Gedijt de multiculturele school het beste bij een autoritaire aanpak of bij een osmose met de thuiscultuur ? Deze kwestie houdt ook de Verenigde Staten fel bezig. Een voorbeeld.

EEN BERICHT UIT BOSTON

EEN OPENBARE SCHOOL in Chelsea : aan de buitenkant tralies voor de ramen, aan de binnenkant een kleurrijke mix vanAfro-Amerikaanse, Latino, Aziatische en Oost-Europese leerlingen.

Chelsea is een randgemeente van Boston en een notoir migrantenbolwerk, een springplank naar de American way of life. In de loop van deze eeuw kreeg het golven van Engelsen, Ieren, Italianen, joden, Oost-Europeanen en Latino’s over zich heen. Momenteel is de populatie voor ruim zestig procent opgetrokken uit Latino’s. De massieve Tobin-brug verbindt de gemeenschap met de metropolis Boston en symboliseert tegelijk de isolatie van Chelsea.

Begin deze eeuw genoot het openbaar-schoolsysteem hier nog faam. De jongste decennia kende het een dramatisch verval. Chelsea met zijn ruim 3.500 leerlingen scoort archi-slecht op het vlak van armoede, werkloosheid, verslaving en geweld. In 1989 stonden de scholen op de twijfelachtige eerste plaats in de staat Massachusetts wat SAT-scores (de standaard-eindtesten in het laatste jaar middelbaar) en drop-outs (afhakers) betrof. Drie jaar later inventariseerde de Boston University de problemen : slecht leiderschap, geen duidelijk gearticuleerde doelstellingen, een minimale coördinatie tussen het mainstream systeem (het basissysteem) en de bijzonder onderwijsprogramma’s, geen systematische evaluatie van de kennis en vooruitgang van leerlingen, de lage verwachtingen aan leerlingen, geen bijscholing voor leerkrachten, miserabele salarissen, verkommerde gebouwen, weinig of geen steun vanwege ouders of gemeenschap. Op dat moment had Boston University het management van de public schools van Chelsea al overgenomen en hoopte via een tienjarenplan (1889-1998) een transformatie door te voeren. Rector John Silber wendde al zijn politieke invloed aan om gelden vrij te maken voor het Chelsea-project en versaste een deel van de knowhow van de staf van Boston University. Daarbij liet Silber een Republikein in hart en nieren en met onverbloemd rechtse opvattingen in zijn hoofd zich weinig gelegen aan modewoorden als ?waardenvrijheid? of nog ?cultureel relativisme.? Daarentegen omhelsde hij ?de morele wijsheid die van generatie tot generatie is doorgegeven. Wij opteren onverbloemd voor een morele opvoeding met duidelijke normen.?

POTTENKIJKERS.

De vakmensen van de faculteiten Management en Pedagogie die Boston University uitstuurde, botsten aan de andere kant van de Tobin Bridge op een muur van wantrouwen. De leerkrachten in Chelsea wilden zich niet de les laten spellen door deze pottenkijkers en de Latino verenigingen verzamelden in het verzet want ze werden bij de schoolhervormingen niet betrokken. Bovendien leken de waarden, waarmee hun kinderen werden geïndoctrineerd, niet te stroken met het klimaat van een multi-etnische gemeenschap. Bij gebrek aan samenspraak liep het project vertraging op. Stilaan verdampte de tegenstand. Het didactisch materiaal in de scholen van Chelsea is up-to-date, de gebouwen werden drastisch ververst, de Engelse lessen voor de ouders zijn mooi meegenomen. Maar het negatieve effect van de autocratische stijl waarin de vernieuwing aanving, blijft nazinderen. Pas als over enkele jaren de Boston University zich van de scène terugtrekt, zal men het succes van het revitalisatieproject in Chelsea kunnen toetsen. Het geval-Chelsea kan alvast de verdienste opeisen dat het in de States het debat over de privatisering van de openbare scholen aanzwengelde. De beslissing van de raad van bestuur van de public schools in Chelsea om de verantwoordelijkheid over te dragen aan privé instellingen, blijft vooralsnog zeer omstreden.

