Deze week bij Knack: een dubbel-cd met het beste uit de Johannespassie en de Mattheuspassie van Johann Sebastian Bach.

Het is weinig bekend, maar Johann Sebastian Bach heeft waarschijnlijk vijf paasoratoria geschreven. Twee ervan kennen we: de Johannespassie en de Mattheuspassie. Maar we weten zeker dat hij in 1731 ook een Marcuspassie bracht, waarvan ons alleen de tekst rest. Vermoedelijk leende hij er bestaande koraalmuziek voor. Op basis van het metrum menen onderzoekers te weten welke koralen dat waarschijnlijk waren, zodat er de laatste jaren dus opvoeringen geweest zijn van een gereconstrueerde Marcuspassie waarvan geen noot op papier staat. Door een vrijwel soortgelijk procedé ontstond een Lucaspassie die volledig in rook is opgegaan. Ten slotte zou Bach ook nog een ‘light’ versie van de Mattheuspassie hebben geschreven.

Bach schreef de Johannespassie (BWV 245) in 1724, een paar jaar voor de Mattheuspassie. Ze was af in drie maanden tijd, maar hij zou eraan blijven herschrijven. De eerste keer was dat omdat hij kritiek kreeg op de al te grote uitbundigheid van het openingskoor. Er zouden in totaal na de eerste nog drie versies volgen, en vlak voor zijn dood begon hij zelfs nog aan een vijfde. In vergelijking met de Mattheuspassie is ze contrastrijker, maar ook wat bescheidener van opzet. De tekst is op een paar details na (de wenende Petrus na het driemaal kraaien van de haan en de natuurfenomenen na de dood van Jezus) letterlijk die van het Johannesevangelie. Niet het lijden, maar de krachtige persoonlijkheid van Christus staat centraal.

Over de datum van de eerste opvoering van de Mattheuspassie (BWV 244) wordt nog altijd getwijfeld. Traditioneel wordt gedacht dat ze met Pasen 1728 het licht zag, maar vermoedelijk werd ze een jaar eerder al voorgesteld. Nadien volgden wel nog aanpassingen. Zo werd het magistrale openingskoor dat uit de Johannespassie moest verdwijnen hier ingelast. Het bewijst dat de ambitie van Bach voor deze passie groot was. De opvoering vergt trouwens (zoals in de Venetiaanse opera gebruikelijk was) twee koren, en het is een van zijn langste composities.

De Mattheuspassie is een van Bachs absolute meesterwerken, vol prachtig gecomponeerde aria’s en koralen, van de opening ‘Kommt ihr Töchter, helft mir klagen’ tot het slot, ‘Wir setzen uns mit Tränen nieder’. Door latere bewerkingen werd de compositie alleen nog indrukwekkender. Vandaag wordt meestal de versie uit 1736 als de definitieve beschouwd.

Het is ook de Mattheuspassie die Bach aan de vergetelheid heeft ontrukt. De faam van de grote componist was al aan het wegdeemsteren tijdens zijn laatste levensjaren. Sommige van zijn composities werden nadien wel nog als studiemateriaal gebruikt, maar in vergelijking met Händel werd Bach bijna een eeuw lang als een matig componist beschouwd. Daarin kwam verandering toen Felix Mendelssohn in 1829 de Mattheuspassie weer opvoerde. Een geamputeerde versie, weliswaar, maar ook het begin van de herontdekking van een componist waarvoor het woord ‘matig’ wel de minst toepasselijke omschrijving is. Claude Debussy verwoordde het zo: ‘Componisten zouden eigenlijk tot Johann Sebastian Bach moeten bidden voor ze aan het werk gaan, om voor middelmatigheid behoed te mogen worden.’

ABONNEES VAN KNACK KUNNEN EEN DUBBEL-CD MET HOOGTEPUNTEN UIT DE JOHANNESPASSIE EN DE MATTHEUSPASSIE AFHALEN BIJ STANDAARD BOEKHANDEL MET EEN VOORDEELBON UIT KNACK. PRIJS: 5,95 EURO. IN DE KRANTENWINKEL IS HET KNACK-PAKKET EN DE DUBBEL-CD DEZE WEEK SAMEN TE KOOP VOOR

9,95 EURO.

door peter VANDEWEERDT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content