Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Het Programma Leefmilieu van de rijkswacht coördineert de strijd tegen de illegale handel in bedreigde dieren en planten.

Eind 1995 werd in de schoot van het Centraal Bureau voor Opsporingen (CBO) van de rijkswacht een Programma Leefmilieu opgericht, dat onder meer de zware milieucriminaliteit moet aanpakken. De drie hoofdpunten zijn de strijd tegen de zwendel in afvalstoffen, in stoffen met al dan niet vermeende radioactiviteit, en in internationaal beschermde dieren en planten. Voor dat laatste werkt de rijkswacht nauw samen met experts van onder meer het ministerie van Landbouw, Interpol, Traffic Europe en de douane.

“Ik ben absoluut geen groene”, benadrukt majoor Frans Geysels, die het programma leidt. “Mij kan het bij wijze van spreken niet schelen dat de laatste papegaai in zijn woud gevangen wordt. De kans dat ik hem ooit te zien krijg, is nihil. Maar het stoort me wel dat rond deze situatie een vorm van criminaliteit groeit, die geld opbrengt en niet vervolgd wordt. Het gaat hier om laag-bij-de-gronds geldgewin, dat gekoppeld kan zijn aan andere vormen van criminaliteit. Vele papegaaien komen uit landen die notoir zijn om hun drugs- en wapenhandel, zoals Colombia.”

Dieren kunnen onder meer gebruikt worden om het transport van drugs te maskeren. Er zijn buitenlandse voorbeelden, waarin grote partijen drugs verstopt zaten in kratten met giftige slangen, of in het lichaam van wurgslangen, die traag verteren. “De illegale handel in reptielen, zoals slangen en schildpadden, is mijns inziens uitgebreider dan die in vogels”, zegt Geysels. “Wij hebben hier al kleine netwerken opgerold van handelaars, die voor miljoenen franken illegale schildpadden in huis hadden. Die netwerken worden na verkoop van de voorraad gewoon opgedoekt. Het betreft een typische vorm van zogenaamd projectmatige groepscriminaliteit.”

Het stoort Geysels dat de overheid de milieucriminaliteit nog altijd niet helemaal ernstig neemt. Zo blijkt de Algemene Politiesteundienst nog steeds niet bij machte om duidelijke cijfers te verstrekken over politievaststellingen inzake leefmilieuhandhaving in het algemeen en de Cites-regelgeving, die de handel in bedreigde soorten aan banden legt, in het bijzonder. Telefoontap wordt in leefmilieuaangelegenheden niet toegestaan. De strafmaat is ook niet aangepast aan de ernst van de feiten.

“Voor een overtreding tegen de Cites-regelgeving is de strafmaat in ons land maximaal drie maanden”, stelt Geysels. “Dat is veel te weinig. In onze buurlanden loopt de gevangenisstraf op tot vijf jaar. De Europese verordening 338/97 verplicht de overheid om de Belgische wet inzake de toepassing van Cites te herschrijven. Als we effectief willen tonen dat een overtreding van de Cites-reglementen zware milieucriminaliteit betreft, moet de strafmaat worden aangepast. Ik pleit ervoor om voor een eerste overtreding tegen Cites vijf jaar te eisen, en voor elke herhaling tien jaar, uiteraard gekoppeld aan de bijzondere verbeurdverklaring van de illegaal verworven voordelen. Dat zou pas een ernstig signaal zijn.”

Dirk Draulans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content