De Amerikaanse wet laat de ouders alleen kiezen tussen de openbare scholen van de plaats waar ze wonen, en privé-scholen. Voor de laatste categorie moet ze flink dokken : een schoolgeld van meer dan 200.000 frank per kind en per jaar vormt geen uitzondering. In Boston loopt door de keuze van de overwegend blanke middenklasse met kinderen de volgende rode draad : zorg dat je in één van de randgemeenten met goede openbare scholen woont, tenzij je rijk genoeg bent om een privé-school te bekostigen. In de openbare scholen van de marginale wijken daarom vooral leerlingen, die zich geen uitwijkmanoeuvres kunnen veroorloven : de nieuwe immigranten en diverse etnische minderheden. Die overigens nog nauwelijks in de minderheid verkeren : van de ruim 65.000 scholieren op de public schools in Boston is 48 procent Afro-Amerikaans, 24 procent Latino, 9 procent Aziatisch en minder dan 20 procent blank.

SOCIALE ETTERBUIL.

Hoe valt vanuit deze bonte mengeling een leefbare schoolgemeenschap te distilleren, liefst nog van degelijk cognitief niveau ? De meningsverschillen tussen Douglas Sears, namens Boston University manager van de Chelsea-scholen, en Berta Berriz, sociologe en onderwijzeres in een lagere school in Boston, weerspiegelen de hedendaagse Amerikaanse controverse. Hanteer je een duidelijke en vanuit autoriteit opgelegde no-nonsense-lijn iets waarvoor nogal wat republikeinen veel voelen. Of vertrek je vanuit de samenwerking met ouders en plaatselijke organisaties, om continuïteit tussen de thuiscultuur en schoolcultuur te waarborgen en de motivatie van de scholieren aan te wakkeren ?

?98 procent van de leerlingen in mijn lagere school, is Afro-Amerikaans of Latino,? vertelt Berta Berriz, zelf van Cubaanse afstamming. ?Zet daar een blanke leerkracht bij die opteert voor een passieve, schoolse aanpak en je riskeert wrijvingen. Door specifieke methoden zoals groepswerk, thematisch werken over de verschillende vakken heen en een uniek tweetalig programma trachten wij aan te sluiten bij de thuiscultuur van onze kinderen.?

Over tweetalige schoolprogramma’s waait in de VS veel stof op. Berriz : ?Ons taalprogramma houdt in dat kinderen evenwaardig tweetalig Spaans en Engels worden geschoold. Terwijl de tweetalige programma’s, die de Amerikaanse wet verplicht voor openbare scholen, de kinderen in theorie moeten klaarstomen voor het mainstream Engelstalige onderwijs. Die programma’s zijn een instrument van segregatie geworden in de plaats van integratie, ze leiden zelden tot een vlotte doorstroming naar het mainstream programma. Zo zorgen ze voor een sociale etterbuil. Segregatie geeft kinderen immers het gevoel dat er iets mis met ze is, met hun achtergrond, hun familie. Het leidt tot een lage zelfwaardering en een manke identiteitsontwikkeling en, concreet, tot veel tienerzwangerschappen en een drop-out-percentage van meer dan 45.?

Bovendien verloop het systeem langs corrupte kanalen, merkte Berta Berriz. ?Ik viel bijna uit mijn stoel toen ik een vijftal jaar geleden als lid van het Staatscomité voor Scholing vernam dat er voor een leerling in een wettelijk tweetalig programma anderhalve keer meer geld uitgetrokken wordt dan voor een andere leerling. Daar was dus in de praktijk niets van terug te vinden. Ik was amper van deze shock bekomen, toen het comité drie scholen op het matje riep, precies omdat ze het geld slecht hadden beheerd. Nu, die mensen gaven er een mooie uitleg aan en vervolgens hielp het comité hen de boekhouding zo op te stellen dat alles in orde leek. Dat is eigenlijk systematisch racisme. Een advocaat uit Porto Rico vertelde me hoe hij bijna ongeletterd afstudeerde van een openbare middelbare school in New York. Tot zijn geluk kon hij geld lenen van een bank om bijscholing te betalen en toch nog een academische opleiding te volgen. Zijn verhaal illustreert hoe het mogelijk is om als snugger ventje van vijf jaar leergierig van start te gaan om op achttienjarige leeftijd zo goed als ongeletterd aan de samenleving afgeleverd te worden. De Amerikaanse maatschappij vindt het normaal dat kinderen van immigranten in laagbetaalde jobs met weinig scholing belanden. Volgens mij is het zelfs het opzet van de doorsnee bilingual programs om die kinderen onwetend, passief en ongeschoold te houden.?

