Begin jaren negentig ontvluchtte hij als zevenjarige de burgeroorlog in Sudan. Vandaag reist Valentino Achak Deng de wereld rond om te praten met ministers en ambassadeurs. Achak Deng, wiens leven door Dave Eggers is neergeschreven in de succesroman Wat is de wat, was op uitnodiging van Vluchtelingenwerk Vlaanderen te gast in ons land. Knack sprak met hem, en vergezelde hem op zijn bezoek bij minister van Migratie Annemie Turtelboom.

Sinds Dave Eggers het leven van Valentino Achak Deng neerschreef in Wat is de wat, is het voor de zoveelste keer drastisch veranderd. Wat is de wat is dan ook een krachttoer. Niet alleen is het een onmisbaar getuigenis van de burgeroorlog in Sudan, het is tegelijk een van de meest indringende romans van de laatste jaren. Wat is de wat is bellettrie en tegelijk een non-fictieboek. Eggers permitteert zich stijlfiguren die normaal alleen in een roman kunnen, maar neemt ook uitgebreid de tijd om de situatie in Sudan uit te leggen. ‘We noemen het een roman omdat we een aantal ingrepen hebben gedaan om het verhaal beter te vertellen’, legt Achak Deng uit. ‘Zo werden een paar personages samengevoegd. Maar in wezen verschilt Wat is de wat niet van het leven dat ik gekend heb.’

U bent verscheidene keren op het nippertje aan de dood ontsnapt. U zag mensen aan uw zijde sterven door explosies en ontbering. Al bij al is het een wonder dat u nog in leven bent.

VALENTINO ACHAK DENG: Ik ben me er erg van bewust dat het helemaal anders had kunnen gaan. Als ik op een bepaalde manier al veranderd ben door alles wat ik heb meegemaakt, dan is het omdat ik besef dat de dood van overal kan komen. En om het even wanneer. Het leven is kwetsbaar. Het enige wat je kunt doen, is vechten tot het einde. Wanneer een vriend van mij onderweg stierf, door honger of door een bom, of wanneer ik een groep lijken zag, begreep ik dat ik niet bijzonder was, dat het ook mijn beurt had kunnen zijn.

Hoe gaat u om met zoveel verlies?

ACHAK DENG: Je rouwt en je gaat verder. Dat is de enige optie. Ik heb verschrikkelijke dingen meegemaakt, maar ik ben nog in leven. Ik zie geen enkele reden om het heden kapot te maken door de herinnering aan mijn verleden. De moorden, de aanvallen, al dat lijden… Ik kan er vandaag niets nuttigs mee doen. De mens is in se goed, geloof ik. Het zijn de omstandigheden die hem slecht maken.

Uw vlucht uit Sudan heeft ook goede dingen meegebracht. Zo was het onderwijs in de vluchtelingenkampen in Kenia veel beter dan het ooit is geweest in Sudan.

ACHAK DENG: Dat klopt, ja. De lost boys(de op drift geraakte kinderen in de Sudanese burgeroorlog, nvdr) – of toch degenen die het overleefden – zijn de best opgeleide Sudanese jongeren ooit. In de vluchtelingenkampen kreeg ik kansen die ik thuis nooit zou hebben gekregen. Ik ging er naar school, ik werd er jeugdleider… Die kennis heb ik vergaard en meegenomen.

U hebt maar tot uw zevende in Sudan gewoond. Toch voelt u een grote verantwoordelijkheid voor het land.

ACHAK DENG: Ik voel me lid van de global community. Maar waar je ook woont, een mens kan zijn oorsprong niet verloochenen. Mijn roots liggen in Sudan, mijn familie woont er. Het is de plek waar ik, ook al heb ik er maar even geleefd, de meeste verbondenheid mee heb. In de vluchtelingenkampen woonde ik tussen mensen uit mijn eigen streek, ik spreek Dinka alsof ik nooit uit Sudan ben weggegaan. Ik vind het mijn plicht om te helpen als het kan.

