De Belgische energiesector bestaat niet meer. De tewerkstelling is er onzeker. Dat hebben we aan onszelf te danken.

Eerst even de recente, turbulente historiek. Najaar 1996 : de vroegere ijzermarchand en staalbaron, tegenwoordig gewoon financier Albert Frère, krijgt de Generale Maatschappij van België (GMB) zo ver 49 miljard frank op tafel te leggen voor een kwart van de aandelen in Tractebel. Een verrassing, want de GMB bezat voordien al een meerderheid in de energieholding. Frère liet echter uitschijnen dat er een kaper voor de kust lag : de Duitse energiereus RWE die in de Frère-participatie geïnteresseerd zou zijn. Waarop de oudste Belgische holding toehapte en haar belang in Tractebel opdreef tot boven de 60 procent.

Volgende episode in dit eigentijdse Dallas : in maart van dit jaar fuseren Tractebel en Powerfin. In feite een louter financiële operatie en een opslorping ; Tractebel bezat namelijk voordien al een meerderheid in Powerfin. Via deze holding controleert Tractebel de elektriciteitsmaatschappij Electrabel en het merendeel van haar internationale energie-activiteiten. Dan naderen we de (voorlopige ?) ontknoping. Albert Frère koopt zich in bij de Compagnie de Suez, de Franse moeder van de GMB en even later stuurt hij aan op een megafusie tussen Suez en Lyonnaise des Eaux, alweer een nutsholding. Volgt u nog ? Eenvoudig voorgesteld, ziet het prentje er nu zo uit : bovenaan Suez & Lyonnaise. Daaronder de GMB en nog een trapje lager Tractebel. Niks aan de hand ? Toch wel, want waarom zou het kruim van de Belgische politiek eerste-minister Jean-Luc Dehaene (CVP), vice-premier Elio Di Rupo (PS) en Vlaams economieminister Eric Van Rompuy zich anders verlagen tot nu eens een verholen dreigement, dan weer een knieval of bedelbrief om een Belgische (Vlaamse ?) verankering van Tractebel af te dwingen ?

FRANS NEOKOLONIALISME

Zoniet alles, dan toch veel draait rond Electrabel, de operationele maatschappij van Tractebel die afgerond 90 procent van de elektriciteit in ons land produceert, 85 procent van het aardgas en 80 procent van de stroom verdeelt. Dat gebeurt via uiteenlopende entiteiten, voornamelijk gemengde intercommunales, waarin ook de gemeenten participeren. Nu stond Tractebel-Electrabel al onder Franse curatele (Suez), maar de fusie tussen Suez en de Lyonnaise des Eaux verandert de positie van de Belgische energieholding grondig. Suez koos ondanks alle sussende woorden en beloften er zou een ?evenwichtige? Frans-Belgische groep worden uitgebouwd , toch voor een echtelijke verbintenis met een Franse partner, waardoor zowel de Generale als haar dochter Tractebel in de verdrukking komen.

Dat is weliswaar niet de mening van Generale-topman Etienne Davignon, die de Belgische autonomie en het gewicht van zijn GMB en Tractebel in de nieuwe entiteit blijft bezingen. Pas het omgekeerde zou verbazing wekken : toegeven dat hij, vicomte Etienne Davignon, onder meer vroeger ondervoorzitter van de Europese Commissie, gedegradeerd zou zijn tot waterdrager van Parijs. Een veel correctere inschatting van de situatie komt van de gedelegeerd bestuurder van Tractebel, Philippe Bodson. Commentaar over de megafusie ? Geen woord, want maanden geleden al gaf hij met een voor zijn doen abnormale deemoedigheid toe : ?Ik ben slechts een bediende.? Daarmee zijn de ware verhoudingen tussen Brussel en Parijs perfect geïllustreerd.

Probleem voor Tractebel-Electrabel is namelijk dat de Lyonnaise in tegenstelling tot Suez, héél veel belangen te verdedigen heeft in de energiesector. En dat binnen de mammoetgroep 190.000 werknemers, 1.200 milljard frank omzet een aantal overlappingen ontstaan, die vooral repercussies zullen hebben voor de Belgische kleindochter Tractebel-Electrabel. Is het, bijvoorbeeld, nodig dat twee studiediensten zich druk maken over elektriciteitsproductie en -distributie ? Heeft de nieuwe groep nood aan twee parken van kerncentrales (een Belgisch en een Frans) om een klein land als het onze van stroom te voorzien ? Is een veelvoud aan operationele diensten echt aangewezen ? Niet alleen dergelijke nuchtere vaststellingen zullen tot rationaliseringen leiden, maar ook de Europese liberalisering van de energiesector gaat saneringen met zich meebrengen.

Waar eventueel gesneden kan worden, is daarbij nogal duidelijk : niet in Frankrijk, maar in ons land. Overigens kan dat, want onder meer in de distributiesector zijn de Electrabel-dochters eufemistisch uitgedrukt ruim omkaderd. Sinds enkele weken wordt in verband met zo’n somber scenario dikwijls verwezen naar het Frans neokolonialisme van Renault. Maar er zijn andere voorbeelden, zoals FN dat na de overname door de Fransen enkel omwille van het interessante, internationaal vertakte verkoopnet langzaam ontmanteld is. En in feite hoeven we niet eens zo ver te zoeken om de Franse, sociale harteloosheid ten overstaan van buitenlandse belangen te illustreren. Was het namelijk niet Suez, dat terwille van een hoger rendement een paar duizend banen schrapte bij Union Minière ? Hetzelfde Suez dus, dat de beleden vertrouwensalliantie met de Generale Maatschappij opblies door een samengaan met deLyonnaise.

