Stilte zou een heilig goed moeten zijn. Het geruis van bladeren in de wind, het getjilp van vogeltjes in de struiken, het klateren van een beekje… Poëten en andere dagdromers kunnen er niet over zwijgen.

Helaas is geluidsvervuiling een van de meest verspreide, maar tegelijk meest onderschatte bronnen van milieuhinder. Academici moesten het al ver gaan zoeken om in Vlaanderen nog plaatsjes te vinden die niet werden verstoord door een of ander ‘achtergrondgeluid’, afkomstig van een autoweg of een fabriek.

Zelfs mensen die een leven opbouwden in een bucolisch kader, die van hun huis en tuin een weelde maakten voor dieren en planten, die er met veel moeite in slaagden een banaal maïsveld om te toveren in een uniek stukje moeras met blauwborst en mosbloempje – zelfs zulke mensen horen drie keer per uur een trein voorbijdenderen.

Vooral in het weekend kan geluidshinder ergerlijk zijn. Vele gemeenten hebben – gelukkig – verboden dat er ’s zondags gras wordt gemaaid met lawaaierige machines. Net dan trekken groepen motorrijders de baan op om landelijke wegen te verkennen. Weg, ruisende bladeren en klaterende beekjes.

Motorfanaten blijken steeds meer geneigd om aan natuurexploratie te willen doen. Het is in het weekend bijna niet meer mogelijk een bosgebied in te wandelen of te fietsen zonder gestoord te worden door would-be Joël Smetsen of Stefan Evertsen. De nieuwste rage heet quads: vierwielige mormels die veel lawaai maken, en die in België met zijn uitgebreide wegennetwerk niemand echt nodig heeft. Het is hetzelfde als met een terreinwagen over een autoweg scheuren: de tuigen creëren de valse illusie van een avontuurlijk bestaan. En ze wekken veel wrevel op.

In het luchtruim hebben lawaaimakers helemaal vrij spel. Pleziervliegers storen zich niet aan privacy of eigendomsrechten, cirkelen met hun aan twee vleugels gehangen opgeklopte koffiemolenmotoren ongegeneerd over huizen en tuinen.

Misschien moet Bert Anciaux (Spirit), chef Mobiliteit in de federale regering, eens een origineel idee lanceren. Misschien moet hij eens werk maken van een soort eigendomsrecht in de lucht. Per slot van rekening eisen landen overvliegrechten van tuigen die hun luchtruim doorkruisen. Waarom zou een burger dan geen eigendomsrecht in drie dimensies kunnen claimen? Het recht op rust in de vijfhonderd meter boven zijn hoofd.

Het concept zou instrumenteel kunnen zijn in het dossier over de nachtvluchten, waarin één koerierbedrijf met enkele duizenden werknemers de oren van honderdduizenden mensen teistert.

Het is zo ver gekomen dat handige lui bakken geld verdienen met plaatjes waarop tjilpende vogeltjes en klaterende beekjes te horen zijn. Als die luid genoeg worden gedraaid, overstemmen ze het gedreun van motoren en grasmachines.