Hubert van Humbeeck

In zijn pogingen om de oorlog met Irak aan het Britse publiek te verkopen, is spin doctor Alastair Campbell te ver gegaan. Zijn strapatsen kunnen straks ook de Engelse premier de politieke huid kosten. Wie is de schaduw van Tony Blair?

‘Niks beters te doen?’ Communicatiedirecteur Alastair Campbell grijnst. Premier Tony Blair draait zich ongemakkelijk om in zijn vliegtuigzetel. Ze zijn op de terugweg uit New York, waar de Britse eerste minister de president van de Verenigde Staten na de aanslagen van 11 september 2001 een hart onder de riem is gaan steken. Blair zit al een tijd met twee journalisten te praten. Campbell installeert zich in het gezelschap en gooit zijn voeten op het tafeltje voor zijn baas. ‘Een eerste minister die meer dan twintig minuten met de pers praat, weet niet waar hij mee bezig is’, werpt hij in het midden. Het gesprek stokt meteen.

Het weekblad The Observer noteert het verhaaltje om aan te tonen hoe Blair en Campbell met elkaar omgaan. Maar ook omdat een gerucht wil dat er nu spoedig een einde komt aan de lange, vruchtbare samenwerking tussen de twee. Er zit al een tijd sleet op de relatie. Campbell zou enkele maanden geleden al afspraken met de premier hebben gemaakt over zijn vertrek uit Downing Street. Dat was twee jaar geleden trouwens ook al het geval. Maar toen stond 11 september een snel vertrek van de communicatiedeskundige in de weg. Nu zijn het de gevolgen van de oorlog met Irak.

Veel Britten denken dat Campbell schuld heeft aan de dood van de wapendeskundige David Kelly. Die pleegde zelfmoord, nadat bekend werd dat hij aan de basis lag van een reportage van de openbare omroep BBC, waarin werd aangetoond dat de regering een rapport van de inlichtingendienst had aangedikt om de aanval op Irak voor de publieke opinie acceptabel te maken. Campbell zou de zin hebben toegevoegd, dat Saddam Hoessein in drie kwartier klaar kon zijn om het Westen aan te vallen. Die bewering was nergens op gestoeld.

Het was ook niet de eerste brutale ingreep, waarmee Campbell probeerde om zijn land achter de aanvalsplannen van de Amerikanen te krijgen. Vorig jaar liet hij een nota verspreiden, waarin zogezegd werd aangetoond dat Saddam wapens verstopte. De inhoud bleek naderhand van het internet geplukt: delen van de nota kwamen recht uit een twaalf jaar oude scriptie van een student uit Californië.

‘Dictators hebben het gemakkelijk’, zuchtte Campbell in een zeldzaam interview. ‘Die moeten zich tegenover niemand verantwoorden. In een oorlog zoals die tegen Irak wordt de belangrijkste slag niet op het slagveld gestreden, maar aan het thuisfront.’ Desalniettemin. Door de miskleunen van zijn communicatiespecialist hangt ondertussen ook de verdere politieke loopbaan van Tony Blair aan een zijden draadje. Zijn populariteit is diep gezonken. Enkele weken geleden zat de premier tijdens een rondreis in het Verre Oosten met ingehouden adem te wachten op een verklaring van de weduwe van David Kelly. Als die hem op dat moment persoonlijk verantwoordelijk had gesteld voor de dood van haar man, kon Blair alleen aftreden. Ze hield haar verklaring algemeen en de premier ontsnapte. Maar hij wordt in zijn partij van langsom meer aangemaand om dringend orde op zaken te stellen – en zich meer met zijn eigen land bezig te houden.

DE DERDE WEG

Alastair Campbell werd in 1957 in West-Yorkshire geboren. Zijn vader was dierenarts. Zelf studeerde hij moderne talen in Cambridge. Hij verdiende zijn eerste ponden als croupier in een casino en als auteur van softpornoverhalen in een mannenblad. Hij signeerde ze met het wervende pseudoniem The Riviera Gigolo. Campbell stapte bij de krant The Daily Mirror in de echte journalistiek, en maakte toen zijn eerste grote fout: hij liet zich door mediamagnaat Rupert Murdoch verleiden om over te stappen naar een nieuwe sensatiekrant, Today. Maar die geraakte niet uit de startblokken en de politieke redacteur belandde in het ziekenhuis met een depressie en een zwaar alcoholprobleem.

Campbell liet uiteindelijk de drank en keerde met hangende pootjes naar de Mirror terug. Hij leerde er het vak van de legendarische uitgever Robert Maxwell en werd snel hoofd van de politieke redactie. Campbell werd geleidelijk zelf meer politicus dan journalist. Hij behoorde eerst tot de entourage van Labourleider Neil Kinnock en trad in 1994 in dienst van de partij, als perschef van de nieuwe baas, Tony Blair. Campbell had Blair overigens al in de jaren ’80 leren kennen en waarderen: de tabloidjournalist begreep dat de jonge politicus het ver zou schoppen.

