Kosovo-leider Ibrahim Rugova over de strijd voor de onafhankelijkheid van zijn land, de verhouding met de nieuwe machthebbers in Belgrado, de onverzoenlijkheid tussen Albanezen en Serviërs en de moordende machtsstrijd in het Albanese kamp.

Al meer dan tien jaar strijdt de gematigde Albanese leider Ibrahim Rugova voor de onafhankelijkheid van Kosovo. Enkele maanden geleden leek de kans nog reëel dat hij zijn droom in een niet al te verre toekomst verwezenlijkt zou zien. De Joegoslavische dictator Slobodan Milosevic was internationaal volledig geïsoleerd geraakt en de Albanezen konden op heel wat internationale (in de eerste plaats Amerikaanse) steun rekenen.

De revolutie die op 5 oktober Milosevic in Belgrado ten val heeft gebracht, heeft de kaarten in het voormalige Joegoslavië andermaal door elkaar geschud – en niet in het voordeel van de Kosovaarse Albanezen, menen waarnemers. Maar Rugova blijft voorlopig optimistisch. ‘Kosovo is vandaag dankzij de aanwezigheid van de KFOR-vredestroepen, de steun van de NAVO en de opbouwhulp van de Verenigde Naties de facto onafhankelijk. Wij controleren het land en verwachten na de voor dit jaar geplande parlements- en presidentsverkiezingen formeel te worden erkend. Dit is een proces dat niet meer te stuiten is, een doel dat wij koste wat het kost zullen verwezenlijken.’

Maar het is in tegenspraak met bijna alle uitspraken van westerse politici, die Kosovo als een blijvend onderdeel van de bondsrepubliek Joegoslavië zien.

Rugova: Ik ben ervan overtuigd dat die houding zeer snel zal veranderen. Ik heb de EU al opgeroepen meer moed te tonen. Wie onafhankelijk wil worden, moet dat ook worden – zeker in het geval van Montenegro en Kosovo. Maar de internationale gemeenschap zoekt op dit ogenblik naar een consensus over deze kwestie. Daarom wil niemand nu alleen naar voren stormen.

Ook volgens de VN-resolutie 1244 behoort Kosovo tot Joegoslavië, en niemand wil die wijzigen.

Rugova: Die resolutie was maar een compromis om Joegoslavië te laten instemmen met de vrede. Waarom kan er over de onafhankelijkheid van Kosovo niet gewoon een nieuw referendum onder internationaal toezicht worden gehouden? Onderhandelingen over het thema lijken me zinloos en onnodig.

Is dat de reden waarom u niet reageert op de uitnodiging van de nieuwe Joegoslavische president Vojislav Kostunica, om elkaar te ontmoeten?

Rugova: Het was niet het juiste tijdstip voor onderhandelingen, noch voor ons, noch voor de Serviërs. Nu de verkiezingen in Servië achter de rug zijn, zullen de nieuwe krachten hun wettig gezag kunnen verstevigen. Nu kunnen we over een normalisering van de betrekkingen praten – maar laten we beginnen te praten op een relatief nederig niveau van afgevaardigden. En het zou zeer helpen als de Serviërs vooraf onze onafhankelijkheid zouden erkennen.

Daarop hoopt u toch niet in alle ernst?

Rugova: Niemand zal het de Serviërs vragen en niemand heeft hun toestemming nodig. De Serviërs zullen het besluit van de internationale gemeenschap moeten aanvaarden.

En als het Westen u oproept een autonomiestatus voor Kosovo te accepteren?

Rugova: Dat is totaal ondenkbaar. Ieder akkoord met de Serviërs is voor ons in het verleden op een tragedie uitgelopen. Tenslotte voerde Belgrado tien jaar oorlog tegen ons, duizenden Albanezen werden vermoord, getreiterd en afgerammeld.

Zou een onafhankelijk Kosovo niet de hele regio destabiliseren? De Albanezen in Montenegro, West-Servië en Macedonië zullen zich wellicht onmiddellijk bij de nieuwe staat willen aansluiten.

Rugova: Integendeel, er zou een ontspanning komen. Alleen enkele buren – bijvoorbeeld de Serviërs in Macedonië – wakkeren die vrees aan. Er bestaat een afspraak tussen alle Albanese politieke partijen van het voormalige Joegoslavië, die de onafhankelijkheid van Kosovo binnen de huidige grenzen steunt.

Hebben de Albanezen in Macedonië al niet met een opstand gedreigd?

Rugova: Ze willen enkel een grondwettelijke garantie krijgen dat zij dezelfde rechten hebben als alle andere burgers van Macedonië. Wat werkelijk gevaarlijk zou kunnen zijn voor Macedonië is de handhaving van de onzekere, ongedefinieerde status van Kosovo. Dat versterkt extremistische stromingen onder de Albanezen die meer eisen dan wij – bijvoorbeeld de vereniging met Albanië.

