Nu Distrigas in handen komt van de Italiaanse energiegroep ENI, schuift de belangenstrijd op de Belgische energiemarkt op naar het beheer van het gasnet, met Zeebrugge als strategisch knooppunt. ‘Er moet absoluut vermeden worden dat we wel de buizen maar niet de kraan bezitten.’

In Parijs komen deze week de bestuurders van de nutsgroep Suez en van Gaz de France (GdF) samen om hun fusie te regelen. Ze zullen ongetwijfeld ook de Belgische energiemarkt bespreken. Het gaat dan in de eerste plaats over de verkoop van het meerderheidsbelang van Suez in gasleverancier Distrigas aan de Italiaanse energiegroep ENI. ENI legt voor 57,25 procent van de Distrigasaandelen 2,7 miljard euro op tafel. Dat bedrag kan nog oplopen wanneer het conflict tussen de regering-Leterme en de CREG over de doorvoercontracten van transitdochter Distrigas & Co beslecht zal zijn (zie hoofdverhaal). Met de opbrengst verwerft Suez ENI-activa, zoals opwekkingscapaciteit in Italië, het gasdistributienet in Rome en gasbronnen in Mexico, Egypte en Indonesië. In dat scenario is een sleutelrol weggelegd voor Publigas, de holding van de Belgische steden en gemeenten. Die heeft 31,25 procent van Distrigas in handen en heeft gedurende 60 dagen een voorkooprecht om het akkoord tussen Suez en ENI te torpederen.

GdF van zijn kant rondt deze maand de onderhandelingen met Electricité de France (EdF) af over de verkoop van zijn belang in SPE, zowat de enige concurrent van Suez-Electrabel op de Belgische elektriciteitsmarkt. De GdF-participatie in SPE verloopt via Segebel, met het Britse Centrica als partner. Segebel heeft 51 procent van SPE in handen.

Met die transacties voldoen Suez en GdF aan een voorwaarde die de Europese Commissie in 2006 oplegde voor hun fusie. Maar dat de Belgische consument daar beter van wordt, is hoogst twijfelachtig. De energiemarkt in ons land wordt immers gedomineerd door monopolisten. Door een verticale integratie van productie, transport, distributie en levering houden ze die markt in een bijzonder lucratieve greep. Suez-Electrabel is goed voor 80 procent van de productie en levering van elektriciteit. Distrigas heeft een soortgelijk overwicht voor het aardgas.

De overname van Distrigas door ENI en van het GdF-belang in SPE door EdF resulteert niet in meer concurrentie. In het gasdossier wordt de ene monopolist ingeruild voor een andere, en treedt ook de Italiaanse overheid (30 procent belang in ENI) mee in het krijt. En op het vlak van elektriciteit neemt vooral de controle van de Franse overheid op de Belgische markt toe, want zij heeft belangen in Suez-GdF (en zo in Electrabel) en in EdF.

ATOOMBOM

Volgens energiedeskundigen zijn twee elementen cruciaal voor een gunstiger prijs van het aardgas: de bevoorradingszekerheid, en een neutraal gasnetbeheer om meer concurrentie toe te laten. Wat de bevoorrading betreft, wijst ENI op een wereldwijde portefeuille van gasvelden en een resem langlopende contracten met landen als Noorwegen, Algerije en Rusland. ENI wil ook investeren in extra opslagcapaciteit in Zeebrugge, dat strategisch een heel belangrijke positie bekleedt in de bevoorrading van West-Europa (doorvoer van gas naar Duitsland en Frankrijk, een interconnector met het Verenigd Koninkrijk, een pijplijn naar gasvelden in Noorwegen enzovoort).

Vervoer en doorvoer van het aardgas gebeuren via een net dat beheerd wordt door Fluxys, met opnieuw Suez als meerderheidsaandeelhouder (57,25 procent) en een belang van 37,5 procent voor Publigas. Om dat aandeel te verhogen, wil Publigas zijn participatie en voorkooprecht bij Distrigas inzetten als pressiemiddel. ‘We zitten op een atoombom en zullen die gebruiken in de onderhandelingen’, zegt Publigasvoorzitter Daniël Termont (SP.A). Hij weet zich gesteund door de federale regering, die voor een onafhankelijker netbeheer het aandeel Suez in Fluxys wil terugbrengen tot 25 procent.

Termont denkt een grotere deelname van Publigas in Fluxys te kunnen financieren met de meerwaarde op de aandelen van Distrigas en de opbrengst van de verkoop van Distrigas & Co aan Fluxys. Dat laatste is behoorlijk schizofreen. Niet alleen wil Europa het onderscheid tussen transport en transit sowieso opheffen. Als Fluxys, door de regeringsbeslissing om de verlaging van de transittarieven door de CREG terug te fluiten, meer moet ophoesten voor Distrigas & Co (600 à 900 miljoen in plaats van 150 miljoen), dan raakt de netbeheerder veel cash kwijt dat hij volgens de CREG en andere waarnemers dringend in de uitbreiding van het gasnet moet investeren.

Overigens wil Suez in Fluxys een belang van 45 procent behouden. Bovendien sturen de Fransen al enige tijd Fluxys International aan. In die afsplitsing worden alle interessante activa in Zeebrugge (terminal, opslag, technische expertise) ondergebracht. In Fluxys International ligt de aandelengrens voor Suez op 60 procent. ‘Dat is een echt strijdpunt. Als op die manier de kraan en de buizen van elkaar worden losgekoppeld, is dat een ramp voor ons energiebeleid’, zeggen experts. Dat minister van Energie Paul Magnette (PS) daarbij de andere kant opkijkt – Fluxys International is volgens hem geen zaak van de regering, maar van Suez en de gemeenten – beschouwen ze daarom als ‘regelrechte vaandelvlucht’.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content