Het Nederlands voorzitterschap werkt hard aan het nieuw Europees verdrag. Terwijl de Europese Commissie in het defensief raakt.

Met gebalde vuisten maakte Anne Van Lancker (SP) haar collega’s in het Europees parlement duidelijk dat ze gewonnen had. De stemming over haar Schengen-rapport werd uitgesteld. Van Lancker hoopt volgende maand beter gewapend te zijn om een meerderheid achter haar verslag en resolutie te krijgen. Dat wordt boksen, want uit conservatieve hoek, onder meer van Duitse christen-democraten, komt er serieuze tegenwind.

Van Lancker is niet mild voor Schengen. De akkoorden zijn onevenwichtig, want focussen te veel op ordehandhaving en migrantenproblematiek. Bovendien zijn ze onvoldoende doorzichtig en gaat het om democratisch lapwerk. Ook het Schengen Informatie Systeem (SIS), dat hoofdzakelijk voor ?ongewenste vreemdelingen? wordt gebruikt, neemt ze op de korrel. Van Lancker wil dat de hele Schengen-winkel, dus het asiel-, migratie- en visabeleid een volwaardige Europese bevoegdheid wordt, wat nauwgezette parlementaire controle mogelijk maakt.

In juni moet het nieuwe Unieverdrag, het vervolg van Maastricht, een feit zijn en dat veroorzaakt grote politieke manoeuvres. Het Europees parlement hoopt dan meer toezicht te kunnen uitoefenen, onder meer op Schengen. Van Lancker en haar medestanders willen met een krachtige resolutie de regeringsleiders en het Nederlandse voorzitterschap van de Europese Unie ervan overtuigen dat het huidige systeem niet voldoet en dat ook op dit punt een verdragswijziging noodzakelijk is.

De Nederlandse diplomatie draait sinds 1 januari op hoog toerental. Ze heeft de ambitie om de Intergouvernementele Conferentie (IGC), die over de nieuwe verdragstekst onderhandelt, onder het Nederlands voorzitterschap af te ronden. Hoewel de onderhandelaars al tien maanden om de tafel zitten, is er tot dusver weinig vooruitgang geboekt. De materie is moeilijk en niet zelden explosief bijvoorbeeld de stemverhoudingen tussen de lidstaten. En de meningsverschillen zijn groot. Met Groot-Brittannië valt nog altijd geen land te bezeilen, omwille van de verkiezingen. Die komen er niet voor 1 mei, zodat Den Haag alles op de eindsprint zal moeten zetten.

ER ONTSTAAT EEN KOPPELOTON

Nederland was altijd een Eurominnaar. Sinds de komst van Frits Bolkestein, de liberale lijsttrekker, rijzen er echter vragen rond de homogene opstelling van de Nederlandse diplomatie. Premier Wim Kok en minister van Buitenlandse Zaken Hans Van Mierlo zitten niet altijd op dezelfde golflengte als Europees staatssecretaris Michiel Pattijn, een liberaal uit de stal van Bolkestein, dus een koele Eurominnaar. Met de nodige regelmaat stoort de Belgische diplomatie zich aan het Euroscepticisme, die sommige Nederlandse voorstellen kruiden. Pattijn was vorige week in Brussel voor een IGC-rondje. ?We hebben het vooral over de thema’s gehad die tot dusver niet aan bod kwamen,? zei hij. Welke die onderwerpen waren, durfde hij niet direct publiek te maken. Na lang aandringen bleek dat er over de hete hangijzers nauwelijks gepraat was. Flexibiliteit, waarover in de Europese toren van Babel zoveel te doen is, stond niet op de agenda.

Flexibiliteit is een Duitse uitvinding en een repliek op het Brits immobilisme. Het begrip dekt een methode om landen op bepaalde punten nauwer te laten samenwerken. Zoals er een koppeloton rond de muntunie aan het ontstaan is, zou dat er ook rond andere thema’s kunnen komen. Over flexibiliteit wordt al twee jaar gepraat. Blijkbaar met resultaat. Een Belgisch topdiplomaat : ?We zijn zover dat iedereen er ongeveer hetzelfde onder verstaat. De spraakverwarring is grotendeels verdwenen.?

De waarheid is genuanceerder. Tijdens het vragenuurtje in het parlement gaf de bevoegde Commissaris Marcelino Oreja een opsomming van de vele onopgeloste vragen omtrent flexibiliteit. Het woord alleen al vond Oreja betwistbaar. Hij geeft de voorkeur aan versterkte samenwerking. ?In feite behelst flexibiliteit een techniek om de unanimiteitsregel te omzeilen. Het moet echter duidelijk zijn dat het om een ultiem middel gaat.? Enthousiast klonk Oreja niet. Hij is Spanjaard en de meeste zuiderse landen vrezen dat ze via de flexibiliteitstechniek wel eens tot tweederangsleden van de Unie gedegradeerd kunnen raken.

Ook in dit debat viel op dat de Commissie de onderhandelingen veeleer ondergaat dan oriënteert. Dat heeft niet alleen met de figuur van Commissievoorzitter Jacques Santer, maar ook met de toegenomen assertiviteit van het parlement te maken. Voor het eerst in de geschiedenis van de Unie moet de Commissie veel kritiek slikken. De bevindingen en de commentaren van de BSE-enquêtecommissie (dollekoeienziekte) kwamen hard aan. Symptomatisch is een verstoorde brief van Santer aan premier Jean-Luc Dehaene (CVP) over een ?tribune? van Franklin Dehousse, Belgisch IGC-adviseur en telg uit een familie die bekend staat om haar franc parler. Diens stelling luidt : de Commissie is op drift, maar is er zich niet van bewust. ?De Commissarissen mogen niet langer onaantastbaar zijn. Er zijn dringend hervormingen nodig, zodat men ze ter verantwoording kan roepen. In de huidige onderhandelingen speelt de Commissie nauwelijks een rol. Als er geen hervormingen komen, dreigt ze zelfs een dood gewicht te worden.? Een ontstemde Santer reageerde schriftelijk, Commissaris Karel Van Miert telefonisch.

P.G.

Voorzitter Gil-Robles (rechts) van het Europees parlement met Commissievoorzitter Santer. Het parlement bijt van zich af en de Commissie is op drift.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content