Na de machtswisseling in Joegoslavië heeft het Westen zijn prioriteiten duidelijk naar Belgrado verlegd. Vreest u niet dat u, net zoals de president van Montenegro Milo Djukanovic genoegen zult moeten nemen met een plaats op de tweede rij?

Rugova: Ik kan niet uitsluiten dat Belgrado zijn democratische kaart nu zal uitspelen en de beloning voor de revolutie wil opstrijken. Maar de internationale gemeenschap zal snel genoeg begrijpen dat de oude Servische ideeën aangaande Kosovo niet begraven zijn, maar enkel verdoezeld worden.

U ziet dus geen onderscheid tussen de voormalige dictator Slobodan Milosevic en de aan de macht gekomen oppositie?

Rugova: Inzake Kosovo zijn ze jammer genoeg allemaal hetzelfde. Maar ik sluit een positieve evolutie niet uit. Het is van wezenlijk belang dat de Servische bevolking uiteindelijk besloten heeft haar internationale isolering te doorbreken.

Zal ze bereid zijn tot een compromis over de kwestie Kosovo?

Rugova: Te allen prijze vasthouden aan Kosovo was een mythe van de elite in Belgrado. De rest van de bevolking is nooit in Kosovo geïnteresseerd geweest. Natuurlijk moeten ook de Serviërs in de komende maanden enkele pijnlijke veranderingen verwerken. Maar ik ben, ondanks alle terughoudendheid, optimistischer dan voorheen.

Kunt u zich voorstellen dat de statengemeenschap Belgrado als alternatief zou voorstellen Kosovo op te delen – in een Servisch noorden en een Albanees zuiden?

Rugova: Onmogelijk. De grenzen van Kosovo zijn niet veranderbaar. De Serviërs in Kosovo moeten zich aanpassen aan de instellingen van ons land. Ze zullen dan op alle vlakken gelijke rechten hebben – politiek, economisch en sociaal. Zij zulen het beter hebben dan wij het in het verleden hebben gehad. Wij hebben bittere ervaringen opgelopen met een uitsluitend culturele autonomie.

Waarom moeten de Serviërs nog altijd in getto’s leven en door de KFOR begeleid worden als ze hun dorp verlaten?

Rugova: Alstublief, de oorlog is nog maar anderhalf jaar voorbij. Er heerst hier diepe verbittering. Honderden Albanezen zitten nog vast in Servische gevangenissen. Het zal nog een tijdje duren voor wij de Serviërs volledige bewegingsvrijheid kunnen verzekeren. Maar het is een prioriteit voor ons. Het is goed dat er nog altijd honderdduizend Serviërs in Kosovo leven. Zodra de situatie stabieler wordt, kunnen ook alle gevluchte Serviërs terugkeren. Maar wij willen wel bewijzen dat die Serviërs Kosovo als hun staat erkennen.

De voorbije weken is er hevig gevochten op de grens tussen Kosovo en Zuid-Servië. Wil het nieuwe Albanese Bevrijdingsfront daar toch niet een gebiedsruil afdwingen – het overwegend door Albanezen bewoonde Bujanovac en het Presevo-dal tegen Servische gemeenten in het noorden van Kosovo?

Rugova: Daarvoor is de tijd niet rijp. Onze bevolking moet in Zuid-Servië blijven. Het Milosevic-regime heeft geprobeerd deze regio etnisch te zuiveren, om de voor Belgrado belangrijke zeetoegang tot het Griekse Thessaloniki te controleren.

De acties van het Bevrijdingsfront hebben er wel toe geleid dat het Westen nu de Servische eis ernstig neemt om duizend soldaten uit het Joegoslavische leger in het grensgebied met Kosovo te stationeren.

Rugova: Dat zou absurd zijn. Daarmee zou ook de veiligheid van de KFOR-troepen in het gedrang gebracht worden. Tenslotte werd de gedemilitariseerde bufferzone niet voor niks gecreëerd. Hoe het ook zij: het spel voor Servië is voorbij. Definitief voorbij.

Uw partij, de Democratische Liga LDK, heeft een duidelijke overwinning behaald bij de gemeenteraadsverkiezingen. Heeft u dat genoegdoening gegeven? Vele westerse politici hadden u al afgeschreven.

Rugova: Ik was natuurlijk gelukkig met zo’n bewijs van vertrouwen. Maar de LDK was altijd stabieler dan men in het Westen dacht. Wij hebben deze staat gecreëerd en in tien jaar tijd vorm gegeven, zonder geweld en zonder agressieve confrontatiepolitiek.

