Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Tom Boonen is in Madrid wereldkampioen wielrennen geworden. Na een seizoen waarin hij ook al in één week tijd de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix won. Tom Boonen is de nieuwe… nee, niet zeggen!

Uitspraken uit hun context rukken is niet alleen een fijne vorm van humor, het is een van de basistechnieken van de sportjournalistiek. Daarom dit citaat van Eddy Merckx: ‘Wanneer je in je blote in een bad bonen in tomatensaus gaat zitten, geraak je in een straatje zonder eind.’ Wij kunnen nauwelijks de drang weerstaan hier tussen twee haakjes aan toe te voegen: ( Lao Ti, 551-479 v.C. )

Wanneer je in je blote in een bad bonen in tomatensaus gaat zitten, geraak je in een straatje zonder eind! Wat zou Eddy daarmee bedoeld hebben? En geldt het omgekeerde ook? De man die dat deed, in zijn blote in een bad enz., was Tom Boonen, de nieuwe wereldkampioen. En volgens sommigen de nieuwe… nee, wij krijgen het niet uit onze pen. Boonen stond met die foto op de cover van P of Ché of De Standaard Magazine, ‘een boekske’ in elk geval, en het was in de tijd dat hij nog in was voor dat soort geintjes. Nu is hij dat niet meer.

Of misschien nog wel voor die geintjes, maar zeker niet voor deugdzame journalisten die hem de vragen willen stellen die hij al honderd keer heeft beantwoord. Zoals Knack bijvoorbeeld, dat al sinds februari van het kastje naar de muur wordt gestuurd door de perschef van de Quick-Stepploeg. Een Zwitser goddomme. Die het bestond te vragen: ‘Knack? Was ist das?’Zonder zijn bankfraude leefde Zwitserland nog altijd van de jacht en de pluk. Enfin, op de wachtlijst, samen met vijfduizend anderen.

Om die drukte, en de ongeëvenaarde vrijpostigheid van de Belgische wielerliefhebber te ontvluchten, verhuist Boonen naar Monaco. Je kunt die drukte natuurlijk even goed vermijden door in Cadiz te gaan wonen, of in Donaueschingen waar bovendien de Donau ontspringt. Alleen is het belastingregime in Monaco iets gunstiger. Zeker voor mensen die veel verdienen. Niet alleen door koersen te winnen, maar ook door hun portretrecht te exploiteren. Of door hun naam reclame- en merchandisingsgewijs te gelde te maken. Het is niet Tom Boonen die in zijn eentje de kosten van de vergrijzing moet betalen. Gedomicilieerd in Monaco of in Balen, dat maakt al snel een paar miljoen euro verschil, en de Belg die voor een argument van dat gewicht niet vatbaar is, is geen Belg.

‘Ik hoop dat hij geen wereldkampioen wordt’, had zijn ploegleider Patrick Lefevere vorige week nog gezegd. Bij wijze van boutade, maar ook bij wijze van oprechte bekommernis. Want de gekte rond zijn coureur gaat al maanden alle proporties te buiten. Boonen heeft alleen nog rust tijdens de koersen.

Zonder verdoving bij de tandarts

Tom Boonen komt uit een gezellig Kempens nest, zoals je dat in andere streken, wij denken dan in de eerste plaats aan de Condroz en de Westhoek, niet aantreft. De gebroeders Tom en Sven Boonen waren kinderen die altijd plezier maakten, nu nog. Tom is geboren op 15 oktober 1980, de dag na Putte-Kapelle! Sinds mensenheugenis is dat de afsluiter van het Belgische wielerseizoen en vader André Boonen, ook coureur, reed dat jaar mee. Tijdens de koers begonnen de weeën van zijn vrouw, maar het heeft nog 25 uur geduurd vooraleer Tom uiteindelijk over de streep kwam. Met een banddikte geklopt door Alessandro Petacchi.

In de jongste Tourspecial van Sport/Voetbal Magazine doen André en Agnes Boonen het verhaal van Toms jeugd. Wij vatten samen: vier tanden afgebroken, achter het tennisnet blijven haken waarover hij wou springen, vanaf de kantelen van een springkasteel op zijn hoofd op het asfalt gevallen, bijna verdronken (2x), tent in brand gestoken bij het koken van spaghetti, met een minibrommer door een houten afsluiting gevlogen en houten paaltje door zijn buik geboord, drie keer bewusteloos binnengedragen, tand laten opvullen zonder verdoving (!), Sint-Jozef moeten spelen op zijn plechtige communie (!!)… kortom, een typische Kempense wildebras. Tom durfde alles, was overal haantje-de-voorste, had het hart op de tong, en nam het steeds op voor wie onrechtvaardig behandeld werd. Hij had bij Knack kunnen werken.

