Reus is de met spanning verbeide opvolger van Annelies Verbekes bijzondere en fenomenaal succesrijke debuutroman Slaap!. Maar helaas.

Een tweede boek is altijd moeilijk, te meer als het eerste op algemeen gejuich is onthaald. In het geval van Annelies Verbeke was het, zou je kunnen zeggen, zelfs haast ondoenlijk om nog over het daverende succes van Slaap! heen te komen (zie kaderstukje). Haar tweede boek had nog stukken beter moeten zijn dan die (overigens inderdaad op zijn minst opmerkelijke) eersteling om met zelfs maar half zoveel enthousiasme begroet te worden.

Alleen, zoveel beter is Reus dus niet. Het tegendeel is zelfs het geval.

Gek genoeg ligt dat niet hieraan dat Verbeke in Reus iets heel anders zou hebben geprobeerd dan in Slaap!. De twee romans zijn overduidelijk broertjes van elkaar: ze hebben beide een dubbelbezette hoofdrol van gelijkgestemde zielen tussen wie een speciale band bestaat. In beide is sprake van een bijzondere moederfiguur en van mislukkende liefdesverhoudingen en wordt op zijn minst gesuggereerd dat tussen het eerste en het tweede een verband bestaat. Beide werken toe naar een open einde waar het leven van de hoofdpersonages dan misschien ( Slaap! eindigde ook expliciet met dat woord) toch nog een gunstige wending neemt, een slot dat zich in den vreemde ontrolt – thuisloosheid, het niet-thuis-zijn (zowel ruimtelijk als relationeel, bij zichzelf net zozeer als bij anderen) zowel als stuurloosheid kunnen de belangrijkste thema’s genoemd worden.

En zo is er nog meer – hoe komt het dan dat Slaap! wel, en Reus niet geslaagd mag heten?

Het verhaal: Hannah en Kim De Blezer zijn zussen. Ze zijn allebei rond de dertig en uit op kicks. Er is bijvoorbeeld zoiets als winkeldiefstal. Zowel Hannah, de vertelster, als Kim is getrouwd met een Wim geheten, tamelijk doorsnee uitgevallen, best wel geschikte man. Wie getrouwd is, kan overspel plegen – weer een andere kick. Beroepshalve houden de zussen zich elk op hun manier ook met bedrog bezig. Kim verkoopt dure maar onbestaande bungalows bij het Gardameer. Hannah is journaliste bij ‘een dubieus maar goed verkopend weekblad’ met de titel !!!, waar ze de realityrubriek ‘Hannahs Freaks’ leidt – hetgeen betekent, in haar eigen woorden: privacy en anonimiteit stelen. ‘In het begin had ik wel eens te kampen gehad met remmingen. Nadat ik een paar grenzen had verlegd, werd ik steeds beter in wat ik deed.’ Ze wordt er zelfs zo goed in dat haar wordt aangeboden een tv-versie van haar rubriek te maken. Dat aanbod neemt ze meteen aan.

Niet dat het helpt: ‘Ik besefte dat ik een goede man had en een mooi huis maar dat ik niet wist wat ik daarmee aan moest en dat dat nooit veranderen zou’, zoals Hannah op zeker ogenblik bij zichzelf denkt. Langzaam maar zeker nadert het moment dat dat besef haar in een existentiële crisis zal storten – dat een van ‘haar’ freaks, die zich door Hannah verraden voelt, in volle uitzending met een kruisboog haar linkerhand aan stukken schiet, helpt natuurlijk ook niet erg. Als vervolgens Kim zwanger blijkt van haar nieuwste minnaar, nemen beide zussen het besluit eerst maar eens heel ver van hun problemen weg te reizen. Ze kopen een vliegtuigticket naar Australië.

In het tweede deel van de roman vinden de zussen daar stomtoevallig de persoon terug op wie ze nu al jaren hun machteloze, hunkerende haat richten in een jaarlijks terugkerend nachtelijk scheldritueel: hun moeder, die haar overspelige man en haar gezin twaalf jaar eerder in de steek heeft gelaten en die nu onder de Aborigines leidster van een antimannensekte blijkt te zijn geworden. Aha – catharsis dus? Niet direct. En dan is er ook nog het titelpersonage, de bij elke volgende ontmoeting weer groter blijkende albino met zijn Wartburg 353W Tourist die het hele verhaal door af en toe in Hannahs nabijheid opdoemt – en die overigens dezelfde blijkt te zijn als de witte muis die nog in het begin van het boek in haar badkamer verschijnt. Tot slot schenkt Kim het leven aan een meisje. ‘Wij schreeuwden mee.’ Einde.

Als de vorige alinea karikaturaal klonk, dan komt dat doordat op zijn minst de tweede helft van Reus ook karikaturaal is. Als je aan een roman andere eisen wilt stellen dan aan een stripverhaal, dan moet deze roman je wel teleurstellen. Niet dat Verbeke plotseling alles verkeerd zou doen, Reus bevat menige hoogst citeerbare passage (‘Ik (…) had geen zin om te antwoorden dat het verkeerd is om de dingen te proberen over te doen, om iets op dezelfde manier te willen beleven. Ik wist trouwens niet of dat zo was. Misschien kwam het er wel op aan leuke dingen zo vaak mogelijk, al was het dan krampachtig, te herhalen en zou het geluk dan inderdaad niet in het resultaat maar in de weg erheen liggen. Het bleef hoe dan ook onzinnig klinken. Geluk in het algemeen eigenlijk’). Maar zou het kunnen dat dit boek gewoon te weinig body heeft? Tachtig of honderd pagina’s meer hadden Reus wellicht voor de al te grote schetsmatigheid kunnen behoeden waar de roman nu aan lijdt.

Al hadden ook die vermoedelijk niet kunnen verhinderen dat Verbeke zich in de dwaze bizarrerieën verliest die je ook in Slaap! al de wenkbrauwen deden fronsen. Als de schrijfster, zoals in menig interview de afgelopen weken was te lezen, echt vindt dat ongewoon per definitie interessant is, dan zal ze die buitengewoon aanvechtbare stelling toch een stuk beter moeten onderbouwen dan ze hier doet. Een niet-bestaande maar toch echte muisreus die als een soort narratief ectoplasma aan het eind plompverloren komt meedelen wat hij nu eigenlijk in dit boek komt doen? Een gefrustreerde Vlaamse huisvrouw die in een spirituele leidster voor Aborigines verandert? Verbeke heeft wel een heel groot vertrouwen in de metamorfoserende kracht van haar verhaal.

ANNELIES VERBEKE, ‘REUS’, DE GEUS, BREDA, 218 BLZ., A 18,90.

annelies verbeke (Dendermonde, 1976) was met haar scenario Dogdreaming al geselecteerd voor het filmfestival van Berlijn eer ze een literaire droomstart maakte: haar debuutroman Slaap! (2003) verkocht tot nu toe zo’n 50.000 exemplaren, werd dertienmaal vertaald en bekroond met de Nederlandse Vrouw en Kultuur Debuutprijs 2004, de Vlaamse Debuutprijs 2004 en het Gouden Ezelsoor 2005 voor het bestverkochte debuut.

Herman Jacobs

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content