Nochtans hebben de Verenigde Staten geprobeerd de voormalige UCK-leider Hashim Thaci als toekomstige politieke leider van Kosovo naar voren te schuiven. Maar zijn extreem nationalistische partij heeft de verkiezingen verloren. Waarom?

Rugova: Ik ben er niet van overtuigd dat zijn partij wat nationalisme aangaat radicaler is dan wij. De burgers van Kosovo hebben ondertussen begrepen dat de oorlog voorbij is en er nu aan een vrede met toekomstperspectieven moet worden gewerkt.

Politiek in Kosovo lijkt echter nog altijd een gevaarlijke zaak. Vier goede vrienden van u zijn intussen vermoord.

Rugova: Onze burgers zijn geschokt door deze aanslagen. Vroeger hadden we Belgrado als tegenstander, en wij Albanezen waren de goeden. Nu het gevaar uit Belgrado gebannen is, meldt de duivel zich weer in onze eigen gelederen.

Eigenlijk twijfelt niemand eraan dat uw politieke rivalen in Kosovo achter de aanslag zitten. Waarom zijn er nog geen arrestaties verricht?

Rugova: Het VN-bestuur UNMIK en de internationale politie voeren het onderzoek, en ik verwacht dat de daders snel opgepakt en veroordeeld zullen worden. Sinds acht maanden nu hebben we een functionerend rechtssysteem, maar er werd tot nu toe nog geen enkele dader gearresteerd. Als dat zo voortduurt, zullen de moorden niet meer te stoppen zijn.

Is de internationale gemeenschap werkelijk uit op de bestraffing van de daders? Of worden ze mogelijk zelfs politiek beschermd, bijvoorbeeld door de Verenigde Staten?

Rugova: Ik geloof niet in bescherming vanuit het buitenland. Maar ik sluit niet uit dat een politieke partij in Kosovo de moordenaars beschermt. De UNMIK moet daarom erop uit zijn snel duidelijkheid te scheppen, anders zal het geweld in Kosovo de overhand krijgen.

Bent u bang?

Rugova: Ik wil de mens zien die onder zulke bedreigingen gelijkmoedig blijft. Maar als politicus moet je dat gevaar aanvaarden. De laatste moordaanslag was rechtstreeks tegen mijn kantoor en mijn persoon gericht.

Is dat geen slecht voorteken voor de komende verkiezingen?

Rugova: Het is het doel van deze groeperingen om door zulke geweldplegingen de verkiezingen te verhinderen. In een democratische rechtsstaat en in normale omstandigheden zouden deze extremisten en oorlogsprofiteurs al lang hun positie verloren hebben.

U gelooft dus dat uw rivaal Thaçi achter dit voorval zit?

Rugova: Zolang het onderzoek niet beëindigd is, kan ik niemand beschuldigen.

De meerderheid van de Albanese politici heeft harde kritiek op de UNMIK en voelt zich betutteld. Wat zou er beter kunnen?

Rugova: We moeten realistisch zijn. De UNMIK trof een verwoest land aan, en ze heeft al veel bereikt. We hebben nu al twintig ministeries, onder meer voor Financiën, Justitie, Onderwijs. Maar wat de buitenlandse investeringen aangaat, stagneren de initiatieven. Ook onze Kosovo-politie zou beter kunnen.

Staat die te zeer onder de invloed van Thaçi’s voormalige UCK-strijders?

Rugova: Enkele partijen wilden enkel voormalige UCK-leden in de nieuwe ordediensten opnemen. Het was duidelijk beter geweest ook onze voormalige Kosovo-politie daarin te integreren. Maar binnenkort zullen we onze eigen politieacademie hebben, die met professionele en niet met politieke maatstaven zal werken.

Hoe lang zullen de Verenigde Naties nog in Kosovo aanwezig zijn?

Rugova: Na de presidents- en parlementsverkiezingen zullen onze Albanese politici meer macht en verantwoordelijkheid krijgen. UNMIK zal nog een tijd blijven, om bij de overgang te helpen – maar in ieder geval met minder personeel.

De nieuwe Amerikaanse president, de Republikein George W. Bush, heeft al laten weten dat hij de Amerikaanse militairen uit KFOR wil terugtrekken. Wat zal er dan gebeuren? Een nieuwe oorlog?

Rugova: De NAVO moet altijd in Kosovo blijven, hoe het bondgenootschap zijn mandaat ook mag noemen. Het is bijvoorbeeld denkbaar dat er vaste NAVO-steunpunten zouden komen om de hele regio te beschermen.

Verwacht u nu in alle ernst dat de NAVO de rol van privé-leger voor Kosovo zou aanvaarden?

Rugova: De NAVO is nu al ons privé-leger. Maar in de toekomst zullen we de verantwoordelijkheid delen en zelf ook een eigen leger oprichten.

Copyright Der Spiegel

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content