De nieuwe voorzitter van het Europees parlement, José Maria Gil-Robles, is geen hemelbestormer.

De handleiding om voorzitter van het Europees parlement te worden, moet nog geschreven worden. De recepten bestaan echter en worden met succes toegepast. Zeer deskundig daarin is de nieuwe voorzitter José Maria Gil-Robles die de volgende twee en half jaar het parlement zal leiden. Hij is Spanjaard, christen-democraat, spreekt diverse talen en heeft een fijne neus voor machtsverhoudingen. Het onmogelijke zal hij dus nooit nastreven. Dat heet dan pragmatisch zijn. Met al die kwaliteiten vooral de Spaanse nationaliteit en het EVP-etiket gaven de doorslag was Gil-Robles in de race naar het voorzitterschap onklopbaar. Hij heeft nu een riante wedde, beschikt over een indrukwekkende staf en is een van de invloedrijkste lieden van de Europese Unie.

Een boegbeeld is hij natuurlijk niet. Daarvoor is hij te grijs en werd hij in de molen van Europese compromissen te glad gepolijst. Hij is een betrouwbaar, want zeer voorspelbaar man. Zijn promotie tot parlementsvoorzitter is een dank voor bewezen diensten, de kroon op de carrière.

Deze week trekt hij naar Bonn om er kanselier Helmut Kohl te ontmoeten. Een van de eerste regeringsleiders die hij in zijn nieuwe functie ontmoet, want Gil-Robles weet wie in de Unie de lakens uitdeelt en carrières maakt of kraakt. Gespreksonderwerp wordt de Intergouvernementele Conferentie (IGC) die over een nieuw verdrag onderhandelt en normalerwijze eind juni in Amsterdam tot zaken komt. Om de onderhandelingen een kans op slagen te geven, is het noodzakelijk dat de violen worden gestemd. Het parlement wil immers meer bevoegdheden en omdat het zelf niet aan de onderhandelingstafel zit, moet het regeringsleiders proberen om te praten. In eerste instantie hopen de Europese verkozenen meer medebeslissingsrecht uit de brand te slepen. Kohl is die idee niet ongenegen, maar in ruil zal hij er ongetwijfeld op aandringen dat het parlement in de pas blijft lopen.

BSE : DE EERSTE TEST

Daarover hebben de kanselier en andere regeringsleden tot dusver nauwelijks te klagen. Rond alle dossiers waarin het parlement ooit zijn tanden kon laten zien het akkoord van Ioanina, Turkije en de investituur van de Commissie en voorzitter Jacques Santer kwam het nooit tot een confrontatie in regel. Telkens ging het parlement door de knieën. Onder Gil-Robles zal daar geen verandering in komen. Tijdens een babbel met de Belgische pers leek uit geen enkele verklaring dat de huidige gang van zaken hem erg stoort. Structurele hervormingen hoeven niet meteen, als er iets moet veranderen zijn het details. Symptomatisch is zijn heel bescheiden programma om de werking van het parlement te verbeteren.

Terwijl zijn voorganger, de Duitse sociaal-democraat Klaus Hänsch, een ingrijpende hervorming doorvoerde waardoor de vergadersessies een stuk boeiender werden, legt Gil-Robles de nadruk op minder vergaderen : ?Ik wil er op toezien dat de parlementsleden op vrijdag niet aan de slag moeten, zodat zij naar hun kiesdistrict kunnen. Het is immers van het allergrootste belang dat de parlementsleden contact houden met hun achterban. Daarom moeten we met enige regelmaat in Straatsburg en Brussel de deuren voor een week sluiten.?

Dat de grote fracties in het parlement de wet stellen, is voor de nieuwe voorzitter geen reden tot zorg, integendeel. ?In alle democratieën is dit de regel en ik zie niet in hoe het anders kan.? Het feit dat het Europees parlement geen regering kan doen vallen, zodat er nauwelijks sprake hoeft te zijn van meerderheid en oppositie, is voor Gil-Robles niet relevant. Een eenvormig statuut van de europarlementsleden is echter wel dringend. ?Er moet een uniforme regeling komen inzake de onschendbaarheid van de parlementsleden. Nu is die voor elk land verschillend en dat leidt tot kafkaïaanse toestanden. Even onoverzichtelijk is de betaling van de parlementsleden. Sommigen krijgen het drievoud van de anderen.? Gil-Robles noemt het een onhoudbare situatie en wacht nu op de concrete voorstellen van een werkgroep.

Een eerste concrete test of hij het parlement onder controle heeft, komt er volgende week in Straatsburg. De BSE-enquêtecommissie (dollekoeienziekte) legt dan haar eindconclusies aan de plenaire vergadering voor. De Waalse socialist José Happart zal, ondanks het verzet van zijn groep, een motie van wantrouwen voorstellen. De kans dat die het haalt, is gering, want het zou een staatsgreep betekenen. De Europese Commissie van Santer zou dan mogen inpakken, wat groot gezichtsverlies en een institutionele aardschok zou veroorzaken. Het Europese establishment wil er niet van weten en de voorzitter van het parlement weet bijgevolg wat hem te doen staat.

Gil-Robles legt klemtonen die de gevoeligheden van de Spaanse regering vertolken. Hoewel hij het jongste Europese modewoord niet in de mond neemt, zit hij niet stil om het idee onderuit te halen. Spanje is bang voor een Europa met verschillende snelheden en Gil-Robles staat achter die opinie. ?Op die manier dreigt de Unie een onoverzichtelijk geheel te worden. Op termijn is dit niet werkbaar.? Dat standpunt kan problemen veroorzaken, want Duitsland, Frankrijk en de Benelux vinden flexibiliteit een noodzaak.

P.G.

Voorzitter Gil-Robles van het Europees parlement : ’s Vrijdags horen de europarlementsleden thuis te zijn.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content