U hebt onlangs samen met Dave Eggers uw geboortedorp, Marial Bai, bezocht. Hoe was het om terug te zijn?

ACHAK DENG: Ik was zo opgewonden dat ik geen woord kon uitbrengen. Het was een gevoel van diep en intens geluk. Ik had mijn ouders zestien jaar niet gezien. Mijn vader en mijn moeder stonden me met veertig familieleden op te wachten. Aan de andere kant kon ik de pijn en de ontbering voelen die deze mensen al die jaren hebben gevoeld. Ik realiseerde me dat ik niet het meest geleden heb. De mensen die achtergebleven zijn, die jaar na jaar invasies hebben doorstaan, of ouders die hun kinderen zagen vertrekken en niets meer van hen hoorden… Er woont intussen nog maar een kwart van de mensen in het dorp. Meer dan ooit besefte ik dat ik vanuit mijn leven in de Verenigde Staten de missie heb om deze mensen te helpen. Na twintig jaar oorlog is er eindelijk vrede in Sudan. Maar vrede zonder ontwikkeling is geen ware vrede. Dan is het alsof je een naakte man opnieuw kleren geeft, maar de kleren zijn vuil. Zolang er geen ziekenhuizen, scholen en andere sociale voorzieningen zijn, kan de plaatselijke bevolking de vruchten van de vrede niet plukken. Maar wat we eerst en vooral nodig hebben, is een stabiel en veilig Sudan.

Is dat mogelijk met het huidige beleid?

ACHAK DENG: Ik kan alleen maar hopen dat de leiders van mijn land gaan beseffen wat voor ellende de bevolking heeft doorgemaakt en dat ze tot inzicht komen.

En wat moet de internationale gemeenschap doen?

ACHAK DENG: Ik hoop dat de westerse landen meer investeren in ontwikkelingssamenwerking, en dat men erop toeziet dat het geld bij de lokale bevolking terechtkomt. Men zou kleine dorpen moeten ondersteunen en projecten op lange termijn moeten ontwikkelen. Investeren, en dan na een paar jaar evalueren wat er gebeurt. En indien nodig van strategie veranderen.

Gesprekken met ministers, debatten, lezingen over Sudan en vluchtelingen… Het gaat u erg goed af. Ziet u daar in de toekomst nog een grotere functie voor u weggelegd?

ACHAK DENG: Op dit moment ben ik blij dat ik in mijn geboortedorp een schooltje en een bibliotheek kan bouwen met de opbrengsten van het boek. Maar ik sluit niet uit dat ik op een dag verantwoordelijkheden opneem die op een ander niveau liggen. Ik zal doen wat ik kan om mijn land te helpen.

U hebt bij de Belgische minister van Migratie, Annemie Turtelboom, expliciet gepleit om vluchtelingen aan een nieuwe vestigingsplaats te helpen. Met zo’n programma bent u in 2001 in de VS terechtgekomen.

ACHAK DENG: Na de oorlog hebben de VS 4000 Sudanezen de kans op een tweede leven gegeven in het teken van een zogenaamd resettlement-programma (zie kader). Ik was een van hen. Als je iemand uit een vluchtelingenkamp opnieuw de kans geeft om deel te nemen aan de samenleving, dan geef je hem zijn onafhankelijkheid en zijn waardigheid terug. Landen die het kunnen, zouden aan zulke programma’s moeten meewerken. Het spreekt vanzelf dat de VS veel meer mensen een nieuwe plek kunnen geven dan België, maar aan de hand van de grootte van het land zou men een aantal kunnen bepalen.

20 JUNI IS DE INTERNATIONALE VLUCHTELINGENDAG VAN DE VERENIGDE NATIES.DAVE EGGERS, WAT IS DE WAT – DE AUTOBIOGRAFIE VAN VALENTINO ACHAK DENG, ROTHSCHILD & BACH, AMSTERDAM, 2007, 532 BLZ., 22,95 EURO.

DOOR MICHAEL DE COCK/foto dimitri van zeebroeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content