Twaalf miljard frank schuift de regering De Post toe. Een bruidsschat voor allianties met sterke partners, want op hun eentje glijden de posterijen uit de geliberaliseerde Europese markt.

Enkele jaren geleden gooide De Post haar posthoorn weg. Het logo moest gemoderniseerd worden. Momenteel wordt er rondgetoerd met een wat onbestemd logo. Iets in hard rood. Hooguit vaag roept het de herinnering op aan de toeter waarmee de postkoets haar komst aanmeldde.

Het autonoom overheidsbedrijf – met veertigduizend medewerkers de grootste werkgever van het land – is er daarmee nog niet van af. Het kijkt aan tegen een forse moderniseringsachterstand ten opzichte van de collega’s. Het telecombedrijf Belgacom is al half geprivatiseerd, draait onder leiding van zijn buitenlandse aandeelhouders mooie cijfers en droomt dat de volgende regering haar straks naar de beurs laat trekken. Zelfs de spoorwegmaatschappij NMBS mag de denkpistes van privatisering en beursgang inslaan. Nu het ruige werk van de hogesnelheidstrein achter de rug ligt, bouwt de NMBS op zijn “pakjesmaatschappij” ABX, en overname na overname, aan een polyvalente Europese vervoersmaatschappij.

De Post daarentegen sukkelt maar wat voort. Het bedrijf ligt vastgeketend aan de staatsmonopolie-ideeën van het Waalse socialisme. De postbodes willen hun ambtelijke kepi niet kwijt. Af en toe laait er wel een vonk op. Als gedelegeerd bestuurder André Bastien waarschuwt dat “De Post niet onsterfelijk is, als we ons niet moderniseren”, bijvoorbeeld.

Maar of de baas die modernisering kan realiseren, lijdt veel twijfel. De ex-geniekolonel en voormalig kabinetschef van defensieminister Guy Coëme (PS) is immers zijn zakelijke maagdelijkheid kwijtgeraakt, sinds het Hof van Cassatie hem voor corruptie veroordeelde in de Agusta/Dassault-affaires. VLD-Kamerlid Herman De Croo, die een tijdje minister van Verkeerswezen was en sedertdien een guerrilla voert tegen alles wat met luchtverkeer, spoorwegen en posterijen te maken heeft – overigens als een van de weinige parlementsleden die zich in deze materies vastbijt – weet het wel zeker: “de post mist de trein”.

De Post is enkelvoud. Logisch, de posterijen zijn in heel Europa gegroeid als een staatsmonopolie. Maar daaraan komt een eind, hoewel Europa met die liberalisering minder voortvarend omspringt dan met de vrijmaking van de markten voor telefoons, vliegtuigen en treinen. Maar een beetje sluiks werd het postmonopolie toch af flink ingeperkt. Het monopolie geldt alleen nog voor de verdeling van poststukken van minder dan 350 gram tegen het gewoon tarief. Alle andere zendingen mogen privé-maatschappijen verwerken, en dat doen ze meer en meer. In 2003 is het hoe dan ook met dat laatste stuk monopolie gedaan. Dan ligt de markt van de postbedeling er volledig geliberaliseerd bij. Al moeten de Europese lidstaten wel opletten: er moet een universele postdienst blijven bestaan. Het gevaar is namelijk niet denkbeeldig dat rendabele postmaatschappijen weinig belangstelling betonen voor de ouderwetse bedeling in weinig bevolkte landelijke gebieden.

NEDERLAND DOET ZE DE DUVEL AAN

Terwijl De Post nadenkt over zijn toekomst, verandert het Europees postlandschap razendsnel. De Koninklijke Nederlandse Post is al lang geprivatiseerd. Ze nam de Australische pakjesreus TNT over en is daarmee is 47 landen actief. Rond de Waalse luchthaven Bierset bouwen de Nederlanders een Europees postcentrum. De eveneens geprivatiseerde Deutsche Post kocht het Zwitserse Danzas en participeert voor een kwart in DHL, dat in Zaventem zijn (luidruchtige) internationale draaischijf heeft. Op het gebied van overnames, zijn de Duitsers ongemeen gulzig. De Franse post nam dan weer de Duitse koerier Denkhau over. En zo gaan de operaties almaar door.

De Nederlandse post loopt de Belgische collega’s danig voor de voeten. Ze doen er, op het randje van de illegaliteit, aan repostage. Grote mailings van Belgische bedrijven gaan naar Nederland, dat ze tegen een goedkoper contracttarief verwerkt en, in uitvoering van internationale postakkoorden, door de Belgische postboden laat ronddragen. De winst is voor Nederland, verlies voor België.

