Met een blitzoffensief vestigden de Taliban in Afghanistan de nieuwe islamitische orde. Dat kan belangrijke gevolgen hebben voor de hele moslimwereld en ver daarbuiten.

DE INTOCHT VAN de Taliban in de hoofdstad Kabul luidde eind september een nieuw hoofdstuk in de Afghaanse geschiedenis in. Vrijwel onmiddellijk werd de primitiefste vorm van islamitische wet ( sharia) van kracht. Zoals in andere gebieden die de Taliban veroverden, moesten lijfstraffen een nieuwe strikte orde instellen en werden strenge beperkingen opgelegd aan vrouwen.

Met de zege van de Taliban in het slepende Afghaanse conflict is ook de dominantie hersteld van de grootste bevolkingsgroep, die van de Pathanen (of Pashtun). Die maken bijna de helft van de landsbevolking uit. Ze wonen vooral in het zuiden en het westen. Meer dan twee eeuwen geleden onderwierpen krijgshaftige Pathanen de andere stammen en stichtten ze het koninkrijk Afghanistan. Sindsdien hielden ze de macht in handen. Ook onder het communistische bewind van eind de jaren zeventig tot begin de jaren negentig.

Bij het bekampen van de communisten en het eind ’79 binnengevallen sovjetleger ontstonden tal van etnisch gebonden groepen mujaheddin (strijders in de jihad of heilige oorlog). Begin 1992 stortte het communistische bewind in mekaar. De noordelijke mujaheddin-commandant Ahmad Shah Massoed maakte van de gelegenheid gebruik om de macht te grijpen in Kabul. Wat neerkwam op een breuk met de traditie, want Massoed en zijn organisatie behoorden tot de Tadzjiekse minderheid, uit het noordoosten van het land. De Pathaanse mujaheddin begonnen meteen een nieuwe burgeroorlog, die nog meer verwoesting aanrichtte dan het verzet tegen de sovjetbezetting.

INSTRUMENT.

In deze machtsstrijd speelde Pakistan een grote rol. Dat zuidelijke buurland deelt een lange grens met Afghanistan en in zijn grensgebied vormen de Pathanen een meerderheid. Een erfenis van het Brits-Indische rijk, dat in 1893 de regio annexeerde. Pakistan, ook een etnisch lappendeken, vreest dat zijn Pathanen weer aanhechting bij Afghanistan eisen. Door de heroïne- en wapensmokkel groeide het grensgebied bovendien uit tot een wetteloze Far West, waar geweld en chaos heersen. Sinds meer dan veertig jaar wil de Pakistaanse politiek dan ook cliënten onder de Pathaanse stammen in Kabul aan de macht helpen, om zo invloed op de eigen Pathanen uit te oefenen. De jongste jaren vertolkten de Taliban een hoofdrol in dit streven.

Ze vormen een beweging, ontstaan in de Afghaanse vluchtelingenkampen in Pakistan tijdens de oorlog met de Russen. De naam Taliban (in het Pashtu : studenten) verwijst naar Afghaanse jongeren die islamitisch recht (de sharia) studeerden aan Pakistaanse religieuze hogescholen. De Pakistaanse premier Benazir Bhutto zag in hen het gedroomde instrument om orde te scheppen in het Pathaanse zuiden van Afghanistan. Haar geheime dienst leverde de Taliban de nodige militaire en financiële steun. Eind 1994 namen zo’n 2.000 Taliban de stad Kandahar in Zuid-Afghanistan in. Daarmee verzekerden ze de veiligheid op de oude handelsweg die Pakistan verbindt met de voormalige sovjetrepublieken in Centraal-Azië. Een weg die voordien steeds bedreigd werd door onderling rivaliserende groepen Afghaanse mujaheddin.

Een tweede doel van Pakistan en de Taliban was de controle over het Pathaanse zuiden. Dat werd begin 1995 bereikt. Van toen af vormden de Taliban de speerpunt van het Pathaanse nationalisme, dat erop gericht was de regeringsmacht over te nemen van de (Tadzjiekse) president Burhanuddin Rabbani en zijn legerleider Massoed. De inname van Kabul is het sluitstuk van die politiek. Dankzij de Taliban controleren de Pathanen opnieuw 70 procent van het land. Het overige deel is in handen van Massoed en van generaal Abdul Rachid Dostam, die een ministaat van de Oezbeekse minderheid in het noorden controleert.

Het valt te verwachten dat de Taliban niet zo snel uit hun Pathaanse stamland zullen breken. Bovendien kunnen Dostam en Massoed rekenen op steun uit Oezbekistan en Rusland. Dat lijkt paradoxaal, want Massoed was een van de beroemde commandanten in de strijd tegen de sovjetbezetting. Maar met de Tsjetsjeense afscheidingscrisis in het achterhoofd, behouden Rusland en Oezbekistan graag een stevige buffer tussen zich en de fundamentalistische Taliban. Kwestie van de eigen moslims niet op ideeën te laten brengen.

OLIE EN STRATEGIE.