Maar Tom groeide vooral uit tot een buitengewoon atleet, die nu op zijn 24e al ‘de kas’ heeft van een coureur van dertig, zoals bekend de ideale leeftijd voor een wielrenner. Volgens inspanningsfysioloog Peter Hespel van de KUL, die de ploeg van Lefevere al tien jaar onderzoekt, zijn de kracht en de explosiviteit van Tom Boonen van een zelden of nooit gezien niveau. ‘Absolute wereldtop’, beweert de professor. En aan de KUL zijn ze zorgzaam met dergelijke superlatieven. In tegenstelling tot sommige vrijzinnige universiteiten, waar ze er maar op los kletsen.

Boonen steekt er letterlijk en figuurlijk met kop en schouders boven uit. Hij kan fysiek en mentaal heersen in een wedstrijd, zodat alle anderen al zestig kilometer voor het einde weten dat ze voor de tweede plaats meedoen. Tom was bij de jongeren nochtans geen echte winnaar. Te kwistig met zijn krachten onderweg. Plezier vinden in demarreren en in een ander gaan terughalen, en daarna geklopt worden door mannen die zuiniger hadden gereden.

Op zijn eenentwintigste, met een Belgische titel bij de beloften op zak, werd hij prof bij de US-Postalploeg van Lance Armstrong. Dat kwam omdat hij als belofte reed bij de Groeningespurters van Dirk Demol, en die was adjunct-ploegleider bij Armstrong. In dat eerste profjaar werd Boonen meteen derde in Parijs-Roubaix, achter Johan Museeuw en Steffen Wesemann.

Veel geleerd, op de stages in Amerika, maar veel moeten missen ook, zoals het leven in de Kempen. Op het einde van dat seizoen dwong Tom via gerechtelijke weg zijn transfer naar de Belgische ploeg van Patrick Lefevere af. Tegen de goede raad van de hele wielerwereld in, en ondanks onverholen dreigementen van de grote Armstrong zelf, zette Boonen ook in die zaak zijn eigen wil door. Zoals kampioenen altijd doen. Armstrong heeft een jaar niet tegen hem gesproken, tot hij vorig seizoen plots twee ritten in de ‘Tour de Lance’ won, toen kon het weer wel.

Selectief programma

De echte groten uit het wielrennen delen op voorhand mee welke wedstrijden ze willen winnen, en winnen die. Merckx koos elke koers op de kalender, maar andere superkampioenen waren selectiever. Lance Armstrong reed alleen de Ronde van Frankrijk. En voor mensen die beweren dat het vroeger allemaal anders was: ook Rik Van Steenbergen probeerde zo snel mogelijk een klassieker te winnen, en deed dan tot de zesdaagsen niets meer.

Koersen uitkiezen doet ook Tom Boonen. Kreeg in het begin van het seizoen al links en rechts verwijten omdat hij in de Ruta’s del Sol van deze wereld een paar keer was geklopt in de sprint. Boonen won daarna in veertien dagen tijd, en op indrukwekkende wijze, de E-3 Prijs in Harelbeke, de Ronde van Vlaanderen, en Parijs-Roubaix. Daarna ging hij met vakantie. Wat hem weer op kritiek kwam te staan.

Maar zie: Tom zette zijn zinnen op ritwinst en groene trui in de Tour, won bij wijze van training de Ronde van België, en had zijn ritwinst in Frankrijk al te pakken na de eerste vlakke rit. En in de tweede, de dag erna, gaf hij het voltallige peloton opnieuw het nakijken. Zonder twee zware valpartijen had hij het groen wel gewonnen.

In de Ronde van Spanje was het weer van dat: paar keer verslagen door Alessandro Petacchi, en opgegeven toen de eerste berg aan de einder opdoemde. Dat zou niks worden in Madrid, we hebben het allemaal wel gedacht. Terwijl Tom zelf altijd rechtuit vertelde dat hij zich goed voelde, op schema zat, en dat we ons niet moesten verkijken op Petacchi, die door zijn ploegmaats in een zetel tot op vijftien meter van de finish wordt gebracht. Dan wint Marc Reynebeau ook. Boonen heeft gelijk gehad, alweer, en zorgde voor een zeldzame triple.

Rik Van Looy deed het in 1961 ook: wereldkampioen en twee grote klassiekers in hetzelfde seizoen. Eddy Merckx deed in 1971 nóg beter: wereldkampioen, drie grote klassiekers, én de Ronde van Frankrijk (plus vier ritten). En Stephen Roche won in 1987 de Tour, de Giro, en het WK.

Het is dus tijd om het hautaine voorbehoud van de betweter te laten varen: Tom Boonen is de nieuwe Johan Museeuw.

Koen Meulenaere

Tom Boonen heeft alleen nog rust tijdens de koersen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content