Te midden van armoede en ellende verkiest Nicaragua op 4 november een nieuwe president. De Sandinist Daniel Ortega maakt een grote kans. Maar het zou ook zijn laatste politieke gevecht kunnen worden.

In werkelijkheid zijn ze er thuis. Op het plein troepen enkele tientallen lijmsnuivers samen, ze krijgen er dagelijks een rantsoen brood en ze zijn er relatief veilig in een gevaarlijke stad. Naargelang van hun graad van verslaving houden ze om de zoveel seconden hun lijmpotje even aan de neus. In het potje zit goedkope schoenmakerslijm met een hoge, zeer verslavende concentratie aceton. De lijmsnuivers zijn jong, zo’n tien tot vijftien, zestien jaar. Na enkele jaren zijn hun hersenen al onherroepelijk beschadigd. De verslaving is verschrikkelijk.

Het plein is een deel van het werkterrein van de organisatie Quincho Barrilete, die enkele jaren geleden door de Vlaming Olivier Sebrechts werd opgericht. Onder meer Dré ‘Felice’ Steemans was er bij ons een pleitbezorger van. Lokale straathoekwerkers proberen jonge verslaafden die op de mercado oriental leven ertoe te overhalen naar het plein te komen. Daar vinden ze opvang en begint het moeizame proces dat wil proberen om hen van hun verslaving af te helpen en ze daarna een vak te leren. Het is moeilijk werk, de meesten van de kinderen hebben vader of moeder nooit gekend. Een aantal onder hen vertoont duidelijk kenmerken van ondervoeding. Om aan de centen voor hun dagelijkse portie lijm te komen, is prostitutie een bijna vanzelfsprekende uitweg. Voor hoeveel ze het dan doet, vraagt iemand aan een meisje van zo’n dertien, veertien jaar. Het antwoord is onthutsend: voor één dollar.

Managua is de arme hoofdstad van een arm land. Het armste Spaanssprekende land ter wereld _ een triest record. De calamiteiten hebben er zich de voorbije decennia in snel tempo opgevolgd. In het begin van de jaren zeventig vernielde een aardbeving de hele stad. Ze raakte daarna nooit weer echt heropgebouwd. Daarna begon een burgeroorlog, die tot het einde van de jaren tachtig duurde. In de jaren negentig veegde de orkaan Mitch een goed deel van de infrastructuur weg. Tot overmaat van ramp is de prijs van koffie op de internationale markt ingestort. Koffie is sinds jaar en dag het belangrijkste exportproduct van Nicaragua. Honderdduizenden landarbeiders verkommeren van de honger en staan letterlijk op straat _ letterlijk omdat de koffieboerderijen meestal niet alleen voor werk zorgen, maar ook voor onderdak. Er wordt aangenomen dat zestig tot zeventig procent van de Nicaraguanen geen of te weinig werk heeft.

SAMENWERKING

In zijn kantoor in Managua beseft burgemeester Herty Lewites dat zijn stad en het hele land op dit moment voor een bijna hopeloze taak staan. ‘Onze producten hebben geen enkele waarde. De uitwijking naar buurland Costa Rica en naar de Verenigde Staten is immens. Veel families overleven van wat ze uit het buitenland toegestuurd krijgen. Wat de zaak nog dramatischer maakt, is dat het natuurlijk altijd diegenen zijn die nog enige opleiding hebben genoten, die vertrekken. Ik schat dat het zo’n dertig, veertig jaar zal vergen om de situatie te keren. Maar dat kan alleen als er samenwerking groeit. Er is, bijvoorbeeld, coördinatie nodig om te verhinderen dat de mensen van het platteland naar de stad blijven komen: wij hebben hier geen opvang voor hen.’

De samenwerking, waar burgemeester Lewites het over heeft, is een heikel onderwerp. Zelf is hij vorig jaar verkozen op een lijst van het Frente Sandinista. Dat is de voormalige guerrilla, die eerst in een burgeroorlog de rechtse dictator Anastasio Somoza verdreef, maar daarna zelf de hakken in het zand moest zetten tegen een door de Verenigde Staten gestuurde Contra-beweging. Het land is politiek nog altijd zeer verdeeld. De kloof tussen de linkse Sandinisten en de conservatief-liberale alliantie van president Arnaldo Aleman is diep.