De alliantie achter de Taliban is zo mogelijk nog paradoxaler. De op het Westen gerichte premier van Pakistan, Benazir Bhutto, de fundamentalistische Saudiërs en de Verenigde Staten zien economische en strategische voordelen in de nieuwe orde in Afghanistan. Voor hen ontstond een veilige handelsroute naar de Centraal-Aziatische republieken Turkmenistan, Oezbekistan en Kazachstan. Bovendien valt de strikt islamitische ideologie van Saudi-Arabië, het wahhabisme, best te rijmen met de ideeën van de Taliban en countert de steun aan de nieuwe heersers de Iraanse invloed in de regio.

De schimmige aanvoerders van de Taliban houden zich ver van alle buitenlanders. Maar dat geldt blijkbaar niet voor de Amerikaanse onderminister voor Aziatische zaken, Robin Raphael. In april had die een onderhoud met Mohammad Omar, de religieuze en politieke leider van de Taliban in diens bolwerk Kandahar. Voorts onthoudt Washington zich van openlijke commentaar op de harde rechtspleging van de terreurzaaiers, die bestaat uit publieke executies en het afhakken van handen. Voor de Verenigde Staten passen de Taliban immers in het Great Game. De term slaat op het machtsspel gedurende de negentiende eeuw tussen Russen en Britten in dit deel van Azië. Nu is in de regio opnieuw een groot schaakspel bezig, met de olie- en gasvoorraden van voormalige sovjetrepublieken als inzet.

Amerikaanse en andere oliemaatschappijen ontdekten enorme olie- en gasreserves in Kazachstan, Turkmenistan en Azerbeidzjan. Het probleem is dat dit gebied geen uitgang heeft naar open zee. Het olietransport moet dus via pijpleidingen verlopen over ofwel Rusland en Iran, ofwel over conflictgebieden als Nagorno-Karabach, Turks Koerdistan of Tsjetsjenië. Behoudens lucratieve doorvoertarieven is daar veel macht en invloed mee gemoeid. En de Verenigde Staten zijn niet van plan noch Rusland noch Iran zoveel invloed te geven. Nu echter de Taliban Afghanistan grotendeels gepacificeerd hebben, wenkt een nieuwe transitroute. Een Saudische maatschappij heeft overigens al een project klaar voor de aanleg van gas- en olieleidingen van de Kaspische Zee, doorheen Afghanistan, naar de Pakistaanse haven Gwadark. De Saudiërs kunnen daarmee invloed verwerven in Centraal-Azië, een opkomend oliegebied dat een concurrent zou kunnen worden van de Organisatie van Petroleumproducerende Landen (Opec). De Verenigde Staten willen in ieder geval het transport zoveel mogelijk diversifiëren, zodat geen enkele staat in de regio een monopolie op de doorvoer zou krijgen.

RISICO’S.

Tot nu leverde het steunen van de Taliban resultaat op. En als de export van de Kaspische olie goed op gang komt, zou het een van de belangrijkste strategische zetten van de twintigste eeuw kunnen blijken. Toch zijn de fanatieke fundamentalisten een onberekenbare factor. In de beginfase waren de Taliban sterk afhankelijk van bijstand uit het buitenland. Nu controleert de beweging de meeste opiumvelden in het zuiden van Afghanistan. Volgens het drugsbureau van de Verenigde Naties produceren die de helft van alle heroïne ter wereld. De tien procent belasting die de Taliban daarop heffen, maakt ze minder afhankelijk van hun broodheren in de Verenigde Staten, Saudi-Arabië en Pakistan. Zeker als daar in de toekomst nog doorvoerrechten op gas en olie bijkomen.

De combinatie van religieus fanatisme, Pathaans nationalisme en geld kan explosief worden in een regio met kruitvatallures. De kans bestaat dat de Taliban hun islamitische revolutie proberen te exporteren naar de voormalige sovjetrepublieken. In Pakistan nu al het toneel van factiestrijd tussen etnische, religieuze groepen en clans zou het Pathaanse nationalisme het vuur aan de lont kunnen steken. In de Noord-Pakistaanse vallei van Malakand bloeit trouwens een variant van de Taliban. Die riep op tot een kruistocht om van Pakistan een echte islamitische republiek te maken. Dankzij de heroïnetrafiek neemt de macht van haar leider, Sufi Mohammad, gestaag toe.

Afghanistan zelf was in het verleden al een kweekschool van radicale islamisten die terreuraanslagen pleegden in Algerije, Egypte, Saudi-Arabië, Jemen, in de Indiase deelstaat Kashmir, in de Parijse metro en in het World Trade Center van New York. Mochten de Taliban uitgroeien tot een politiek monster dat zich tegen zijn makers keert, dan worden de gevolgen daarvan allicht in de hele moslimwereld en ver daarbuiten voelbaar.

Jos De Greef

Een vrachtwagen met Taliban-strijders wordt geblokkeerd door een kudde schapen : pionnen in één groot schaakspel.

Het religieus fanatisme van de Taliban vormt een bedreiging voor de hele regio.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content