In de opwinding over Irak raakt Afghanistan op de achtergrond. Toch maakt dat land het nauwelijks beter dan een jaar geleden.

In de late middag van 21 december zwiepte een Duitse Sikorsky-helikopter laag over de luchthaven van Kabul. Het tuig klapte op een stoffige uithoek van het terrein tegen de grond. Zeven Duitse soldaten kwamen om het leven, in wat als een ongeluk wordt geklasseerd – geen sabotage. In dezelfde kerstweek werden bij een granaataanval twee Afghanen gedood en twee Franse hulpverleners gewond. Twee Amerikaanse soldaten raakten geblesseerd, toen iemand een granaat in hun jeep wierp. In een gevecht met de gewapende oppositie werd een Amerikaan gedood. In Jalalabad en Kandahar zijn verschillende bommen tot ontploffing gebracht.

De rust in Afghanistan is niet hersteld, maar het land is er ooit erger aan toe geweest. Er is een regering, hoewel het gezag van premier Hamid Karzai nog niet echt overal wordt erkend. Er staan grote infrastructuurwerken op stapel. Er is sprake van een belangrijke pijplijn. Een donorconferentie in Oslo heeft bijna anderhalf miljard dollar bijeengehaald. Miljoenen kinderen gaan weer naar school en veel vluchtelingen zijn naar huis teruggekeerd.

SMOKKEL EN OPIUM

Dat wil niet zeggen dat het goed gaat met Afghanistan: het gaat alleen minder slecht. Premier Karzai ontsnapte ternauwernood aan een aanslag op zijn leven, maar een van zijn vice-presidenten was niet zo gelukkig. Karzai wordt bewaakt door een leger van huurlingen, die op hun beurt door soldaten van de Amerikaanse special forces worden omringd. Zijn regering steunt nog altijd vooral op de etnische Tadzjieken van de Noordelijke Alliantie, de troepen van de vermoorde Achmed Sjah Massoud. Vluchtelingen die naar hun dorpen terugkeren, moeten onderweg afrekenen met bandieten. Thuis liggen hun akkers vol met landmijnen – voor zover de droogte het land niet heeft verwoest.

Van een economie is er in Afghanistan geen sprake. Alleen met smokkel en opiumteelt valt iets te verdienen. Zolang het land niet veilig is, zal daar ook niet zo gauw verandering in komen. Het leger slaagt er maar niet in om de milities te ontwapenen, terwijl de Amerikaanse soldaten zich op korte tijd bijzonder onpopulair hebben gemaakt. Ondertussen lijkt het erop dat de uiteengeslagen troepen van al-Qaeda en de Taliban zich in kampen aan de grens met Pakistan hergroeperen. Ze zouden zich hebben aangesloten bij de geharde mudjaheddin van Gulbuddin Hekmatyar – een commandant die al tegen de Russen vocht.

Overigens is er ook in het leven van de Afghaanse vrouwen alsnog nauwelijks iets veranderd. Enkele grotere steden niet te na gesproken, worden ze nog net zo gediscrimineerd als toen de Taliban de plak zwaaiden. Alle camera’s zijn nu op Bagdad gericht. Afghanistan is de oorlog van gisteren.

H.V.H.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content