Chris De Stoop
Chris De Stoop Chris De Stoop is redacteur van Knack.

Veel morrend volk op de linkeroever van Antwerpen: Zwijndrecht, Kruibeke en Doel voeren actie. En in Kieldrecht en Verrebroek wordt nu onteigend door milieuminister Vera Dua. De grijze mentor van het verzet op de linkeroever, gewezen senator Ferdinand De Bondt, luidt de alarmbel. ‘Er is dringend behoefte aan meer ethiek in de politiek.’

Terwijl in Antwerpen de chaos heerst, zijn de actiegroepen aan de overkant van de stroom bedrijviger dan ooit. Zwijndrecht vecht deze week in het Vlaams parlement tegen het plan om de Antwerpse ring, bijna dwars door de dorpskom, met de Oosterweeltunnel te verbinden. Kruibeke gooit zich letterlijk voor de bulldozers die in de polder een groot overstromingsgebied komen aanleggen. En de groep Doel 2020 stelt het provinciebestuur in gebreke, dat het dorp eens te meer van de kaart wil schrappen. Nergens in Vlaanderen is er momenteel meer gemor over de ‘collaterale schade’ die door grote infrastructuurwerken wordt aangericht.

De grijze mentor – dit jaar 80 – die al ruim 40 jaar het verzet van het linker- oevergebied belichaamt, is Ferdinand De Bondt, gewezen CVP-staatssecretaris en eresenator. De Bondt, die drie universitaire titels behaalde en in de wandelgangen van de politiek wel eens ‘akelig intelligent’ werd genoemd, is nu dag en nacht bezig met de verdediging van zijn bedreigde streek ’tegen de greep van Antwerpen’. Volgens hem een strijd van David tegen Goliath, maar dat neemt niet weg dat hij al talrijke slagen gewonnen heeft: de Antwerpse plannen zijn al herhaaldelijk door de hoogste rechtscolleges van het land én de Europese Commissie afgeschoten. En dat was grotendeels aan de inzet van De Bondt te danken.

Aan de muur van zijn werkkamer hangt er een schilderij, dat hem lang geleden als prijs voor ‘ethiek in de politiek’ werd toegekend.

Nu wordt in de politiek en de ambtenarij te veel aan kortetermijnbelangen gedacht, zoals geld, macht en carrière. Je zou eens moeten weten hoeveel kabinetsleden, die nefaste maatregelen voor onze streek in elkaar hebben geflanst, daarna met mooie postjes zijn beloond. Een begrip als solidariteit, dat is nu een vies woord geworden, dat zal je op geen enkele verkiezingsaffiche meer aantreffen. Maar voor mij is het de kracht die tot gelijkwaardigheid en rechtvaardigheid leidt, en daaraan moet de door winst geobsedeerde economie worden onderworpen.

Hoe kijkt u nu tegen de crisis in Antwerpen aan? Triomfantelijk?

DE BONDT: Nee, zeker niet. Dat kleine gesjoemel met Visa-kaarten verbaast me niets en was vermoedelijk bij zowat iedereen bekend. Iedereen wist ook al lang dat veel politici en topambtenaren een extra inkomen uit al die vzw’s en nevenorganisaties haalden. De vraag die ik mij stel, is dan: waarom breekt dat nú uit? Welke politieke manoeuvres zijn er weer bezig?

Het is natuurlijk tekenend voor de mentaliteit van hoogmoed die daarachter zit. Het is zoals met prinsen en koningen: als zij verwaand of zelfs corrupt zijn, zijn zij de laatsten om zich dat te realiseren. Een koning heeft geen portemonnee, de rekeningen worden achteraf vereffend. Zo ging dat blijkbaar ook met de Visa-kaarten van de Antwerpse bestuurders. Het is voor hen evident dat de publieke middelen tot hun beschikking staan, en als er ergens een tekort zou dreigen, dan gaan ze er automatisch van uit dat ze van de overheid wel bijkomende middelen kunnen afdwingen. Ze laten zelfs wetten op bestelling maken. Ze nodigen de politici uit voor een boottochtje of een etentje, en het komt wel in orde.

