Dirk Barrez
Dirk Barrez Hoofdredacteur van PALA.be en auteur

Zondag kiezen de Argentijnen een nieuwe president. Niet dat ze daar echt wakker van liggen: ze verwachten van hun politici niet meteen oplossingen voor de rampen die hen treffen. De Argentijnen lachen, om niet te moeten huilen.

De reportage ‘Lachen, om niet te moeten huilen’ in Panorama op zondag 27 april, Canvas, 20.15 uur.

Buenos Aires. In de schaduw van het voetbalstadion van Boca Juniors, waar ooit Diego Maradona schitterde, ligt de havenwijk La Boca. Vooral hier kwamen enkele miljoenen Europese migranten toe, op zoek naar welvaart in dit rijke land. Tot in de jaren ’90 was dit een levendige buurt. Alleen al in de scheepsbouw en de scheepsherstelling werkten hier 15.000 mensen, amper tien jaar later zijn dat er nog 1800. Hier is het leven bijna volledig tot stilstand gekomen.

Met de auto reizen we naar Rosario, aan de machtige Parana-rivier, 300 kilometer ten noordwesten van Buenos Aires. De oorzaken van de Argentijnse neergang krijgen we één na één geserveerd. Onderweg zien we graanvelden, oogstmachines doen hun werk. Bijna al dat graan belandt in Rosario, in grote boten die het wegvoeren, overzee. Dit land produceert voedsel voor 300 miljoen mensen, acht keer de eigen bevolking, en toch hebben miljoenen Argentijnen niet genoeg te eten.

De avond brengt een tango-optreden. ‘Ze maken ons wijs dat we in de eerste wereld leven. En in dit rijke land moeten we bedelen en sterven kinderen van honger. Dit is zo grotesk, zo absurd, zo verschrikkelijk, dat ik moet lachen als ik het nieuws bekijk, om niet te huilen’, zingt Irma.

Rosario telt meer inwoners dan Brussel en heeft een groot treinstation, maar nooit vertrekt er nog een trein. Van hieruit konden reizigers de trein nemen naar alle grote steden in dit uitgestrekte land, dat is allemaal verleden tijd. Nergens anders zijn zoveel spoorlijnen afgeschaft of geprivatiseerd, 140.000 werknemers belandden op straat. In wat nog wel rondrijdt, vooral rond Buenos Aires, moeten passagiers bij regen schuilen in het gangpad omdat alle ruiten stuk zijn. Van investeringen en dienstverlening is vaak geen sprake. En, het is amper te geloven, die privébedrijven krijgen voor de weinige spoorlijnen waar nog treinen rijden meer overheidssubsidies dan de vroegere publieke Argentijnse spoorwegmaatschappij. Privatiseringen zijn soms zinvol, maar dit? Bij de Wereldbank vertelt men graag dat de geprivatiseerde telefoonmaatschappij nu beter werkt; dat er amper nog treinen rijden, lijkt hen normaal.

In Rosario leefden de mensen goed, zoals Alicia en haar man, ze hadden een goede baan, een mooi huis, een auto, geld voor vakantie. Maar de fabriek ging dicht, werk en inkomen zijn ze kwijt, werkloosheidsvergoeding bestaat niet, pensioen hebben ze niet, zelfs niet de minimale maanduitkering van 50 euro. Het huis is uitgeleefd, de living is leeg, alles verkocht, ze hebben niets meer, het is jaren geleden dat ze nog een barbecue hadden in de tuin, dieper kan een Argentijn bijna niet vallen.

TWEEDELING

De jongste jaren gingen in de omgeving honderden fabrieken dicht, duizenden in het hele land, miljoenen verloren hun werk. De industrie werd, ook op aanraden van het Internationaal Monetair Fonds, weerloos uitgeleverd aan de wereldmarkt en veel te lang gekluisterd aan de dollar, het resultaat is catastrofaal. De grote middenklasse, met een levensstijl zoals doorsnee Europeanen, verdween bijna. Er rest een kleine minderheid van superrijken en vooral veel, heel veel armen. Bijna 60 procent van de bevolking zit nu onder de armoededrempel, zo vertelt een Wereldbankrapport.

Een bezoek aan de uitgestrekte Country Club San Diego, aan de rand van een zwembad dat hier tot de minimumuitrusting van een villa behoort, verheldert veel. De rijken – veel Argentijnse showbizzsterren – leven er omringd door hoge muren met bewakers. De jonge Julia vertelt: ‘Hier is een school, een supermarkt, je hoeft het domein niet te verlaten als je niet wilt.’ Zo is de tweedeling tussen superrijken en de rest, daarbuiten, totaal.

In Buenos Aires volgt de ene manifestatie op de andere betoging en bezetting, van berooide werklozen, onderbetaalde leerkrachten, kleine spaarders die niet aan hun geld raken, herdenkingen van de dictatuur.

Wie treft schuld? De Argentijnen? En welke Argentijnen dan? Het IMF? Zeker is dat hun politici hen in de steek lieten, hun leger martelde en vermoordde hen, de rijken hebben hen opgelicht, de wereldmarkt pikte hun bedrijven, de banken hun geld, de ‘goede raad’ van het IMF is duur betaald. Betogen koelt de woede, maar brengt de welvaart niet terug, net zomin als het gevluchte en gestolen kapitaal, zoveel als de buitenlandse schuld.

De Argentijnen willen vooral hun werk terug. Meer en meer ‘recupereren’ zij hun gesloten fabrieken en beginnen de voormalige werknemers voor eigen rekening te werken. Dikwijls verdienen ze al evenveel als vroeger. Het is een merkwaardig en boeiend fenomeen, en niet zo marginaal. In dergelijke gerecupereerde bedrijven – van metaalverwerking tot pastabakkerij – werken nu al 15.000 mensen.

En als de politici niet deugen, komen de mensen zelf in beweging, lossen ze problemen op, organiseren ze hun wijken, een moeizaam leerproces. Maar overstijgt dit het lokale? Brengt het grondige veranderingen? Krijgt dit ook een politiek verlengstuk, een Argentijnse Lula, de vorig jaar verkozen Braziliaanse president? Dat is allemaal niet voor morgen, en zeker niet voor de komende verkiezingen. Dit land is lang niet uitgeziekt en vele jongeren weten dat. Zij stemmen met hun voeten en migreren naar Italië of Spanje.

Dirk Barrez

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content