De golf van ontslagen in de media heeft alvast ééngunstig effect gehad: het Vlaams Parlement heeftvorige woensdag een erg volwassen debat gehouden over de verhouding tussen politiek en media.
Zowat alle partijen (behalve Vlaams Belang) waren het erover eens dat de media op een of andere manier moesten worden gesteund. Rechtstreekse perssteun, zoals die tot in de jaren negentig bestond, is uit den boze, maar andere – indirecte – steunmaatregelen moeten volgens het parlement zeker kunnen. Net zoals de Amerikaanse steun aan de auto-industrie voorwaardelijk is, mag de perssteun ook geen blanco cheque zijn voor de mediabedrijven.
Carl Decaluwé (CD&V) en zijn collega’s Jos Stassen (Groen!) en Dany Vandenbossche (SP.A) bepleitten een hele waaier aan mogelijkheden. De overheidssteun moet vooral de kwaliteit (en dus de redacties) ten goede komen. Hij moet gekoppeld worden aan een beter statuut voor freelancers, een statuut dat de onafhankelijkheid van de redacties waarborgt, het naleven van cao’s en afgesproken tarieven et cetera. ( Knack nr. 50)
Minister Kris Peeters (CD&V) nam de suggesties ernstig en kondigde de oprichting van een mediaplatform aan. ‘Flanders Media’ (vreselijke naam!) moet in januari/februari alle actoren rond de tafel verzamelen om ieders noden en verzuchtingen te aanhoren. Opvallend was ook dat Peeters het voorstel genegen lijkt om de journalistiek te erkennen als een creatief beroep. Het openstellen van het kunstenaarsstatuut (een federale materie) voor journalisten zou gepaard gaan met een forse lastenverlaging.
Het Vlaams Belang was de enige partij die opperde dat overheidssteun leidt tot een aantasting van de persvrijheid. Vanuit een hyperliberale invalshoek pleitten Werner Marginet en Philip Dewinter ervoor om alle perssteun af te schaffen. ‘Als de media persvrijheid willen, dan is dat prima. Maar niet op kosten van de belastingbetaler. Als men dingen wil publiceren die de regels van de neutraliteit en de objectiviteit met de voeten treden, dan moet men het zelf betalen en zorgen dat er een markt voor is. Die uitdaging durven de kranten en de media blijkbaar niet aan’, liet Dewinter optekenen.Die redenering werd door Bart Caron (onafhankelijk) gecounterd door een verwijzing naar de cultuursector: ‘Vindt u dat kunst vrijer was toen er nog geen overheidssteun bestond? Toen kunstenaars van mecenassen afhankelijk waren?’ Dewinter hield voet bij stuk: ‘Inderdaad. Via overheidssteun – en natuurlijk zit daar een verborgen politieke agenda achter – koopt men de politieke correctheidvan de media af. Dat is de realiteit.’
En zo blijft een mens zich verbazen over de selectieve verontwaardiging van het Vlaams Belang. Die partij ontvangt elk jaar 4 miljoen euro partijfinanciering van de verschillende overheden in ons land. Dat is véél meer dan de steun die de Vlaamse overheid anno 2008 geeft aan de geschreven pers. Laten we Dewinters redenering dan ook doortrekken: ‘Als de politieke partijen hun politieke vrijheid willen, dan is dat prima. Maar niet op kosten van de belastingbetaler.’ Het logische gevolg van het Vlaams Belangstandpunt is dat de racistische partij haar partijdotatie voortaan terugstort inde staatskas.
door Karl van den Broeck