Lewites zegt en herhaalt dat hij in het stadsbestuur met iedereen samenwerkt, van welke partij ze ook zijn. De liberalen zijn gebleven en worden bij het bestuur betrokken. Wie straks de presidentsverkiezingen wint, zal op dezelfde manier te werk moeten gaan. Dat geldt in zijn gedachtegang zeker voor de Sandinisten, want in de Verenigde Staten slijpt de Republikeinse regering van George W. Bush al de messen.

Daar is aanleiding toe, want de overwinning van Lewites laat de Sandinisten hopen dat ze op 4 november kunnen winnen. Een verklaring daarvoor kan zijn dat de globalisering van de wereldeconomie de armere landen van Midden- en Latijns-Amerika zo diep in het vlees snijdt dat socialistische partijen het onvermijdelijk weer beter moeten doen. Dat is in verschillende landen ook duidelijk het geval.

Aan het hoofd van de Sandinisten staat nog altijd Daniel Ortega, een van de leiders van de guerrilla uit de jaren tachtig. Ortega was al enige tijd president, maar dat ging niet zo goed, en niet alleen omdat hij zich ook moest verweren tegen de Contra’s. Het Sandinistische regime bleek net zo diep in de schatkist te kunnen graaien als de dictatuur die ze net had verjaagd. Dat liet littekens na in de beweging, het vertrouwen van de partijsoldaten was beschaamd. Bovendien deed het verhaal de ronde dat Ortega zelf aan de scharrel was met zijn stiefdochter, hetgeen in de Midden-Amerikaanse machomaatschappij nooit geheel mag worden uitgesloten. De zaak is nog altijd in onderzoek.

DE NIEUWE BUSH

Toch maken velen zich op om Ortega, na ruim tien jaar oppositie, opnieuw tot president te verkiezen. Het is, zo wordt gefluisterd, zijn laatste kans. Als het nu niet lukt, slaat het uur van Herty Lewites.

Maar de kans dat Daniel Ortega wint, is reëel. Hij is, zegt hij, een ander mens geworden. Hij heeft geleerd van het verleden. Hij wil aan het kapitalisme tegemoetkomen. En zo verder. Ortega heeft vooral handig gemanoeuvreerd om zijn aanhang met strategische allianties te verbreden. Zo vond hij in de eerste plaats Agustin Jarquin bereid om als kandidaat-vice-president met hem naar de verkiezingen te gaan. Jarquin was een politieke tegenstander van de Sandinisten, maar werd door president Aleman als hoofd van het Rekenhof opgesloten. Hij heeft een onkreukbare reputatie, en die schone handen kan Ortega gezien zijn eigen verleden goed gebruiken. Daarnaast hebben enkele belangrijke christelijk-sociale en evangelische groepen zich in een zogenaamde Convergenzia bij de Sandinisten aangesloten. Die Convergenzia is een soort monsterverbond om de liberaal-conservatieven van de macht te verdringen.

De peilingen spraken zich een maand geleden niet uit. De liberaal-conservatieve kandidaat Enrique Bolanos weet dat de reputatie van Arnaldo Aleman, die hij zou moeten opvolgen, hem geen goed doet. Aleman zou zich in één ambtstermijn meer hebben verrijkt dan de hele Somoza-clan in enkele decennia _ een prestatie. Bolanos stelt zichzelf dan ook voor als iemand die geen banden heeft, met geen enkel verleden. Behalve dat hij als zakenman weet hoe hij met de Amerikanen moet omgaan.

Dat kan een voordeel blijken. De gedachte dat Ortega en de Sandinisten de verkiezingen zouden kunnen winnen, maakt Washington al enige tijd zenuwachtig. De Sandinisten zijn in de retoriek van het Witte Huis alweer ondergebracht bij de groeperingen die de zogenaamde schurkenstaten goedgezind zijn.

Wellicht heeft Ortega pech dat de Democraat Al Gore vorig jaar de Amerikaanse presidentsverkiezingen verloor. In de omgeving van George W. Bush maken lui de dienst uit die onder Ronald Reagan en George Bush senior de Contra’s uitvonden en op pad stuurden. Zelf zegt Ortega nu dat de wereld veranderd is en dat hij met de nieuwe Bush kan leven. De vraag is of de nieuwe Bush dat ook met hem kan.

H.V.H.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content