De tol van de chaos in Italië: derde economie van Europa presteert al jaren ondermaats

PAOLO SAVONA. Uitgesproken tegenstander van de euro. © BelgaImage
Ewald Pironet

Het regeerakkoord van de Vijfsterrenbeweging en de Lega ging in tegen de budgettaire discipline die de Europese Commissie Italië al lange tijd oplegt.

‘Waarom zou je nog gaan stemmen als over een regering wordt beslist door de kredietbeoordelaars en de financiële lobby’s?’, zo vroeg de leider van de Vijfsterrenbeweging (M5S) Luigi Di Maio zich af. De Italiaanse president Sergio Mattarella had net geweigerd professor Paolo Savona te accepteren als minister van Economie, omdat hij ‘het spaargeld van de Italianen niet in gevaar wou brengen’. De 81-jarige Savona profileerde zich altijd al als een tegenstander van de euro en Mattarella vreesde dat Italië ciao zou zeggen tegen de eenheidsmunt. Dat idee veroorzaakte niet allen onrust in de Europese kantoren rond het Brusselse Schumanplein, maar ook op de internationale financiële markten. En de zenuwen stonden al strak gespannen sinds de verkiezingen van 4 maart geen werkbare meerderheid opleverden, tenzij tussen de populistische M5S en de extreemrechtse Lega van Matteo Salvini. Die vonden elkaar de voorbije weken in de strijd tegen het establishment en Europa.

Die ‘kredietbeoordelaars en financiële lobby’s’ hebben inderdaad veel invloed op de Italiaanse politiek, want de op twee na grootste economie van de Europese Unie staat er slecht voor. Italië kampt al decennia met een torenhoge staatsschuld: vorig jaar bedroeg die 2300 miljard euro of 132 procent van het bruto binnenlands product. Alleen Griekenland deed het met bijna 180 procent nog slechter (België had een staatsschuld van 103 procent). In zo’n geval ben je voor geld erg afhankelijk van de internationale financiële markten en natuurlijk willen die geldschieters ooit hun geld terugzien. Dan is het niet zo verbazingwekkend dat ze zich meer dan gemiddeld interesseren voor het beleid van Italië.

Zelfs Spanje en Portugal kunnen nu goedkoper lenen dan Italië. Dat illustreert hoe wantrouwig de financiële markten zijn.

100 miljard euro

In het regeerakkoord dat tussen de M5S en de Lega werd afgesloten, was sprake van een forse belastingverlaging, plus hogere sociale uitgaven en de redding van de nationale luchtvaartmaatschappij Alitalia. Kostprijs: minstens 100 miljard euro, pakweg vijf procent van het bbp. Daarmee zou het begrotingstekort en de schuld fors oplopen. Het ging in tegen de budgettaire discipline die de Europese Commissie Italië al lange tijd oplegt. En aangezien Italië deel uitmaakt van de monetaire unie, beïnvloedt het economisch beleid de koers van de euro, zeker omdat het gaat over zo’n grote economie in penibele toestand. Dus voelen alle landen van de eurozone zich betrokken. Tot frustratie van heel wat Italianen, die zich afvragen waar iedereen zich toch mee bemoeit.

De financiële markten lieten vrij snel blijken wat ze dachten van het Italiaanse regeerakkoord: de Italiaanse schatkist moest steeds meer rente betalen als ze geld ging lenen. Het verschil met de rente die Duitsland moet betalen, in het jargon de spread genoemd, liep de voorbij weken op tot meer dan 2 procent. Zelfs Spanje en Portugal kunnen nu goedkoper lenen dan Italië. Dat illustreert hoe wantrouwig de financiële markten zijn.

Italië wordt steeds vaker vergeleken met Griekenland, dat in 2015 op een discutabele manier door het IMF, de Europese Centrale Bank (ECB) en de EU van het faillissement werd gered. De Italiaanse economie is wel tien keer groter dan de Griekse. Dat maakt zo’n reddingsoperatie haast onmogelijk. De financiële problemen van Griekenland deden het Europese financiële stelsel op zijn grondvesten daveren. Als iets soortgelijks met Italië gebeurt, is het volgens experts over and out met de muntunie.

Ondertussen ploetert Italië voort. Het Italiaanse bbp ligt nog steeds lager dan in 2008, toen de financiële crisis uitbrak, terwijl het in de eurolanden nu gemiddeld 8 procent hoger is. De werkloosheid neemt wel wat af, maar niet zo snel als elders. Bijna 30 procent van de jongeren tussen 20 en 24 jaar zit thuis, dat is de hoogste score in Europa. Alleen de rente waartegen Italië kon lenen, is de voorbije jaren gezakt. Niet door het beleid van de Italiaanse politici, maar dankzij het beleid van een Italiaan aan het hoofd van de ECB, Mario Draghi. De chaos van de voorbije weken en dagen heeft ook daaraan een einde gemaakt.

Dit artikel verschijnt woensdag in Knack.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content