Het probleem is dat Antwerpen door zijn economische en politieke gewicht veel te dominant is geworden. Als Vlaanderen zelfstandig zou zijn, zou het een soort stadstaat Antwerpen worden. Vorige week las ik in de krant dat Christian Leysen al een nooddecreet vraagt voor de Antwerpse schandalen, zoals ze eerder voor het Deurganckdok hebben gedaan. Zelfs de Vlaamse regering wordt ervoor herschikt. Het is alsof het lot van heel Vlaanderen ervan afhangt.

Is het vanuit diezelfde mentaliteit dat Antwerpen altijd het verzet aan de overkant van de stroom onderschat heeft? Kijk nu naar Zwijndrecht, Kruibeke, Beveren…

DE BONDT: Ach, de Schelde was vroeger een absolute scheiding tussen het graafschap Vlaanderen langs deze kant en het hertogdom Brabant langs de andere kant. Dat was een economische en culturele kloof. Antwerpen heeft altijd neergekeken op het arme, geïsoleerde Waasland van over ’t water. Pas vorige eeuw hadden ze dat ineens nodig voor hun expansie. Eerst hebben ze nog gedacht dit gebied letterlijk te annexeren. Dat is maar gedeeltelijk gelukt, met de verandering van de Antwerpse provinciegrenzen en de inlijving van Zwijndrecht. Maar de fundamentele houding is nog dezelfde.

Toen ik in 1960 met Detiège senior en Delwaide senior de veerboot van Lillo naar Doel inhuldigde, ben ik daar enorm van geschrokken. Ze keken zelfgenoegzaam uit over dat ‘maagdelijke gebied’ van de Wase polder. In hun ogen een stuk braakgrond dat lag te snakken naar Antwerpse dokken en fabrieken. Ze hadden geen benul van de eeuwenoude gemeenschappen die voor dat gebied geleefd en gevochten hadden. Tot op de dag van vandaag is die houding eigenlijk dezelfde gebleven. Ze zien het linkeroevergebied als één grote zandbak waarop ze greep willen hebben om hun plannen uit te testen. Op sommige van hun kaarten ziet deze streek er letterlijk uit als een woestijn: de huizen en wijken en kreken staan er niet eens meer op aangeduid.

In het verzet in de verschillende gemeenten van de linkeroever spelen ook spanningen met de groenen. Zeker in Kruibeke, waar volgens een persbericht van de Bond Beter Leefmilieu van vorige week het algemeen belang moet primeren op de lokale belangen…

DE BONDT: Dat is net het grote probleem, dat de lokale gemeenschap altijd moet wijken. In de Wase polder heeft men systematisch alle werken van ‘algemeen belang’ verklaard om met de plaatselijke behoeften geen rekening te moeten houden. Het is jammer dat ook sommige groenen, net als de havenbonzen, zeer eendimensionaal naar een bepaald gebied kijken: als een reservaat. Maar alle natuur is hier gemaakt door mensen, en dus cultuur. Moet je het vanzelfsprekend vinden dat de Kruibeekse polder, waar families eeuwenlang gewerkt en geleefd hebben, nu ineens onder water gezet wordt? Terwijl bewezen is dat het waterpeil ter hoogte van Antwerpen maar luttele centimeters zal dalen door het Kruibeekse overstromingsgebied. De veiligheid is dus een drogreden.

Hetzelfde geldt in Zwijndrecht: een tunnel onder Blokkersdijk wordt door groenen verworpen omdat de vogels dan gestoord zouden kunnen worden. Maar dan komt het tracé rakelings langs de dorpskom te liggen. Voor ons is dat een absolute ethische premisse: mens en gemeenschap moeten maximaal worden gevrijwaard. Maar helaas kiezen politici en planners altijd voor de weg van de minste weerstand. De kleine man zal wel wijken. Als hier ministers of managers of baronnen woonden, zou men wel langer naar alternatieven zoeken…

Wat is er onethisch aan het Deurganckdok in Doel?

