De juiste man op de juiste plaats

© istock

René Weiler (43) heeft er bij Anderlecht een bewogen seizoen op zitten. Even leek hij te flirten met een ontslag, maar uiteindelijk zette hij de ploeg toch naar zijn hand. Een blik in het hoofd van de Zwitserse trainer.

Halfweg het seizoen 2015/16 laat Anderlechts sportief manager Herman Van Holsbeeck op de club de naam van een jonge, beloftevolle, buitenlandse trainer vallen. In de winterstop heeft hij de naam doorgespeeld gekregen van een bevriende Duitse makelaar. René Weiler is net aan de slag gegaan bij de Duitse tweedeklasser FC Nürnberg, dat op de derde laatste plaats staat, en de degradatie al kan ruiken. Van Holsbeecks nieuwsgierigheid is gewekt. Hij zal vanaf dat moment regelmatig op internet de uitslagen van Nürnberg volgen en doorklikken naar de website van de club, waar de persconferenties voor en na de wedstrijd online staan. Wat hij ziet en hoort, bevalt hem. Uiteindelijk mist Weiler met Nürnberg net de promotie naar de Bundesliga.

Na het seizoen belt Van Holsbeeck de Duitse makelaar op. Hij wil die jonge Zwitserse trainer eens zien, en reist voor een vrijblijvend kennismakingsgesprek af naar Zürich, waar hij een open man aantreft, met persoonlijkheid en principes.

Wanneer op 25 mei bekend raakt dat paars-wit niet doorgaat met Hasi, zoekt Anderlecht iemand die de kleedkamer kan opkuisen, een probleem dat al twee jaar aansleept. Claude Puel beschikt over het juiste profiel, maar de Fransman heeft net gedurende een paar jaar een kleedkamer opgekuist in Nice en kan het mentaal niet opbrengen dat kunstje nog eens over te doen bij Anderlecht. Puel droomt van de Premier League, en zal dan ook voor Southampton kiezen. Met Paul Le Guen strandt het gesprek eveneens. Roberto Martínez legt de lat veel te hoog op financieel vlak en wil zijn technische staf liefst zo uitgebreid maken als die van een topcoach bij een absolute topclub.

Waarom, bedenkt Van Holsbeeck plots, zou hij die interessante jonge trainer uit Zwitserland niet eens naar Brussel uitnodigen om met het bestuur van gedachten te wisselen? Bij het verlaten van het zaaltje is iedereen – Roger Vanden Stock, Alexandre Van Damme, Jo Van Biesbroeck en teammanager Gunter Van Handenhoven – het erover eens: dit moet de nieuwe trainer van Anderlecht worden. Geen naam, maar een man met principes. De juiste man op het juiste moment op de juiste plaats.

Weiler stelt geen buitensporige financiële eisen. Wel wil hij absoluut twee Zwitserse assistenten: met David Sesa,een ex-speler van onder meer Napoli en Lecce en 36 keer Zwitsers international, voetbalde hij nog samen bij Servette Geneve, terwijl Thomas Binggeli zijn assistent was bij FC Aarau.

Okaka

Een van de eerste dingen waar Weiler van schrikt, is de impact van een traditieclub als Anderlecht en de complexiteit van België en zijn media. Op maandag 20 juni leidt de Zwitser achter gesloten deuren zijn eerste training. ‘Ik wil met Anderlecht creatief en aanvallend voetbal brengen’, zegt hij. ‘Ik houd van een grapje, maar er moet vooral serieus gewerkt worden.’ Op de eerste training zijn 24 spelers aanwezig, maar op papier zijn er 35 beschikbaar. Sommigen zijn nog niet teruggekeerd uit vakantie, anderen dromen hardop van een lucratieve transfer, en liefst zo snel mogelijk.

De nieuwe trainer weet niet op wie hij straks nog kan rekenen. Kara gaf al vanuit zijn thuisland aan dat hij nog steeds droomt van de Premier League. Met Kara kan je naar de oorlog, ziet Weiler onmiddellijk, maar wil Kara nog naar de oorlog met paars-wit? Ook aan Weiler laat de Senegalees weten dat hij graag nog in de zomer vertrekt. Wat doe je met zo’n speler? Hem kapitein maken, met het risico dat hij een paar weken later weg is?

Liefst dertien spelers zullen voor eind augustus de club verlaten. Daar hoort Matías Suárez bij, die niet eens meer opdaagde vanuit Argentinië, maar ook spelers die Weiler hoog inschat en graag had gehouden, zoals Steven Defour. Weiler is ook gecharmeerd van Dennis Praet. Maar na een gesprek waarin hij Praet probeert te overtuigen om te blijven, beseft hij dat de speler al met zijn hoofd in het buitenland zit. ‘Il faut le vendre‘, zegt hij na dat gesprek. Praet vertrekt uiteindelijk naar Sampdoria. Wanneer ook nog Defour weggaat, is Weiler wel écht ontgoocheld.