In de school van Berriz kiezen ze voor een coöperatieve en thematische aanpak. ?Dat betekent dat kinderen, bijvoorbeeld, in de wiskundeles in kleine groepjes de ogen van een aardappel tellen en er bewerkingen mee uitvoeren. Het samen werken, komt de communicatie en taalvaardigheid ten goede. Diezelfde aardappel komt later op de dag wellicht opnieuw ter sprake in de biologieles. Wij kiezen voor deze benadering omdat ze cultureel comfortabel is voor deze kinderen. Wij leren kinderen hoe ze kunnen leren en zich daarbij goed voelen over zichzelf en hun cultuur. Een belangrijke oorzaak van het afhaken ligt in het conflict dat veel kinderen en jongeren ervaren tussen het thuismilieu en de school. De scholen zetten de kinderen vaak onder de druk om te kiezen : je moet bij ons horen of je redt het niet. Veel van de jongeren die uit hun studies stappen, zoeken een job om hun families te helpen. Anderen sluiten aan bij een bende en vervreemden zowel van thuis als van de maatschappij. Wij zien de familie juist als een bondgenoot.?

HET GOEDE VOORBEELD.

Douglas Sears ziet evenmin heil in de wettelijke tweetalige programma’s, maar wel vanuit een totaal andere optiek. ?Als kleuter al moeten kinderen in Engelstalige programma’s ondergedompeld worden. Dan zitten ze van bij de aanvang in de mainstream cultuur.? Bovendien, meent Sears, kan je deze kinderen tegelijk waarden bijbrengen omdat ze uiterst beïnvloedbaar zijn. ?We leren ze meteen goede gewoonten aan en een goed burgerlijk gedrag. Veel van deze kinderen groeien op in omstandigheden waarin ze niet goed worden verzorgd. Wij geven ze die zorg en leiding. Ik vind het belangrijk dat ons onderwijzend personeel zich voorbeeldig gedraagt. Kinderen leren door imitatie. Wanneer hun ouders voortdurend lopen te tieren en elkaar dingen naar het hoofd te gooien, nemen kinderen aan dat dit normaal gedrag is. De ouders van onze leerlingen moeten dikwijls hard knokken om te overleven en hebben in hun leven al zoveel klappen gekregen, dat ze hun kinderen niet van dichtbij volgen. Ook is het pijnlijk om zien dat ouders het, ondanks hun goede voornemens, bij gebrek aan scholing of door pech zo moeilijk hebben, dat ze niet weten hoe ze hun kinderen kunnen helpen.?

De Boston University breidde de Engelstalige preschoolprogramma’s uit, lichtte het lagere en middelbare schoolcurriculum grondig door, verstrengde de normen en ontwikkelde een harde lijn op het vlak van geweld of ongewettigde afwezigheid. Wie met een wapen naar school komt, vliegt er onmiddellijk uit. Wie twee keer zonder reden afwezig blijft, ziet zijn punten automatisch met een derde gereduceerd. Sorteert dit het gewenste effect op het aantal drop-outs en op de standaard-testscores ? Sears : ?In 1989 haakte één op vijf van de jongeren tussen veertien en achttien jaar af. Dat aantal ging tussen 1990 en 1992 naar beneden tot acht procent, en steeg het jaar nadien weer tot dertien procent. Zolang we veel aandacht gaven aan dit probleem, zagen we de drop-out gevoelig dalen. Eens onze aandacht verslapte, schoot die weer de hoogte in. Het is een kwestie van onmiddellijk naar huis bellen, van die kinderen het gevoel te geven dat iemand genoeg om hen geeft om ze achter de vodden te zitten. De evolutie van de standaard-testscores valt nauwelijks te meten. In de hoogste vier jaren van het middelbaar hebben we 880 leerlingen. Op een half jaar tijd kregen we er 208 nieuwe leerlingen bij en vielen 260 leerlingen af. Dus is ongeveer een kwart van de leerlingpopulatie veranderd.? Waarom is er zoveel verloop ? ?Chelsea fungeert nu eenmaal als een maatschappelijke springplank voor immigranten. Zodra ze kunnen, verhuizen deze mensen naar een degelijker, stabieler district.?

ENGELEN.

