Tweehonderd jaar geleden besloten de verlichte revolutionairen die het in Brugge voor het zeggen hadden, de hoofdkerk van de stad – de Sint-Donaas – openbaar te verkopen en af te breken. Ook de inboedel ging de deur uit. In Brugge wordt dit droevige feit nu herdacht met een tentoonstelling in het Gruuthusemuseum. Want al gingen de kerk en heel wat waardevolle kunstwerken verloren, toch bleef een en ander gespaard. Diverse andere kerken uit Brugge en omgeving zijn indertijd verrijkt met schatten uit de Sint-Donaas.
De kerk, die in 1799 werd afgebroken, was de derde die aan de Burg verrees. Eerst was er een Karolingisch kerkje, geïnspireerd op de Paltskapel van Aken. Na een brand werd dat vervangen door een Romaans gebouw, dat later gedeeltelijk in gotische stijl is herbouwd. Het interieur kreeg nog later een barok tintje.
Tijdens verschillende archeologische campagnes, waarvan de laatste dateert van 1987-’89, is het ondergrondse verleden van de kerk blootgelegd. Getuigen daarvan zijn foto’s, plannen en enkele architectuurrestanten. In de loop van de 17de en 18de eeuw werden de buitenkant en het interieur van de Sint-Donaas diverse malen op doek gebracht. Een aantal van die schilderijen hangt vooraan in de tentoonstelling. Zo wordt ook de gapende wonde aan de Burg duidelijk, die door de afbraak van de Sint-Donaas was veroorzaakt.
Het fraaiste werk dat ooit het interieur van de kerk sierde, was de Madonna met kannunik Van der Paele van Jan van Eyck, de schilder die in de kerk zelf begraven is. Het kunstwerk werd in het Groeningemuseum gelaten, maar er is wel een kopie van rond 1500 te zien. Daarnaast zijn er schilderijen van Brugse meesters als Antoon Claeissens, de Meester van het Heilig Bloed, en Jacob van Oost Jr. In 1127 werd Karel de Goede, graaf van Vlaanderen, in de Sint-Donaas vermoord. Een aantal souvenirs, portretten, een biografie en relieken van deze figuur mochten dan ook niet ontbreken. Voorts zijn er reusachtige kandelaars, processielantaarns, paramenten en reliekschrijnen.
Enkele handschriften en boeken verwijzen naar de bibliotheek van de befaamde kapittelschool die aan de kerk was verbonden. Jacob van Maerlant leerde er schrijven. Bovendien waren er ook enkele beroemde “Vlaamse Polyfonisten” die voor de kerk componeerden, mannen zoals Guillaume Dufay en Jacob Olbrecht. Contemplatie van hun koorboeken kan in de gewijde sfeer van hun gezangen.
“Sint-Donaas in Brugge. Leven en dood van een kathedraal”, in het Gruuthusemuseum. Tot 31/1.
Paul Dossche