De ETA heeft tegenwoordig alleen nog oog voor socialisten. De terreur heeft nu ook de Baskische gemeentepolitiek midscheeps geraakt.

Toen de socialisten in 1982 een nieuw Spanje uitvonden, leek ook voor Baskenland een gouden tijd aan te breken. Felipe González’ PSOE schoof Euskadi steeds meer autonomie toe. Geen regio in Europa slaagde erin meer bevoegdheden op zak te steken. Twintig jaar later, op de eerste dag van de lente, stappen twee gemaskerde mannen café Gure Txoko binnen in het Baskische kustplaatsje Orio. Juan Priede zit er net een koffie te drinken. De 69-jarige man krijgt van dichtbij een kogel in het achterhoofd en overlijdt vrijwel meteen. Priede was gemeenteraadslid voor diezelfde PSOE.

Nochtans is het de Partido Popular (PP) die traditioneel het kanonnenvlees levert voor de ETA-terreur. In de separatistische logica is premier José Maria Aznar de erfvijand. De conservatieven trekken zich steeds meer in hun Madrileense centralisme terug, een burcht van onverzettelijkheid die deels op de fundamenten van Franco’s politieke erfenis is gebouwd. Sinds ze zes jaar geleden Felipe González uit Moncloa hebben verdreven, dulden ze de autonome regio’s maar node. Zeker in Baskenland hebben ze er alles aan gedaan om de nationalisten, ook de gematigde groepen, tegen de haren in te strijken.

Het maakt het allemaal des te opvallender dat de ETA het tegenwoordig vooral op socialistische politici heeft gemunt. Sinds de terreurbeweging eind 1999 haar veertien maanden oude staakt-het-vuren opzegde, werd geen partij zo zwaar getroffen als de PSE, de Baskische PSOE-afdeling. De voorbije maanden heeft de ETA zelfs geen rechtse politici meer in zijn vizier genomen. De laatste aanslag op een conservatieve politicus is bijna een jaar geleden.

Sindsdien heeft de ETA nog drie politici proberen te doden, allemaal dit jaar, allemaal leden van de PSE. Op 19 februari overleefde Eduardo Madina, leider van de PSE-jongeren, als bij wonder een bomaanslag op zijn auto. Negen dagen later raakte gemeenteraadslid Es- ther Cabezudo op even miraculeuze wijze lichtgewond toen de ETA meer dan twintig kilo dynamiet tot ontploffing bracht dat in een boodschappenkarretje verborgen zat. Op 21 maart was Juan Priede aan de beurt.

Wie durft nog zijn mond te roeren in Euskadi? Er zijn niet alleen die achthonderd ETA-doden, die als een zwaard van Damocles boven elk vredesoverleg hangen. Er is ook de bijna dagelijkse kale borroka, de stadsguerrilla van jeugdige ETA-sympathisanten die autobussen in de fik steken en molotovcocktails naar huizen van niet-nationalisten gooien. En er is de tweeslachtigheid van de PNV, de Baskisch-Nationalistische Partij. De gematigde nationalisten verzetten zich enerzijds tegen het terroristisch geweld maar willen tegelijk de banden met Batasuna, de politieke arm van de ETA, niet helemaal doorknippen. Geen gelegenheid laat de PNV onbenut om Madrid als een bezetter te bestempelen en het nationalistische vuur aan te wakkeren. ‘Het is niet makkelijk hier te wonen’, zingen kinderen op de Baskische openbare televisie ETB. ‘We moeten tussen de Spanjaarden leven. We willen een oplossing. Hoe kunnen we Baskenland bevrijden?’

INTIMIDATIE, CHANTAGE EN MOORD

In zulke sfeer van intimidatie, chantage en moord houdt alles wat niet-nationalistisch is zich steeds meer ge- deisd. De magistraten had de ETA al in een wurggreep: de voorbije vijf jaar hebben meer dan honderd rechters Baskenland verlaten. Met zijn laatste campagnes lijkt de ETA ook de politiek definitief te hebben gevloerd. Van de 243 socialistische gemeenteraadsleden in Baskenland hebben er nu al twintig ontslag genomen. Na de aanslagen op Madina en Cabezudo dreigden nog vijftig anderen met ontslag als ze geen betere bescherming kregen. De emoties laaiden zo hoog op dat de socialisten van het stadje Llodio voorstelden om alle Baskische PSE-raadsleden en bloc te laten opstappen.