Want Blair had grote plannen. Hij besefte in 1994 dat hij iemand nodig had om het beeld dat van Labour in de media bestond te veranderen: hij moest de idee van een New Labour en een Derde Weg ook in de conservatieve pers ingang doen vinden. Campbell zette een formidabele machine op, die Labour in 1997 naar een historische overwinning voerde. De premier en zijn perschef werden onafscheidelijk. Campbell werd vlug de tweede machtigste man van het koninkrijk genoemd, de enige echte vice-premier van de regering.

Alastair Campbell is een grote, atletische man die regelmatig van zijn huis in Hampstead naar zijn kantoor in Downing Street rent. Daar betrok hij het nummer 12, naast het legendarische number ten van de eerste minister. Hij bespeelde de media als een meester-tacticus, bond journalisten aan zich met nieuwtjes en aarzelde niet om ze de huid vol te schelden als ze iets hadden geschreven wat hem niet zinde.

Het begrip spin doctor zag het licht: Campbell zette het nieuws op een meesterlijke wijze naar zijn hand. Er wordt gezegd dat hij een zeg had in elke uitspraak van zijn baas – van de belangrijkste toespraak tot de geringste soundbite. Toen de populaire prinses Diana in 1997 verongelukte, noemde Blair haar in een eerste reactie vertederend ’the people’s princess’. Die enkele woorden gingen de wereld rond. De quasi spontane uitspraak van Blair was hem door Campbell ingefluisterd.

In 2000 was Campbell zelf te veel nieuws geworden om nog elke dag met journalisten te kunnen omgaan. Hij werd officieel Director of Communications and Strategy, en zou zich om de strategie op de langere termijn bekommeren. Hij had de voorbije jaren ook vooral aandacht gehad voor de BBC. Vertrouwensmensen werden in de directie gedropt, de omroep kreeg allerlei faciliteiten en journalistieke faveurs. Misschien is de slag die hij nu met de BBC over de zaak met David Kelly uitvecht dáárom wel zo bitter.

VIJANDEN

Maar ook binnen de partij en de regering was zijn greep groot en maakte hij vijanden. Gordon Brown, bijvoorbeeld, de minister van Financiën die in Londen als de belangrijkste rivaal van Blair geldt en zijn mogelijke opvolger. Campbell noemde hem ooit ‘geestelijk labiel’. Of Peter Mandelson, de knappe minister voor Noord-Ierland, die door toedoen van Campbell de bons kreeg. De communicatiedirecteur zag in hem een rivaal. En Robin Cook, de voormalige minister van Buitenlandse Zaken. Toen bekend werd dat Cook een vriendin had, werd hij door Campbell aan de telefoon verplicht om op de luchthaven, waar hij zich bevond, tussen zijn vrouw en zijn vriendin te kiezen. De diep vernederde Cook nam enkele maanden geleden ontslag uit onvrede met de politiek van de regering tegenover Irak.

Bijzonder zwaar werd de eerste minister in de conservatieve pers aangepakt voor de manier waarop hij zichzelf – zo leek het – op de voorgrond wrong bij de begrafenis van de Queen Mum. Het optreden van Blair bij die gelegenheid was door Campbell geënsceneerd.

Campbell wou weg uit Downing Street – de kans is groot dat hij nu weg moet. Hij blijft wellicht tot de parlementaire onderzoekscommissie klaar is met haar verslag over de Kelly-affaire. Daaruit zal waarschijnlijk blijken dat niet Campbell verantwoordelijk is voor het lekken van de naam van de wapendeskundige, maar het ministerie van Defensie. Zo kan hij dan toch nog enigszins ongeschonden aan een nieuw leven beginnen. Een gerucht wil overigens dat vooral zijn vrouw Fiona Millar al maanden op zijn ontslag aandringt. Ze vindt dat hij te weinig tijd heeft voor zijn drie kinderen. Bovendien wil ze zelf ontslag nemen uit haar functie als woordvoerster van…. Cherie Blair. Ze zou zich te veel ergeren aan de stijlgoeroe van Cherie, de couturier Carole Caplin.

De Campbells zullen straks hoe dan ook niet omkomen van de honger. Bill Clinton wou Alastair in 1998 al als hoofd van zijn privé-kantoor in New York. Een uitgever bood hem onlangs een miljoen pond voor zijn memoires, tien keer zoveel als hij nu per jaar verdient. Hem wacht ook een lucratieve tournee van lezingen in de VS en in het Verenigd Koninkrijk zelf. Kranten en tijdschriften zwaaien met voorstellen voor columns en interviews. Maar wat hij het liefst wil doen, vertrouwde hij vrienden toe, is een reportage maken over de ongemeen grote invloed van de krant The Daily Mail op de Engelse samenleving. De Mail noemde hem onlangs de chef-leugenaar van de regering, en dat zal hij haar nooit vergeven.

Hubert van Humbeeck

‘De belangrijkste veldslag is die op het thuisfront.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content