Rik Van Cauwelaert
Rik Van Cauwelaert Rik Van Cauwelaert is directeur van Knack.

Afgelopen zaterdag ging het er op de opiniepagina van De Morgen weer ruw toe. Want nu en dan vliegen vertegenwoordigers van de zelfbenoemde progressieve linkerzijde elkaar in de pluimen.

Een groep intellectuelen, heren en dames die allemaal het klassevooroordeel hebben afgelegd, haalden in de krant fel uit naar de Partij van de Arbeid die voor de komende verkiezingen samen met de Arabisch-Europese Liga van Dyab Abou Jahjah een kartellijst vormt met de veelzeggende naam Resist.

De stellers van het opiniestuk, aangevoerd door oud-KP’er Ludo Abicht, vinden dat dit kartel elke dialoog met AEL onmogelijk maak. De PvdA is immers nog altijd een fundamentalistische partij die ‘de dictatuur van het proletariaat’ voorstaat. Volgens Abicht en zijn kameraden trekt de PvdA geen enkele verantwoorde conclusie uit de stalinistische catastrofen, zoals de dood van miljoenen mensen, de goelags, de ecologische verkommering en het immense democratische deficit.

De kring rond Abicht streeft dan weer naar allianties van tal van bewegingen, een inclusieve en democratische globalisering van onderuit, waardoor de identiteiten overstegen kunnen worden en waardoor ‘een radicaal democratisch gedachtegoed’ kan worden ontwikkeld.

Toevallig verscheen in het jongste nummer van Ons Erfdeel een artikel van Abicht onder de kop Wat te doen? – ook de titel van een befaamd herderlijk schrijven van Lenin – over tachtig jaar communisme in Vlaanderen. In dat stuk pleit Abicht ervoor om een nieuwe theorie en praktijk te ontwikkelen om het onzalige tij – dat van de globalisering – te keren. Of progressief links op zoek naar een nieuwe canon.

Abicht is een intellectueel met een lange dienststaat, begenadigd met een politieke lenigheid van olympisch niveau. Er is geen ruif waar de publicist niet uit heeft gegeten: een jezuïetenopleiding, het Vlaams-nationalisme, de groene beweging, wat heen en weer geloop tussen Israëliërs en Palestijnen. In 1975 werd hij lid van de Kommunistische Partij van België, toen al in staat van ontbinding.

Abichts artikel in Ons Erfdeel is om meer dan één reden merkwaardig. Vooral evenwel wegens het bochtenwerk van de auteur om toch maar onder de pijnlijke sovjetnalatenschap vandaan te raken. In De Morgen schuift hij dat bloedige verleden gauw op de PvdA-rekening. Net als de meeste oud-communisten weet ook Abicht nog altijd geen raad met die erfenis. In De Morgen klinkt het heel sibillijns: ‘ Helaas hebben in het verleden fascistische ideeën en methoden ten onrechte soms het progressieve streven besmet.’ Let op het ‘ ten onrechte soms‘.

Abicht wil best toegeven dat de droom van een proletarische wereldrevolutie die honderdduizenden militanten inspireerde ‘ voor miljoenen mensen een nachtmerrie is gebleken waar ze zo vlug mogelijk uit willen ontwaken’ – tenminste de miljoenen die niet uitgemoord werden door Lenin, Stalin, Mao en Castro. Want gewezen communisten als Abicht hebben altijd last van een falend geheugen. Daarom moeten ze geregeld de geschiedenis herschrijven.

Zo herinneren ze zich weinig van dat niet-aanvalspact tussen Hitler en Stalin, tenzij, zoals Abicht in Ons Erfdeel schrijft, dat het leidde tot ‘een verwarrende opeenvolging van linkse en rechtse koerswijzigingen die een afspiegeling waren van de binnen- en buitenlandse politiek van de Sovjet-Unie’. Geen woord bij hem over de communistische agitatie tegen de Belgische regering en tegen de geallieerden die duurde tot de Duitse aanval op de Sovjet-Unie.

Als hij over het heroïsche verzet van de communisten schrijft, zwijgt hij zedig over de gruwelijke koehandel die de top van de Belgische KP in 1943 sloot met de Gestapo.

De miljoenen doden in de goelags en de martelkamers worden nooit aan het communisme maar aan de stalinistische ontsporing toegeschreven. De communistische historicus Eric Hobsbawm zei het zo: ‘Wij waren niet verantwoordelijk voor wat in andere landen gebeurde, en zeker niet in Rusland. Ik wil alleen toegeven dat we in enkele gevallen op de hoogte waren of tenminste iets vermoedden, en dat we hebben gezwegen. Als we al iets hadden gezegd, dan had dit in de Sovjet-Unie geen enkel effect gehad.’

Elk revolutionair regime moet zich ontdoen van een aantal individuen die het bedreigen’, doceerde dan weer de Franse fellow traveller Jean-Paul Sartre. ‘ En ik zie daartoe geen ander middel dan de dood.’ Volgens Sartre mochten de arbeiders in de Parijse voorsteden niet in verwarring worden gebracht, en was het daarom beter over Stalins misdaden te zwijgen.

Ludo Abicht heeft in elk geval lang en veel gezwegen. En hij zwijgt nog, bijvoorbeeld over de structurele financiering van de Belgische KP vanuit Moskou. Abicht was – volgens sommigen is hij het nog – medebeheerder van het patrimonium van de intussen ontbonden KP.

Als Abicht en zijn oud-geloofsgenoten nu eens begonnen met dat allemaal terug te geven aan de Russen? Ze mogen het ook overmaken aan de familie van de zesenzeventig Cubaanse dissidenten die vorige week door het orthodoxe regime van Fidel Castro tot jarenlange gevangenisstraffen werden veroordeeld. Daarna mag hij dan eens komen praten over dat radicaal democratisch gedachtegoed.

Rik Van Cauwelaert

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content