Vanuit Genua laat Praet zich erg lovend uit over de nieuwe trainer van Anderlecht. Waar hij én de andere spelers het meest van schrokken, was dat Weiler tegen de sterkhouders durfde in te gaan en die voor de hele groep aanpakte. Zijn voorgangers durfden doorgaans niet aan de vedetten te raken en beperkten zich tot het berispen van de mindere goden. Ook de rest van de club schrikt wanneer Weiler Stefano Okaka keihard aanpakt. Dat is wel de man die Anderlecht vorig seizoen met zijn vijftien competitiegoals een complete afgang bespaarde.

Okaka maakt maar één fout in de voorbereidingsfase: hij doet niet wat de trainer hem vraagt. Weiler wil dat zijn diepe spits kampeert aan het zestienmetergebied, dat hij daar oorlog maakt, aanspeelbaar is en als een vos op kansen loert. Maar wat doet Okaka? Die komt zoals voorheen rustig ballen opvragen bij de twee centrale verdedigers achterin. Weiler herhaalt zijn vraag een tweede keer, maar, wanneer hij geen reactie ziet, geen derde keer.

Want wie niet doet wat hij vraagt, moet eruit. Dat is de enige manier om een goeie groep te hebben. Het is een eyeopener waar iedereen van schrikt, maar die de trainer wel het respect oplevert van de kleedkamer. Van Holsbeeck grijpt niet in. Hij hoopt dat de nieuwe trainer de lijn die hij trekt kan aanhouden. Weiler gaf eerder al aan dat hem meteen opviel dat de paars-witte voetballers wel erg veel rechten, maar weinig plichten hadden. Elke trainer zegt dat iedereen voor hem gelijk is, maar weinigen durven gevestigde waarden op hun plaats te zetten wanneer dat nodig is. Weiler doet dat wel. Het is niet omdat een speler een actie in huis heeft, dat hij een wereldvoetballer is. Die drie minuten dat een speler gemiddeld aan de bal is gedurende een wedstrijd, zijn belangrijk, maar minstens even belangrijk vindt hij de 87 minuten waarin een speler de bal niet heeft: wat doet hij dan?

Weiler is een breuk met een recent verleden, zoals ook John van den Brom vier jaar eerder een frisse wind binnenbracht. Alleen had de Nederlander met Dieumerci Mbokani, Milan Jovanovic en Lucas Biglia een pak meer ervaring in zijn kern dan de Zwitser.

Evenmin als John van den Brom kent de nieuwe trainer de mensen die in België de publieke opinie bepalen en bespelen. Weiler staat alleen. De steun die Clubtrainer Michel Preud’homme en AA Genttrainer Hein Vanhaezebrouck genieten bij de publieke opinie, moet hij missen. Dus organiseert de club een paar informele babbels tussen trainer en enkele vooraanstaande journalisten, om hen inzicht te geven in het denken van de trainer.

Teo

Eind juli vliegt Anderlecht uit de voorronde van de Champions League, tegen het Russische Rostov. In de basiself van beide wedstrijden tegen de Russen staan vijf spelers die in de onlangs met 2-0 gewonnen topper tegen Club Brugge op het veld kwamen, plus Bram Nuytinck die tegen blauw-zwart op de bank zat. Vijf andere titularissen van toen zijn er nu niet meer: Davy Roef, Sebastian De Maio, Fabrice N’Sakala, Steven Defour en Idrissa Sylla.

Wat de trainer in het begin van het seizoen niet snapt, is dat de pers niet begrijpt dat er met al die ervaren vertrekkers flink wat kwaliteitsverlies is, en dat de nieuwe spelers tijd nodig hebben om geïntegreerd te geraken, zeker omdat er nog een paar geblesseerd zijn. Zelf had hij graag Praet en Defour gehouden. Na hun vertrek mist Anderlecht kwaliteit, weet hij. Weiler heeft het gevoel dat men hem die tijd die nodig is om te bouwen niet gunt.

Het moment waarop ze bij paars-wit beseffen dat Weiler geen cadeaus zal krijgen van de media, is de persconferentie voor de kwalificatiewedstrijd voor de groepsfases van de Europa League tegen Slavia Praag. Van de vijftien vragen zijn er veertien die niets met de wedstrijd te maken hebben, maar die als negatief beschouwd worden. De entourage voelt dat de pers Weiler al heeft opgegeven, en dat de messen geslepen worden.

Na de zomertransferperiode zijn dertien spelers weg. Negen anderen komen, van wie er al één meteen vertrekt: Sebastian De Maio.Hoofdreden: zijn vrouw ziet het niet zitten om naar Brussel te verhuizen na de aanslagen en wil in Italië blijven. De Maio verkast naar Fiorentina.