AGALEV ALS NUCLEAIR PRODUCENT

Veronderstel nu dat het België of Vlaanderen niet zint om de energievoorziening de moeder van de zogenaamde strategische sectoren van Parijs te laten afhangen. Dat het gevaar op een sociaal bloedbad te reëel lijkt. Of dat ons land in een onvertogen bui van bezorgdheid om de verbruiker, wil profiteren van de liberalisering door energieproducenten tegen elkaar op te jagen. Dan is de rol van Tractebel-Electrabel meteen uitgespeeld en het monopolie van de baan. Maar dit kan niet. Electrabel kreeg namelijk de Belgische, gemengde intercommunales voor energieverdeling zo gek de typestatuten derde generatie te laten ondertekenen. Verbintenissen die onder meer Europees Commissaris Karel Van Miert (concurrentie) de gordijnen in joegen, maar Electrabel verzekeren van gegarandeerde stroomproductie en -verdeling in ons land tot diep in de volgende eeuw. Voor om het even welk bedrijf een onwaarschijnlijk comfortabele uitgangspositie.

Steve Stevaert, burgemeester van Hasselt en voorzitter van de Limburgse elektriciteitsverdeler Interelectra, een zuivere intercommunale van de overheid, wordt nog altijd ongemakkelijk als hij aan die ?deal van de eeuw? er stond een paar duizend miljard op het spel terugdenkt. ?Er bestond geen enkele reden om die contracten hals over kop te verlengen. In veel gemeenten en intercommunales waren de verbintenissen niet eens afgelopen. Door ze te verlengen, gaven wij de sleutel van ons energiebeleid uit handen.? Stevaert deed nog een wanhopige poging in de Vlaamse Raad om de zaak te laten afkoelen en een energiedebat op gang te brengen. Tevergeefs, één voor één gingen de gemeenten overstag en lieten ?hun? intercommunales voor anderhalf decennium binden aan Electrabel.

Het betonneren van het quasi-monopolie van Tractebel-Electrabel werd erdoor geramd met verschillende argumenten en middelen. Zo kregen de gemeenten een wortel voorgehouden ; als ze tekenden, mochten ?hun? intercommunales participeren in Electrabel (5 procent van het kapitaal), wat een mooie, bijkomende dividendenstroom betekende. Toen hier en daar de opstand gepredikt werd, veranderde Electrabel van tactiek : als de Vlaamse overheid zich al te manmoedig zou verzetten tegen de nieuwe contracten, kon Luc Van den Brande (CVP) zijn troetelkind Telenet Vlaanderen mooi vergeten. Want de kabelintercommunales, gecontroleerd door Electrabel, hadden er zich toe verbonden voor 35 procent in de Telenet Holding te stappen.

Zodoende haalde Electrabel zijn slag thuis. Alle gemeenten en steden op enkele uitzonderingen na en zonder Limburg (Interelectra) gingen mee de boot in. Dat leidde hier en daar tot potsierlijke situaties. Zoals bijvoorbeeld in Antwerpen, waar een bestuurscollege met Agalev voor een stukje eigenaar werd van het nucleair park van Electrabel. Of in Leuven, waar SP-voorzitter Louis Tobback door de Electrabel-verbintenis regelrecht inging tegen zijn vroegere buddy, EG-commissaris Van Miert. Op enkele maanden tijd gaf ons land op die manier de controle op zijn energiesector in Franse handen (Suez).

De overhaaste beslissing vlocht energiedistributie en -productie onlosmakelijk door elkaar. Klanten (de gemeenten) werden én verdeler én producent, een economische en ecologische aberratie, maar ook voor de consument die al van de duurste elektriciteit in Europa betaalt geen echte winst. De megafusie zette het mes nog dieper in de wonde : Tractebel werd gekortwiekt (onder meer wat de buitenlandse operaties aangaat) en in één ruk kregen wij een verankering van de beslissingmacht over de Belgische energiepolitiek, plus over de tewerkstelling in de sector, in… Parijs.

HET GEDWEEP VAN DE WALEN

De gevolgen daarvan kunnen nog verstrekkender zijn dan op het eerste gezicht lijkt. Neem, bijvoorbeeld, alternatieve energie. Frankrijk beschouwt dit als een soort godslastering en alle initiatieven terzake zullen de komende vijftien jaar doodgeboren blijven. Of neem Telenet, het zo gekoesterd ?Vlaams? project. Het mooie weer wordt er nu gemaakt door US West (zo’n 25 procent van de aandelen), de Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Vlaanderen (20), een financieel Belgisch consortium met onder meer de Kredietbank, Gevaert en Lessius (ook 20 procent) en tenslotte de kabelmaatschappijen (35 procent dus), die gedirigeerd worden door Electrabel, dus Suez-Lyonnaise des Eaux. Door de heterogeniteit van de club Belgische financiers en de nakende privatisering van de GIMV, komt de Vlaamse verankering danig in gevaar. Zegt Stevaert : ?Nu spreken we in Telenet Vlaanderen, vooral Engels, straks wellicht Frans.? En : ?Het gedweep van de Walen met Frankrijk valt te herleiden tot een vooral cultureel geïnspireerd rattachisme. Ze willen met de Franse vlag zwaaien en de Marseillaise zingen. Wij veroordelen ons nu zelf tot een economisch rattachisme. Als ik moet kiezen : ik zing liever in het Frans dan mijn huishouden te laten runnen door Parijs.?

Jos Grobben

Steve Stevaert : Wij gaven de sleutel van ons energiebeleid uit handen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content