In het verlengde van de oorlog in Afghanistan broedt in Pakistan een conflict van een ongekende omvang.

Terwijl België zich druk maakt over wat zijn soldaten in Afghanistan al dan niet mogen doen, verschuift de strijd op het terrein naar Pakistan. Amerikaanse media hebben het al een tijd steevast over ’the Af-Pak theatre’ – de oorlog die in Afghanistan én Pakistan wordt uitgevochten. De twee landen zijn deel van hetzelfde probleem. Niemand krijgt vat op de milities die op en over de grens opereren. Het verschil is dat Pakistan nog steeds als een bondgenoot wordt beschouwd, die met fluwelen handschoenen moet worden aangepakt.

Dat de fundamentalistische islam zich ook in Pakistan als een olievlek verspreidt, werd enkele weken geleden duidelijk. Tot afgrijzen van de Amerikanen sloot de regering in Islamabad een akkoord met de Pakistaanse taliban over de introductie van de sharia in de Swatvallei. De taliban legden de wapens niet neer, zoals ze nochtans hadden beloofd, en tien dagen geleden wilden ze de oefening in een andere provincie herhalen. Toch greep het Pakistaanse leger ook nu pas in, nadat het daar door de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton zo goed als toe was verplicht.

Eigenlijk speelt het Pakistaanse leger al jarenlang dubbelspel. Generaal Pervez Musharraf is dan wel uit de presidentiële zetel gelicht, de legertop lijkt niet van zins om van tactiek te veranderen. Die vindt eigenlijk zijn oorsprong in de verdeling van het Brits-Indische rijk op het einde van de jaren veertig, toen hindoes en moslims op het subcontinent een eigen staat kregen. Maar afgezien van hun godsdienst hadden de bevolkingsgroepen van het nieuwe Pakistan weinig gemeen. De Pakistaanse leiders maakten van de islam dan maar het bindmiddel van de staat, dat vooral diende om te mobiliseren tegen aartsvijand India.

In de strijd om het betwiste Kashmir en tijdens de oorlog van de Afghanen met de Sovjet-Unie smeedden de Paki-staanse militairen banden met islamistische groepen. In het laatste geval deden ze dat overigens met goedkeuring van de Verenigde Staten. Paki-stan gebruikte de islamisten als een vijfde colonne in de buurlanden en speelde de dreiging van de taliban tegelijk uit om de stroom aan geld en militaire uitrusting uit Amerika gaande te houden.

Dat was de politiek van Musharraf, en nu proberen de generaals om hun wil verder op te leggen aan burgerpresident Asif Zardari, de weduwnaar van de vermoorde Benazir Bhutto. Zo kan de Afghaanse taliban van Mullah Omar nog altijd opereren vanuit de Pakistaanse stad Quetta en wordt er nauwelijks opgetreden tegen groepen die met de taliban samenwerken, zoals de militie van krijgsheer Gulbuddin Hekmatyar. De islamisten die enkele maanden geleden voor de bloedige aanslag in Mumbai tekenden, worden in Pakistan niet verontrust.

De Amerikanen vertrouwden tot nog toe op een bondgenoot, die zelf duidelijk op twee paarden wedt. Die kan hen meeslepen in een conflict, waarvan niemand op dit moment de omvang kan schatten. Het zou de Belgen tot nadenken moeten stemmen. Er zijn al F-16’s gevraagd om Amerikaanse interventies op Pakistaans grondgebied te ondersteunen. Op dat terrein weet niemand uiteindelijk nog wie de vijand is.

door Hubert van Humbeeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content