In Helsinki verloor de Europese Unie haar onschuld. Ze krijgt eigen troepen, wapens en generaals. De Unie rukt bovendien op naar het oosten. De Oeral is nog niet in zicht, Anatolië wel.

Op de drempel van de 21ste eeuw krijgt de Europese Unie een nieuwe rol op het oude continent. De goedmoedige, wat lome economische kolos, haast tot in de perfectie geïncarneerd door Helmut Kohl, krijgt nu een scherper, agressiever profiel. Europa wordt een grootmacht met tanden. In Helsinki werd alles in gereedheid gebracht om er in 2003 met 60.000 soldaten snel op uit te kunnen trekken. Met die interventiemacht moet de Unie autonoom aan militaire crisisbeheersing kunnen doen.

Niet toevallig dijen in hetzelfde jaar de grenzen van de unie ver naar het oosten uit. De eerste voormalige landen uit het Sovjetblok, onder meer Polen, worden dan lid van de Unie. Met vijf van die landen wordt al onderhandeld, in Helsinki kwamen er nog vijf bij: Slovakije, Letland, Litouwen, Roemenië en Bulgarije. Behalve die tien Oost-Europese landen zijn er nog twee eilanden uit de Middellandse Zee in de running: Cyprus en Malta. Vanaf 2003 verschuift het epicentrum van de Unie enkele honderden kilometers naar het Oosten, met alle gevolgen vandien voor de hoofdstad Brussel, die met zijn perifere ligging dreigt te vervreemden van l’Europe profonde.

In Helsinki werd heel duidelijk dat de tijd van het knusse Europa – ons kent ons – voorbij is. Een groot deel van de gesprekstijd ging het immers over regio’s buiten de Unie. Er werd lang over de verontrustende situatie in Kosovo en Bosnië gesproken, waar ondanks alle internationale hulp de vredesdynamiek uitblijft. Ook Tsjetsjenië was een veelbesproken thema en na lang aarzelen kwamen de regeringsleiders voor het eerst met sancties tegen Rusland op de proppen. Mede onder impuls van de Franse en Belgische ministers van Buitenlandse Zaken, Hubert Védrine en Louis Michel, ging de Unie zelfs een stap verder dan de Verenigde Staten.

Ten slotte was er Turkije. Hoewel het land al in 1963 van de toenmalige Europese gemeenschap mocht vernemen dat het een “Europese roeping” had, duurde het 36 jaar vooraleer het kandidaat-lid werd. Mede onder Amerikaanse druk ging in Helsinki de grendel van de deur. In Istanbul veroorzaakte het nieuws euforie op de beurs en de IMKB-index schoot bijna 11 procent de hoogte in. Uit de eerste regeringscommentaren bleek dat het de Turken menens is en dat ze alle zeilen zullen bijzetten om volwaardig Unielid te worden. Of het ooit zover komt, is nog maar de vraag, want in Helsinki bleven veel kaarten in de mouwen zitten. Op zijn minst één regeringsleider zei, weliswaar op een veilige afstand van de camera’s en in een taal die 99 procent van de Turken niet begrijpen, dat Turkije nooit volwaardig lid zal worden. “Zelfs niet als ze aan alle criteria voldoen.”

BELGEN BUITEN ADEM

Tot op het laatste moment is er over de Turkse kandidatuur in Helsinki gepokerd. De Grieken zagen de kans schoon om over Cyprus en enkele eilanden in de Egeïsche zee de Turken de duimschroeven aan te draaien. Het Finse voorzitterschap liet begaan. Pas toen de regeringsleiders hadden besloten dat er niets meer aan het akkoord gewijzigd kon worden, lichtte premier Paavo Lipponen zijn Turkse collega Bülent Ecevit in. De reactie was dermate koel, dat er in Helsinki even paniek uitbrak en de hoge vertegenwoordiger Javier Solana met bevoegd commissaris Günter Verheugen spoorslags naar Ankara vertrokken. Het tweetal gaf de Turkse regering tekst en uitleg, alsook een vertrouwelijk brief van het Finse voorzitterschap. Deze demarche en nogal wat telefoontjes, onder meer van Bill Clinton en Gerhard Schröder, overtuigden de Turkse regering om de tekst te slikken. Een dag later stond Ecevit in Helsinki zuurzoet lachend op de groepsfoto die zowat alle Turkse kranten over de hele voorpagina uitsmeerden. Op die foto alle groten van Europa, behalve de Belgen.

Tot een diplomatieke rel zal die opvallende afwezigheid niet leiden. Premier Guy Verhofstadt en minister Michel kwamen totaal buiten adem aangespurt toen alles net voorbij was. Het tweetal had ook een sluitend alibi. Tot op het laatste moment hadden ze de Belgische en internationale pers proberen te overtuigen dat ze de slag rond de verdragswijziging niet verloren hadden.

Behalve het snelle interventiekorps, de uitbreiding en Turkije was de agenda van de Intergouvernementele Conferentie (IGC) de blikvanger van de top in Helsinki. Die IGC is nodig voor de verdragswijziging en de verdieping van de Unie. De Belgen verdedigden een zo ruim mogelijke agenda en konden hierbij op de steun van Italië, Nederland, Luxemburg en Commissievoorzitter Romano Prodi rekenen. Ook Portugal en Oostenrijk hadden sympathie, maar dat was onvoldoende om de sfeer in de Europese raad te doen kantelen. De meerderheid hield het bij de agenda die reeds in juni, op de top van Keulen, was vastgelegd.

In concreto gaat het over de drie ‘restanten’ van Amsterdam: de omvang van de commissie, de stemmenweging in de ministerraad en de mogelijke uitbreiding van het stemmen met gekwalificeerde meerderheid. Het kleine poortje dat in Keulen was geopend en waarbij werd toegezegd dat andere onderwerpen zo nodig aan bod konden komen, werd niet gesloten. Voor de Belgische diplomatie en Verhofstadt was dat reden tot grote tevredenheid. “De match is op een gelijkspel geëindigd. We hebben echter de garantie dat we onze thema’s tijdens de regeringsconferentie aan bod kunnen brengen. Misschien kunnen we de anderen dan van ons gelijk overtuigen.” Veel hoop dat de grote landen op dat moment meegaander zullen zijn, is er niet. Hoezeer hij zich ook inzette, Verhofstadt slaagde er niet om de “versterkte samenwerking”, waarbij een deel van de lidstaten nieuwe initiatieven kunnen opstarten, als agendapunt te laten opnemen. Ook voormalig premier Dehaene reageerde positief op het resultaat van Helsinki. “De klok is niet teruggedraaid, wel integendeel. De deur die in Keulen op een kier stond, is nu verder geopend. Bovendien kreeg België al meer steun dan in Keulen en dat geeft hoop.”

Paul Goossens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content