Met studenten die geweld gebruiken, kan Sears niet lachen. ?We stellen ons niet op het standpunt dat we iedereen kunnen rehabiliteren. De wet in dit land is halfslachtig. Een jeugdrechter kan een school dwingen zo’n gewelddadige jongere op te nemen. Wij gaan daarmee niet akkoord. Onze eerste verantwoordelijkheid ligt bij de veiligheid van de jongeren die zich wél redelijk gedragen. We verwachten niet dat ze engelen zijn. Maar als ze zich ernstig misdragen, laten we ze liever over aan het gerechtelijk apparaat. Onze aanbeveling voor deze jongeren luidt : reform-scholen, met een groot hek errond en binnenin body guards. Wel hebben we een pilootprogramma in het lager middelbaar. Onze eigen mini-reform-school is een groep van acht probleemleerlingen. Aan het hoofd staat een leerkracht met charisma, een boom van een vent met een zwarte gordel in karate. Bij hem komen jongens terecht, die hun plek niet vinden op de schoolbanken, leerkrachten bedreigen of andere kuren verkopen. In de plaats van ze er op dertienjarige leeftijd al uit te gooien, geven we ze op deze manier een laatste kans. Dat laten we hen ook aanvoelen en het lijkt te werken. Zo kunnen we toch een aantal kinderen redden.?

Douglas Sears en John Silber bezwijken niet voor de pedagogische trends. In hun revitalisatieplan vertegenwoordigen seks- en aidsvoorlichting en conflicthantering hooguit een voetnoot. Sears : ?We hebben een bitter gevecht geleverd tegen de distributie van condooms in de school. Maar de schoolkliniek wordt gerund door een ziekenhuis en valt jammer genoeg niet onder onze autoriteit. Wij pleiten er niet voor dat condooms of de pil nergens te krijgen zouden zijn. Wel vinden wij het verspreiden daarvan niet de taak van de school. We willen niet zomaar geboorteregelingsmiddelen uitreiken zonder de mogelijkheid van zelfcontrole ter sprake te brengen. Er wordt elk jaar meer geld gepompt in dat soort dingen, en wat zien we ? De tienerzwangerschappen gaan alleen maar de hoogte in. Lessen in conflicthantering zijn al even zeer waardeloos ! Ze gaan uit van de veronderstelling dat er een middenweg bestaat tussen beide partijen, dat er onderhandeld kan worden. Maar neem nu de grote, gemene jongen die op de speelplaats het lunchgeld van de kleine jongen afpakt. Wat valt daar te onderhandelen ? De oplossing wordt niet onderhandeld maar toegepast door de schoolautoriteit : de grote moet het geld teruggeven en een straf ondergaan. Al besef ik dat we daarmee wat buiten het gewone denkkader staan.?

Tweetalige programma’s ? Het steekt Sears dat hij ze moet organiseren. ?Volgens mij gaapt er een brede kloof tussen activisten die praten over cultuur, taal en onderdrukking enerzijds en ouders en kinderen anderzijds. Bij mijn weten houden ouders zich bezig met andere vragen, zoals : wat gaat er van mijn kind worden na het middelbaar ? Kan mijn kind aan werk geraken of naar de universiteit gaan ? Al dat geklets over multiculturalisme en diversiteit is irrelevant. Ik heb nog nooit een ouder aan mijn deur gehad, die zegt : je steelt de cultuur van mijn kind want je onderwijst het te veel Engels. Zoiets hoor je alleen van goed opgeleide activisten die in de welzijnssector tewerkgesteld zijn en die af ten toe een ouder coachen on zo’n vragen te stellen. Wij zijn grote voorstanders van talenopleiding. Ik vind het belangrijk dat de kinderen in onze tweetalige programma’s niet in taalgetto’s terechtkomen en dat ze zo vlug mogelijk doorstromen naar het mainstream programma. Wij zouden liefst zien dat al onze middelbare scholieren vlot twee talen spreken. Maar we hebben tegenwoordig een heleboel kinderen van Centraal- en Zuid-Amerika die slecht Spaans spreken omdat het niet hun eerste taal is.

Ondertussen begrijpt Sears niet waarom zijn leerkrachten een debat met hem schuwen. ?Ze zijn zo zenuwachtig, zo op hun hoede. Ik zou het nog kunnen vatten als ik de meest oppressieve persoonlijkheid had of absolute intellectuele conformiteit van hen zou eisen.? Misschien vrezen ze wel om ontslagen te worden ?Sears : ?Leerkrachten staan jammer genoeg onder een arbeidscontract dat bijna niet te verbreken valt. Het ergste wat ik zou kunnen doen, is hun bonus beperken.?

Maar met de scholen van Chelsea schuift het de goede kant op, weet Sears. ?De rapporten over het revitalisatieproject zien er elk jaar goed of beter uit.?

Ria Goris

Een openbare school in Chelsea, Boston : het leerprogramma aansluiten op de thuiscultuur van de leerlingen.

De leerlingen moeten voelen dat iemand zoveel van hen houdt, dat hij ze achter de vodden zit.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content