Zover kwam het niet, maar verschillende gemeenten balanceren op de rand van de onbestuurbaarheid. In Zumarraga, waar twee jaar geleden PP-raadslid Manuel Indiano werd vermoord, is het al zover. Allevijf de PSE-raadsleden zijn er opgestapt, met in hun kielzog twee collega’s van andere partijen. Een van hen was Uxue Busca van de links-nationalistische EA. Maan- denlang was ze gepest en gestalkt omdat ze Indiano’s weduwe had geholpen. Van de zeventien raadsleden die aan de zittingsperiode begonnen in Zumarraga zijn er vandaag negen over, te weinig om nog te kunnen vergaderen. Het provinciebestuur van Guipúzcoa moet nu een tijdelijke bestuurscommissie samenstellen opdat het stadje het tot de lokale verkiezingen van 2003 kan uitzingen.

Met zijn recente voorkeursbehandeling van de Partido Socialista de Euskadi heeft de ETA een niet mis te verstaan signaal gegeven: voortaan kan iedereen die niet aan de vorming van een onafhankelijk Euskal Herria (Groot-Baskenland) meewerkt, uit de weg worden geruimd, zowel links als rechts, zowel toppoliticus als lokaal mandataris. De terroristen lijken er een belangrijk postscriptum te hebben aan toegevoegd: geen enkele partij sluit ongestraft een pact met de duivel. Want dat is het wat de PSOE in de ogen van veel nationalisten heeft gedaan toen ze in december 2000 een historisch Anti-terroristisch Pact met de Partido Popular sloot. Via dit niet-nationalistische front hoopt vooral Aznar de PNV opzij te schuiven en Batasuna, de politieke arm van de ETA, in de illegaliteit te duwen.

VERTREK VAN DE OUDE GARDE

Toen de PSE na dat pact een nieuwe verkiezingsnederlaag moest incasseren, belandde de partij in een identiteitscrisis waar ze nog steeds niet uit is. Er zijn Baskische socialisten die de deur naar de PNV minstens op een kier willen laten, het andere deel ziet de deur liever nooit meer opengaan. Eind vorig jaar werd de kloof tussen beide kampen zo diep dat Nicolás Redondo Terrero er de brui aan gaf, niet alleen als secretaris-generaal van de PSE maar ook als parlementslid in Vitoria. De kapitein liet een roerloos ronddobberend schip achter. Misschien heeft dat de ETA-strategen in de verleiding gebracht om de partij midscheeps aan te vallen, zeker nu de conservatieven geen duimbreed blijken toe te geven.

Redondo’s ontslag was een zware klap, maar het gaf de PSE tegelijk de kans opnieuw zichzelf uit te vinden. De voormalige secretaris-generaal stond dichter bij de Partido Popular van Jaime Mayor Oreja dan bij de PNV van Xabier Arzalluz, verklaarde hij nog eens op zijn laatste persconferentie. ‘Jaime is rechts en ik links, hij is constitutionalist en ik ook, hij is autonomist en ik ben autonomist. Punt uit. Tussen mij en Arzalluz is de afstand groter. Hij is rechts, separatistisch en nationalistisch.’

Vertrekt met Redondo de oude garde in de PSE, net zoals Felipe González in 1997 het roer van zijn amechtige PSOE losliet? Tijdens het PSE-congres eind maart, waar de verkiezing van een nieuwe secretaris-generaal bovenaan op de agenda stond, moesten de redondisten in elk geval flink inbinden. Het gelonk naar de conservatieven lijkt voorbij, de PSE spreekt weer met eigen stem. De kans dat de nieuwe PSE-leider, Patxi López, straks met de gematigde nationalisten aan tafel zit, is reëel.

Of de ETA daar genoegen mee neemt, is zeer de vraag. Socialistische toppolitici als ex-minister Ernest Lluch en ex-gouverneur Juan María Jáuregui, allebei in 2000 om het leven gebracht, waren net voorstanders van een dialoog met de nationalisten. Ook Juan Priede was iemand die bruggen wilde slaan. Als enige niet-nationalist in de gemeenteraad van Orio kon hij op behoorlijk wat sympathie rekenen bij de andere mandatarissen, zelfs bij de ultranationalisten. De drie Batasuna-leden veroordeelden de aanslag dan wel niet ? het tegendeel zou pas historisch geweest zijn ?, ze hadden het steeds uitstekend met Priede kunnen vinden, zeiden ze in een communiqué na zijn dood. ‘Met mensen als Juan Priede zou een rechtvaardige en vreedzame oplossing in Euskal Herria veel makkelijker zijn.’

Als het klopt dat de ETA de laatste tijd zwaar verjongd en geradicaliseerd is, en als het klopt dat de ETA daardoor meer dan ooit in haar eigen geweld verstrikt is geraakt, dan had ze geen betere schietschijf kunnen vinden, zeker niet wanneer ze de aanslag in Orio 48 uur voor het PSE-congres plande.

Rudy Pieters

Van de 243 socialistische gemeenteraadsleden in Baskenland hebben er nu al twintig ontslag genomen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content