DE BONDT: Niets. Dat is juist de grote leugen van Antwerpen: dat men altijd doet alsof wij tegen het Deurganckdok en tegen de haven zijn. Dat dok mag er van ons gerust komen. Zolang het maar niet ten koste van de gemeenschap van Doel en de rest van de polder gebeurt. Dat is de basisvoorwaarde. En dat is perfect te realiseren, maar Antwerpen wou het liever anders. Wat er onethisch is, is dat je een onomkeerbare situatie zou creëren: als je Doel weggeveegd hebt, kun je er nooit meer op terugkomen, zelfs als later zou blijken dat je de grond niet nodig hebt, zoals in het verleden zo vaak gebeurd is. Iedereen weet hoeveel geld en grond hier vroeger verkwist is door de Antwerpse blunders.

Maar in de 21e eeuw kun je een eeuwenoude gemeenschap niet zomaar meer laten wegbulldozeren. Ik heb op een vergadering alle priesters van de streek bijeengebracht, die zoiets ethisch onverantwoord noemden. Zij hebben een ethisch bezwaarschrift ingediend.

Weet u, Antwerpen schermt altijd graag met kosten-batenanalyses. Maar in de kosten-batenanalyse van het Deurganckdok zijn niet de milieukosten en verkeerskosten van het containervervoer ingecalculeerd, en helemaal niet de ethische kosten van de schade voor mens en gemeenschap. Het gaat ons niet alleen om Doel, maar om een maatschappijkeuze. Doel is zoals het kanariepietje in de steenkoolmijnen: als het doodgaat, is er te veel gas in de lucht. Wel, als de overheid Doel nu zomaar laat verdwijnen, gaat het ook met onze maatschappij helemaal fout.

Hebt u daarom, na een kwarteeuw parlement, nu met de CVP gebroken?

DE BONDT: Ach, als je in de politiek rechtlijnig bent, heb je niet veel vrienden. Ik heb nooit naar macht gestreefd, maar wel naar invloed. En die had ik ook, zeker wat deze streek betreft. Ik was zeer populair, maar nooit populistisch. Toen ik in 1968 in het parlement kwam, heb ik me bij de eerste vertrouwensstemming al onthouden, wat mij meteen een sanctie van de partij kostte. Ten tijde van het Egmontpact was ik staatssecretaris, maar omdat ik tegen de junta van partijvoorzitters inging, werd ik daarna uitgerangeerd. Misschien heeft mijn inzet voor de linkeroever ook verhinderd dat ik nog als minister kon terugkomen. In de politiek heb ik maar een paar goeie contacten meer, zoals Paula D’Hondt. Een paar weken voor hij in 1998 besliste om Doel van de kaart te vegen, heb ik hier thuis nog minister-president Luc Van den Brande ontvangen. Die bleek absoluut niets van de hele situatie te kennen. Ik toonde hem een kaart van de linkeroever, maar ik had evengoed een kaart van de zuidpool kunnen openplooien. Daarna heb ik met de CVP gebroken. Ook al omdat we net Doel 2020 hadden opgericht en ik een onafhankelijke positie wou innemen.

Met die actiegroep hebt u herhaaldelijk werken laten stilleggen en hele gewestplannen laten schorsen. Wat maakte die procedureslag zo succesvol?

DE BONDT: De belangeloze inzet van een groot aantal, meestal jonge mensen, in de kracht van hun leven, en het onverwoestbare vertrouwen tussen hen. De kern van de zaak is dat de hoogmoed en de overhaasting meebrengen dat de planning niet in overeenstemming is met de realiteit. Dus werden flaters begaan, die afgestraft werden door de Raad van State.

Toen de werken werden stilgelegd, kwam de haven meteen met het verzoek om over een nooddecreet te stemmen. Dat werd eerst nog weggelachen, maar een tijdje later werd het decreet goedgekeurd, zoals gevraagd. Weinig democratisch natuurlijk. Het nooddecreet is een soort bijzondere-machtenbesluit om te voorkomen dat Doelenaars nog, zoals elke andere Belg, naar de Raad van State kunnen stappen. En dat zonder precieze tijdslimiet. Wij denken er dan ook sterk aan om dit nooddecreet niet alleen voor het Arbitragehof, maar desnoods voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens aan te vechten.

