Hubert van Humbeeck

Over Guy Verhofstadt en de Belgische buitenlandse politiek.

In de Angelsaksische wereld is het niet ongebruikelijk dat nauwe medewerkers van presidenten of ministers na verloop van tijd hun ervaringen op schrift stellen. Bij ons is het ongewoon. Diplomaat Peter Moors is tegenwoordig directeur-generaal van de Belgische ontwikkelingssamenwerking, maar tussen 1999 en 2004 werkte hij in de Wetstraat 16 als diplomatiek adviseur van de premier.

Hoe komt het, dat het nog altijd lijkt alsof het nieuws toen door de internationale actualiteit werd gedomineerd?

PETER MOORS: U kent de beroemde oneliner van de voormalige Britse premier Harold McMillan. Toen een journalist hem vroeg wat zijn regering aan het wankelen kon brengen, antwoordde hij: ‘Events, dear boy, events.’ Gebeurtenissen kunnen de planning van een regering op elk moment door elkaar gooien. We kregen toen met de aanslagen van 11 september te maken, met de strijd tegen het terrorisme en de oorlog met Irak. De diplomatieke gevolgen van de genocidewet. Het Europese voorzitterschap van België in 2001. Verhofstadt zei me ooit dat hij dertig procent van zijn tijd aan internationale en Europese dossiers besteedde.

Wat heeft Guy Verhofstadt voor de Belgische buitenlandse politiek betekend?

MOORS: In tegenstelling tot zijn voorgangers bekeek hij alles vanuit een Europees perspectief. Ook wat zich in de Verenigde Naties of de NAVO afspeelde. Regeringsleiders voor hem hechtten nog bijna evenveel belang aan de Atlantische samenwerking. Nieuw was zeker ook zijn manier van werken. Verhofstadt legt de lat altijd hoog. ‘Met de rug tegen de muur kun je niet achteruit’, zei hij dan.

Hoe ging u als diplomaat met die voortvarendheid om? Er werd op zeker ogenblik ook hoog spel gespeeld. Onder meer naar aanleiding van de genocidewet dreigden de Amerikanen met een boycot van België.

MOORS: Ze waren ook boos toen België moeilijk deed over militaire transporten voor Irak over en door ons land. In de coalitie wilden socialisten en groenen daar niet van weten. Maar het was voor Washington en Londen ook een manier om de NAVO bij de oorlog in Irak te betrekken. Dat leidde tot een confrontatie, die uiteindelijk goed afliep. Het voluntarisme van Verhofstadt werkte overigens aanstekelijk. Je hebt toch de indruk dat je met iemand samenwerkt die iets in beweging kan zetten.

Uw boek leert dat uiteindelijk niet minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel het langst aan de genocidewet vasthield, maar de premier zelf.

MOORS: Hij wou absoluut dat de mogelijkheid bestond om de daders van de genocide in Rwanda in België te berechten, want anders dreigde de straffeloosheid. Michel begreep vlug dat de hele wet als een molensteen lag op het hart van het Belgische buitenlandse beleid. Verhofstadt ook. Maar hij wou er zeker van zijn dat bestraffing van de genocidairs ook met een nieuwe wet mogelijk zou blijven.

Waarom greep dat Rwandese drama hem zo aan?

MOORS: Het was zijn overtuiging dat België een deel van de verantwoordelijkheid droeg, en dat het die moest opnemen. Hij had zelf in 1994 als oppositieleider voor een terugtrekking van de blauwhelmen gepleit. Het bezoek aan Kigali, waar hij in naam van België verontschuldigingen aanbood, was het meest emotionele moment van die vijf jaar op het kabinet.

Internationaal zocht Verhofstadt eerst aansluiting bij Tony Blair en Wim Kok, maar uiteindelijk leunde hij nog het meest op de schouder van Jacques Chirac.

MOORS: Hij bewonderde Blair en Kok. De eerste opdracht die ik kreeg, was om zo snel mogelijk een gesprek met hen te regelen. Hij realiseerde zich dan geleidelijk dat zeker Blair geen bondgenoot was in zijn Europese verhaal. Irak was een katalysator: in dat dossier bleek dat er in Parijs, Berlijn en Brussel op dezelfde manier werd gedacht.

België was op 11 september 2001 voorzitter van de Europese Unie. Toen het erop aankwam, liep iedereen de premier van het kleine België voorbij.

MOORS: Tony Blair, Jacques Chirac en Gerhard Schröder probeerden allemaal om zo vlug mogelijk in New York te zijn. Het werd op dat moment duidelijk dat Europa belang heeft bij een voorzitter die verschillende jaren in functie blijft. Maar tegelijk begreep Verhofstadt ook dat er zich een kans voordeed om slabakkende dossiers te laten opschieten. Tien dagen later al keurde de Unie een actieplan tegen het terrorisme goed.

Heeft die ervaring ook meegespeeld in zijn engagement voor een Verklaring van Laken, en later de Europese grondwet?

MOORS: Hij begreep dat landen zoals België er belang bij hebben dat de Europese structuren worden versterkt. Dat de grote landen anders de facto een directorium installeren. Of zijn Europese politiek ook geslaagd is, zullen we pas later weten. Zonder Verklaring van Laken zou er nu geen Verdrag van Lissabon op tafel liggen. Als het wordt geratificeerd, is dat een grote sprong voorwaarts. Als het ooit tot een Europese federatie komt, kun je zeggen dat Verhofstadt mee aan die weg heeft getimmerd.

Maar hij werd geen voorzitter van de Europese Commissie: zijn ‘vriend’ Tony Blair stak hem een mes in de rug.

MOORS: De aanstelling van een nieuwe voorzitter moest, na de ruzie over Irak, een moment van Europese verzoening worden. Verhofstadt kon daar, als protagonist in dat conflict, niet voor zorgen. Tegelijk bleef hij over Europese integratie standpunten verdedigen die voor een aantal mensen onverteerbaar waren. Ik heb dat niet goed begrepen: hij kreeg de aanstelling niet omdat hij een te sterke Europese federalist was. Alsof je de secretaris-generaal van de NAVO zou verwijten dat hij te Atlantisch denkt.

Wat was zijn sterkste moment?

MOORS: De Europese top in Laken. Drie maanden eerder zou de tekst van de verklaring nooit zijn gepasseerd. Maar hij bouwde zijn moment zorgvuldig op, met veel persoonlijke contacten. Belgische politici zijn goed getraind in geven en nemen. Hij kon toen nog goed opschieten met Blair en met de Spanjaard José Maria Aznar. Toen hij die twee over de streep kreeg, konden de anderen alleen volgen.

Hubert van Humbeeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content