Daar ligt natuurlijk niet het belangrijkste verlies aan marktaandeel van De Post. Jarenlang maakte de monopolist zich zenuwachtig over de krantenbedeling, de huis-aan-huisbestelling van reclamebladen, de vloed aan ongeadresseerde zendingen. Het zijn bepaald geen kinderachtige ondernemingen die haar nu, stuk na stuk, die blijkbaar wél winstgevende markt afsnoepen. In de steden snellen coursiers op hun mountainbikes met dik gevulde postzakken rond. De tijd dat De Post ze voor de handelsrechtbank sleurde, behoort tot het verleden. De strijd is verloren.

Er zijn fundamentele evoluties aan de gang. Een ervan is de vervaging van de grenzen tussen post- en vervoerdiensten. Express- en koeriermaatschappijen en pakjesdiensten floreren. De avonturiers van het begin klitten samen in respectabele multinationale ondernemingen.

Een andere evolutie is van technische aard. Eerder deelde de fax De Post al een ferme stoot in de maag uit. Maar de ravage die de elektronische post nu aanricht op de traditionele markt, dat werd nog nooit vertoond. Iedereen kan relatief goedkoop zijn eigen privé-post opzetten, met een e-mailadres op internet. Geen post groeit sneller dat die over de informatiesnelweg. De Zweedse postmanager Sture Wallender kwam verleden jaar nog in Brussel terecht waarschuwen: “Een monopolie op het ronddragen van brieven is zoiets als een monopolie op de stoomtrein, terwijl de hst al rondrijdt.”

PAPIERWINKEL IN HET POSTKANTOOR

Nu, helemaal stil zitten ze bij De Post ook weer niet. De dienstverlening aan de klanten en de stiptheid van de bestellingen is fel verbeterd. Zelfs het overkritische Testaankoop wil dat niet ontkennen. Die goede service laat echter sporen na in de boeken, vanwege de enorme mankracht die hij vereist. Taxipost is een goed draaiende business-unit. Een andere kan straks Securipost worden, ontstaan uit de overname, twee jaar geleden, van het direct-mailbedrijf Ketels. Aan potentiële markt is er geen gebrek: direct mail en publimail staan voor de helft van het postverkeer.

Van de traditionele financiële dienst blijft amper iets over. Binnen de joint venture met de Generale Bank – straks wegens overname omgedoopt tot Fortis Bank – werd enkele jaren geleden de Bank van de Post opgezet. De bank nam het beheer van de rekeningen van de Postcheque over en doet goede zaken aan de verkoop van eenvoudige bankproducten in de postkantoren. De Postomat kwijnt weg onder de druk van Mister Cash/Bancontact, een product dat de bank nu wel slijt. Een gelijkaardige, maar voorlopig nog minder succesvolle formule, is de Verzekering van de Post, samen met de Royale Belge.

Er komt nog meer diversificatie in een aantal van de 1400 postkantoren. Zopas sloot De Post een joint venture met de distributiegroep GIB en haar dochter Club. In 90 kantoren, later uit te breiden tot 250, komt een Shop in the shop. Club verkoopt er via het postpersoneel papierwaren en klein kantoormaterieel en de traditionele postproducten als zegels, loterijbiljetten en telefoonkaarten. Postkantoren als echte papierwinkels. In september opent de eerste postwinkel in Brussel.

Intussen kopieert De Post de spoorwegmaatschappij in het uitsluiten van zwakke stations. De komende jaren gaan een paar honderd onrendabele postkantoren dicht, daarna kunnen nog meer sluitingen volgen.

HET IS EEN BEETJE DELICAAT

Maar voor de echte modernisering van De Post zijn veel ingrijpender operaties vereist. Niet dat het autonoom overheidsbedrijf dicht bij het faillissement aanleunt. Over het laatste gepubliceerde boekjaar, 1997, beliep het verlies 380 miljoen frank. Wat dan nog vooral het gevolg was van de 3,4 miljard frank, die opzij werd gezet als provisie voor het sociaal passief van de personeelsvermindering in de lopende jaren. De omzet steeg dat boekjaar tot 68 miljard frank, waarvan 42 miljard frank uit de briefwisseling komt en 10 miljard frank van de expresspakkettendienst.

Maar de modernisering is onvermijdelijk als de Belgische post niet van de geliberaliseerde Europese markt gewalst wil worden. “Un processus délicat”, beweert de Waalse socialistische vice-premier Elio Di Rupo. In de huidige omstandigheden betekent zo’n uitspraak, dat het dossier wordt doorgespeeld naar de volgende regering. Alweer vertraging. Voorzitter Francine Wachstock, een Antwerpse advocate van SP-komaf die de alombekende Etienne Mangé opvolgde, zwoer verleden jaar het delicaat proces tegen eind 1998 af te ronden. Jammer, maar helaas.

Toch gaf de regering zopas een belangrijk signaal. Ze stopt De Post twaalf miljard frank toe voor het moderniseringsplan. Zoiets belangrijks kan De Post niet zelf financieren. Het geld was beschikbaar dankzij de verkoop van de 25 procent die de overheid nog in de ASLK bezat aan Fortis – overigens, voor 52 miljard frank.

