Hubert van Humbeeck

Snel blijkt dat de aanvallen geen toeval zijn, maar het resultaat van een zorgvuldig voorbereide actie. Een primeur ook: hier valt voor het eerst een privé-organisatie frontaal een land aan _ en wat voor een land. Die organisatie heet al-Qaeda, ze wordt geleid door de Saudiër Osama Bin Laden en ze vond onderdak in het verscheurde, arme Afghanistan dat wordt bestuurd door een fundamentalistische moslimbeweging, de Taliban.

De strijd die Osama Bin Laden aangaat, is onwaarschijnlijk. Maar precies daarom ook zo beangstigend. Niemand weet hoe ver de arm van al-Qaeda reikt. Het gevaar van een clash der culturen tussen de moslimwereld en het Westen wordt heel even heel reëel.

Tot op dat moment zag het er nochtans best redelijk uit. Geruchten over een mogelijke economische recessie klonken van ver over de oceaan. Minister van Begroting Johan Vande Lanotte trok in het voorjaar wel aan de alarmbel, maar ook in zijn prognose bleef er sprake van een flinke groei. België maakte zich op voor een spannende herfst. We werden immers voorzitter van de Europese Unie en onze eerste minister zou het continent bij die gelegenheid in een nieuwe plooi leggen.

De grootste zorg ging nog uit naar het opvangen van de massa, zogenaamde anti-globalistische betogers die werden verwacht. Bij demonstraties van die beweging in Göteborg en Genua was er grote schade, er vielen ook doden. Die anti-globalisten vormen, laten we zeggen, een zeer losse internationale van verzet tegen de gangbare, ruime interpretatie van de vrijemarkteconomie. Ze brachten met hun ideeën overigens ook weer leven in de brouwerij. Ze bliezen weer vuur in het gedoofde intellectuele debat. En als dat allemaal niet volstond, baanden de tennismeisjes Kim Clijsters en Justine Henin _ hoe mooi Belgisch verdeeld toch _ zich slag na slag een weg naar de internationale top.

De klap van 11 september kwam niet alleen onverwacht, hij kwam ook zeer hard aan. Plotseling was het gevoel van rustige zelfverzekerdheid weg. De idee dat de ordening van de wereld voor lange tijd vastlag. De politiek maakte zich op voor oorlog en de economie sloeg in paniek. Honderdduizenden jobs gingen verloren. Het Europese voorzitterschap werd voor Guy Verhofstadt een last om dragen. In België pakte zijn rozige retoriek geen verf meer. In november droeg de Belgische regering Sabena ten grave: een historisch sociaal debacle.

The New York Times was de eerste belangrijke mediastem die protesteerde omdat president George Bush zich, volgens de krant, rechten aanmatigt die in strijd zijn met de grondwet. Daar moet zorgvuldig op worden toegekeken, maar het is op zichzelf ook niet nieuw. Abraham Lincoln schoof dezelfde grondwet honderd veertig jaar geleden ook een beetje opzij, toen hij de burgeroorlog dreigde te verliezen.

De vraag is: wanneer houdt het op en waar ligt de grens? Het lijkt dat de Verenigde Naties nu eindelijk en vierklauwens aan het werk moeten om de moslimwereld, met al zijn frustraties en zijn onwetendheid, dichter te betrekken bij de wereld die zich openstelt en niet achteromkijkt. De Amerikanen zelf kunnen veel doen om de partijen in het Palestijnse conflict weer over vrede te laten praten _ ze zijn in het Midden-Oosten maanden te lang afwezig gebleven. Toch ligt precies daar, met de woorden van Noam Chomsky, ‘het stuwmeer van verbittering en woede’ dat door extremisten te vaak als een excuus voor geweld wordt gebruikt.

In het eerste jaar van de nieuwe eeuw werden de illusies, de hoop en de verwachtingen die met het begin van het derde millennium gepaard gingen brutaal uit elkaar geslagen. De toon is gezet, daarmee moeten we verder. Het paradijs op aarde is nog niet voor morgen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content