Maar vergis je niet, wij voeren geen procedures om de procedures. Ik ben zelf indertijd met havenschepen Delwaide en havenbestuurder Bruyninckx gaan onderhandelen om de procedures tegen het Deurganckdok stop te zetten, op voorwaarde dat ze geen bijkomende grond in Doel en de polder zouden innemen. Maar daar hadden ze geen oren naar. Ook tegenover de Vlaamse regering blijven wij bereid de procedureslag te staken als er garanties komen voor de gemeenschap van Doel. Dat kan perfect, want voor wie de havenontwikkelingen volgt, is het nu al zonneklaar dat het zogenaamde Saeftinghedok over Doel-dorp er toch nooit zal komen.

Was Doel de kers op de taart voor de uitverkoop van de haven aan Singapore?

DE BONDT: De gefuseerde Hesse-Noord Natie, die een quasi-monopolie heeft in de goederenbehandeling, is nu helemaal aan Singapore verkocht. Er is zelfs geen Vlaamse verankering meer. Natuurlijk gaat men zich in Singapore niets aantrekken van wat in Antwerpen gebeurt, laat staan van wat in Doel gebeurt. Dat is de zwarte kant van de globalisering.

Het nooddecreet regelde niet alleen het Deurganckdok, maar ook de natuurcompensaties. Op dit moment is het minister Dua die bijna 200 hectaren in Kieldrecht, Verrebroek en Doel onteigent voor weidevogelgebied…

DE BONDT: Ook dat onteigeningsbesluit zullen wij bestrijden. Het is toch godgeklaagd dat de landbouw tweemaal moet inleveren: eerst om plaats te ruimen voor de dokken, dan om het natuurverlies te compenseren. Het lijkt soms echt absurd. Stel u voor: op dit moment gaat men een opgespoten terrein aan de kerncentrale weer afgraven om er natuur van te maken; met dat zand wordt een dok gevuld dat miljarden heeft gekost en nooit gebruikt is. En de baggerbuizen wil men langs de dijk door het haventje leggen, zodat de wandelaars en toeristen helemaal weggejaagd worden.

Dankzij jullie acties geldt weer het gewestplan van 1978 en staat Doel wettelijk weer op de kaart. Maar in werkelijkheid is het al meer dan half leeggelopen. Dus toch een spookdorp?

DE BONDT: De menselijke schade is natuurlijk enorm. Na de beslissing om Doel op te doeken, hebben twee mensen zelfmoord gepleegd, zijn families uit elkaar gevallen, is de leegloop op gang gebracht door de bemiddelaar… Maar er is een zeer levendige, sterke kern overgebleven. Jammer genoeg beslist de provincieraad op dit moment om in de nieuwe ruimtelijke structuurplannen Doel wéér van de kaart te schrappen, waartegen we weer procedures moeten beginnen. En intussen zijn er al twaalf sloopaanvragen voor huizen en hoeves in en rond het dorp.

Als de bulldozers effectief het dorp intrekken, zal voor sommigen misschien een grens overschreden worden. Dan zou men wel eens verder kunnen gaan dan alleen maar de wettelijke strijd zoals tot nu toe. Kent u het Duitse dorp Altenwerder, dat voor een containerterminal in Hamburg moest wijken? Daar had zich een zeer militant soort inwoners bijna letterlijk ingegraven. Men heeft daar bijna huis aan huis moeten vechten om hen weg te krijgen. Wil men zoiets bij ons ook? Dan wordt Doel het Stalingrad van de polder. ( lacht)

U hebt gezworen dat u niet zal sterven voor Doel en de polder gered zijn?

DE BONDT: Als dat maar geen dronkemanseed was. Nee, ik heb gelukkig een sterke conditie en de mensen om mij heen houden me jong. Antwerpen zou het misschien liever anders zien. Ik ben al heel mijn leven hun tegenspeler. Tweemaal hebben we Doel kunnen redden, eind jaren zestig en eind jaren zeventig. En toen de nieuwe plannen vijf jaar geleden op tafel kwamen, heb ik inderdaad beloofd dat dat niet zou gebeuren zolang ik leef. Ik blijf erin geloven dat verantwoordelijke mensen de ethische dimensie van de besluitvorming gaan erkennen.

Chris De Stoop

‘Op sommige Antwerpse kaarten ziet deze streek er letterlijk uit als een woestijn: de huizen en wijken en kreken staan er niet eens meer op aangeduid.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content