Maar kennelijk heeft de overheid niet veel vertrouwen in een snelle en goede afloop. Ze parkeert het geld bij de Federale Participatiemaatschappij, in afwachting dat haar postbedrijf een strategisch en sociaal plan voorlegt.

Of die twaalf miljard volstaat voor een post van de 21ste eeuw, is betwijfelbaar. In de dubbele doorlichting van verleden jaar kwamen Price Waterhouse Coopers en Morgan Stanley Dean Witter tot de conclusie dat er 21 miljard frank op tafel moet schuiven om De Post tot een strijdvaardige onderneming om te bouwen.

LONKEN NAAR DE SPOORWEGEN

Die externe deskundigen waarschuwden: de tijd dringt om een alliantie met een strategische partner aan te gaan. Ze plaatsten de deadline in 2000. De Post contesteert het advies niet. “Doen we dat niet, dan verschrompelen onze activiteiten op termijn tot de bedeling van binnenlandse post”, bekent topman Bastien.

Hij onderhandelt met Europese en Amerikaanse (privé-)postbedrijven om de markt niet helemaal te zien wegvloeien. De Post mikt op de internationale post, en vooral op de express- en pakjesdiensten. Die messagerie en vooral de internationale colli kennen een duidelijk groter groeiritme dan de postbedeling. De alliantie kan gaan van joint ventures tot puur commerciële akkoorden. De namen van UPS en van het Duitse Direct Parcel Distribution duiken geregeld op. Maar een samenwerking met ABX van de Belgische spoorwegmaatschappij ligt ook in de lijn van de verwachtingen. Bastien vindt de concurrentie tussen twee ondernemingen met dezelfde aandeelhouder, de overheid, niet zinvol. Spoorwegbaas Etienne Schouppe heeft daar wel oren naar.

In totaal slaat deze alliantie op slechts 1200 van de goed 40.000 werknemers. Maar er zijn nog andere plannen. De postdirectie denkt na over het beter benutten van het uitgebreide distributienet, en filosofeert over internet, de post van de toekomst. Er weerklinkt gefluister over de overname van een informatiebedrijf. Zulke operaties leiden, naar het voorbeeld en de gelijkenis van de NMBS, tot filialisering. De dochters die het autonoom overheidsbedrijf met privé-partners opzet, voeren zo tot de privatisering van De Post. De helft van het verse overheidsgeld dient trouwens om allianties te financieren.

Niet alle vakbonden kanten zich daartegen. Enige tijd geleden nog klaagde de christelijke postvakbondsleider Eddy De Naeyer: “Wij hadden al lang een sterke buitenlandse partner moeten hebben.” Hij moet zeker weten dat dit privatisering betekent, en dus het einde van het ambtenarenstatuut van een deel van het personeel.

VACATURES VOOR POSTBODES

De automatisering en vooral het gebrek eraan, vormt volgens de externe doorlichters een zwak punt van de Belgische post. Andere landen verwerken tot over de tachtig procent van hun brievenpost automatisch, België haalt slechts 40 tot 50 procent. De automatische sorteercentra werken met verschillende systemen, de werkorganisatie is niet aangepast en het absenteïsme van het personeel ligt hoog. De Post kent een lage productiviteit.

Goed 80 procent van de ontvangsten gaat naar personeelskosten. Momenteel heeft De Post 40.700 mannen en vrouwen in dienst. Tegen eind volgend jaar moet hun aantal dalen tot 38.000. Daarover bestaat een sociaal akkoord met de vakbonden. “Lager dan 38.000 kunnen wij in de eerste vier jaar niet zakken”, verklaarde André Bastien in januari nog in het parlement. Want: “Onze informatica is niet klaar.” En om massaal af te slanken zoals de NMBS – van 70.000 tot 40.000 medewerkers op enkele jaren tijd – of even massaal om te scholen zoals Belgacom, mist De Post de centen.

Dus blijft het voorlopig behelpen, met te veel uitvoerend personeel in de administratie en met enorme moeilijkheden om postboden aan te werven – met vele stakingen in overbelaste lokale kantoren als gevolg – en om hooggeschoold personeel in dienst te nemen.

Nochtans is dit sociale luik een absolute voorwaarde voor de modernisering. Wellicht brengen sommige van de nieuwe parlementsleden straks meer belangstelling op voor het wel en wee van de overheidsbedrijven. Privatisering hoeft niet per se stommelings en belanghebbend te gebeuren. Zonder dat er een haan naar kraaide, liquideerde De Post zijn Postcheque, terwijl men die even goed had kunnen privatiseren. Bij de Generale Bank zijn ze nog altijd verbaasd dat dit zo gemakkelijk ging.

Guido Despiegelaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content