de milieucontainers werden wij als groep gecontacteerd om als intermediaire partij op te treden om de toewijzing van het order in een bepaalde richting te duwen. Gezien Theo Kelchtermans, minister in de Vlaamse executieve en bevoegd voor deze materie, een Limburger was, diende deze order bij voorkeur toegewezen te worden aan het in Limburg gevestigd bedrijf, Plascobel Overpelt.
Plascobel is een dochtermaatschappij van indirect Generale Maatschappij van België en direct van Union Minière. De heer Roggeman als algemeen directeur van Plascobel NV is eveneens op de hoogte van deze transactie. Via het dochterbedrijf ICC Industries NV (Lokeren) werd een factuur opgesteld naar Plascobel NV ten bedrage van 2.000.000 frank exclusief BTW, die betaald zou worden door Plascobel in ruil voor de order van de milieuboxen. De betaling door Plascobel NV werd dan naar de partij doorgesluisd via een ingewikkelde transactie.? Tot daar de beschuldiging. Bleyen voegt er nog wel aan toe dat zijn bemiddeling gratis was. Een vriendendienst voor de partij.
De bestelling van de milieuboxen zorgde al eerder voor opschudding. Onder meer de rol van Wilfried De Nijs, inspecteur-generaal bij de Openbare Afvalstoffenmaatschappij (Ovam), is niet geheel uitgeklaard. De Nijs is een CVP’er en de aanbesteding van de milieubox was bij Ovam zijn troetelkind. Van in het begin werd er ook over partijfinanciering gefluisterd. Kelchtermans beweert dat hij daar als minister niets mee te maken had. Zeker is dat Leo Delcroix, toen nationaal secretaris van de CVP, in die dagen een miljoenenput voor de CVP moest dichtrijden. Daar bovenop waren er in 1991 dure verkiezingen in aantocht. Delcroix deed wat van hem gevraagd werd, en wist dus beter dan wie ook hoe de partij aan haar centen kwam, en waar het geld voor gebruikt werd. Hij werd voor zijn verdienstelijk werk met een parlementair mandaat beloond.
Vorige week bevestigde CVP-voorzitter Marc Van Peel trouwens dat Plascobel de christen-democraten twee miljoen frank schonk. De begunstigde was de studiedienst Cepess. Giften aan partijen werden toen nog toegestaan, maar mochten niet hoger zijn dan 350.000 frank. Vandaar dat er een ommetje langs de studiedienst werd gemaakt. Maar behalve wettelijk, komt dat op hetzelfde neer. De gift belandde bij de partij op 27 november 1991, drie dagen na Zwarte Zondag, de electorale doorbraak van het Vlaams Blok.
GEEN COMMENTAAR.
De milieubox zorgde ook voor onenigheid tussen Gaston Geens (CVP), destijds voorzitter van de Vlaamse executieve, en zijn partijgenoot Kelchtermans. Geens reageerde zeer waakzaam op het voorstel van Kelchtermans om de opdracht aan het Limburgse Plascobel toe te vertrouwen. Geens wilde dat de opdracht naar Aralco ging. Hij ontdekte een vormfout in de aanbesteding en nadat Aralco een procedure bij de Raad van State had ingespannen, kreeg het Oost-Vlaamse bedrijf de opdracht. Het liet wel veertig procent van de boxen elders maken. Bij, jawel, Plascobel.
Beide bedrijven kwamen één en ander overeen, nog voor Aralco de aanbesteding definitief kreeg. Maar gezien de uitspraak van de Raad van State, lagen de kaarten voor Aralco goed. Aralco is een klein bedrijf met 35 werknemers en dit jaar een verwachte omzet van 800 miljoen frank, en dus niet voorbereid op een eenmalige opdracht van één miljard frank, te realiseren in anderhalf jaar tijd. Voor de aanmaak van de milieubox konden vijftien bijkomende werknemers tijdelijk aan de slag, zegt gedelegeerd-bestuurder Paul Vanhoyweghen van Aralco.
Het bedrijf is gespecialiseerd in ventilatietechnieken en in de aanmaak van milieutechnische producten zoals compostvaten of containers voor groente-, fruit- en tuinafval (GFT). Het behoort tot de groep van de familie Blijweert, een gul sponsor van verkiezingskassen van verscheidene partijen, die geregeld aanbestedingen binnenhaalt. Vader Renaat Blijweert overleed op 17 juli van dit jaar. Op zijn uitvaart voerde Vlaams parlementslid Leo Delcroix het woord.
Of Aralco voor de aanbesteding van de milieuboxen geld overmaakte aan de CVP ? Het is een voor de hand liggende vraag in de veronderstelling tenminste dat er een verband bestaat tussen de aanbesteding en de Plascobel-gift aan de CVP. Als Plascobel, het bedrijf dat de opdracht slechts indirect binnenhaalde, twee miljoen stortte, waarom zou Aralco dan niet betalen ? CVP-voorzitter Van Peel vindt daarvan geen bewijzen van in de boekhouding. De zaakvoerder van Aralco zegt nooit door de CVP benaderd te zijn. Of het geld misschien via de familie Blijweert bij de CVP kwam ? ?Daarvan weet ik niets,? zegt Vanhoyweghen. Het kabinet van minister Kelchtermans maakte een op het eerste gezicht steekhoudende chronologie van de aanbesteding van de milieubox. Maar daarmee is de hemel boven Peer niet helemaal opgeklaard.
Het zal wel toeval zijn dat Plascobel uitgerekend in 1991 twee miljoen frank aan de CVP betaalde. Maar een bewijs van omkoping is het niet. Het is evenmin duidelijk of er niet meer geld naar de partij is gegaan. Bleyen heeft het over een ingewikkelde constructie om het geld over te maken, onder meer via zijn bedrijf ICC Industries. Maar bij de CVP kwam het geld van Plascobel zonder omwegen terecht, zij het dan bij Cepess. Bij Plascobel was niemand tot commentaar bereid. En het gerecht wil nog niet onderzoeken of Bleyen de waarheid spreekt over de ingewikkelde transactie.
P.R.
Minister van Leefmilieu Theo Kelchtermans beweert met partijfinanciering niets te maken te hebben.