Achterin pakt Anderlecht naast Nicolas Lombaerts, op het middenveld haakt het af voor Hakim Ziyech wanneer Ajax na de uitschakeling tegen – jawel – Rostov voor de speler van FC Twente elf miljoen neerdokt. Weiler kan leven met de nummer twee op het lijstje met favoriete middenvelders. Iedereen bij de club is positief over Nicolae Stanciu. Ook tot vandaag gelooft de trainer nog in hem. Stanciu moet er alleen aan wennen dat hij in Roemenië dé man was, en hier slechts één van de mannen.

Weiler is vooral blij dat de spits gehaald wordt die hij wilde. Doorgaans beperkt hij zich tot het uitschrijven van een profiel, en mag de club de naam invullen, maar Lukasz Teodorczyk wil hij er absoluut bij. Wanneer Van Holsbeeck de scoutingrapporten van de spits opvraagt, leest hij dat de scoutingcel twijfels heeft, aangezien de Pool er bij Dynamo Kiev niet veel van gebakken heeft. Weiler dringt aan: hij wil Teo en niemand anders. Die doet namelijk wat Okaka niet zag zitten: oorlog maken in de zestien meter en met een over-mijn-lijkmentaliteit spelen.

Het eerste moment waarop Anderlecht denkt dat de ploeg gelanceerd is, is in de Europese uitwedstrijd op Saint-Etienne. Paars-wit speelt er een geweldige match, maar die prestatie wordt overschaduwd door het misverstand achterin tussen de onervaren doelman Davy Roef en centrale verdediger Bram Nuytinck.

Ook in de communicatie met de pers loopt het verkeerd. Weiler wil duidelijk maken dat het niet evident is om een ploeg te bouwen en dat het tijd gaat vergen. Alleen is het moeilijk om aan de Zwitser uit te leggen wat Anderlecht is en wat daar allemaal bij hoort. Omdat hij een erg methodische man is. Bij hem staat alles ten dienste van het collectief. Als Lionel Messi zijn werk niet doet, vindt hij, speelt Barcelona ook maar met tien.

Op 2 november schrikken ze bij Anderlecht wanneer ze de column van analist en ex-coryfee Marc Degryse in Het Laatste Nieuws lezen. Paars-wit heeft dat weekend onverwacht verloren van het bescheiden Waasland-Beveren, dat net zijn trainer had buitengegooid en bijna een gehele wedstrijd met tien had gespeeld. ‘Weiler rijdt Anderlecht perte totale‘, is de niets aan de verbeelding overlatende kop. Degryse schrijft: ‘Weiler zei op de persconferentie: ‘Dit is geen groot Anderlecht, en met zo veel geblesseerde spelers is dit zelfs een middelmatig Anderlecht.’ Wat Weiler daar deed, is zijn eigen spelers onder de grond vegen. En al even erg: ‘De geschiedenis en de erelijst van de club maken geen goals.’ Dat was in één armbeweging ook de club denigreren.’

Gaverbeek

Veertien dagen later brengt de club Weiler en Degryse samen, in een poging om de mist tussen beiden te laten optrekken. In het stuk laat de trainer enkele opmerkelijke quotes noteren:

‘Wat we nu hebben, is een selectie die van iedereen kan winnen, maar dan alleen op basis van individueel talent. Want er staat geen ploeg. We hebben problemen.’

‘Kara is de ene week geblesseerd, de andere niet: ’t is altijd iets.’

‘Acheampong moet het hebben van een actie, maar laat hem niet in een strategie spelen.’

‘Ik kijk rond mij in de kleedkamer en ik zie vooral artiesten, maar we missen leiders.’

Bij de club vinden ze dat het interview scherper is neergepend dan de nuance in het gesprek liet uitschijnen, en dat wat Weiler uitlegde gebruikt werd om hem tegen de spelers op te zetten.

Eén dag later vraagt Weiler om aan de spelers uit te leggen dat het niet zijn bedoeling was om hen aan te vallen. Frans is ook zijn moedertaal niet, waardoor sommige zaken die hij zegt, letterlijk opgetekend, hard aankomen.

Een dag na de rechtzetting tegenover de spelersgroep sukkelt Anderlecht in de Gaverbeek. Na de rust wordt het door Zulte Waregem in de vernieling gespeeld. Na de wedstrijd wordt Sofiane Hanni voor de camera gehaald. Hij zegt: ‘We moeten meer aanvallen.’ Op de persconferentie zit Weiler er als een geslagen man bij. Zijn dagen lijken geteld.

Anderlecht zelf is niet zo overtuigd dat het een goede zaak zou zijn om de nieuwe trainer nu al te ontslaan. Weiler heeft met zijn consequente houding namelijk veel respect afgedwongen, bij spelers én bestuur, zodat de club plan B nog even laat rusten. ‘Bij Anderlecht steunen we de trainer altijd, tot hij niet meer te houden is’, zegt Herman Van Holsbeeck daarover. ‘Veel clubs laten hun eigen bestuursfouten cash betalen door hun trainer. Dat doen wij niet.’

Soms heeft een topclub een crisis nodig om iedereen scherp te krijgen. Alleen moet er nu dringend gewonnen worden. Meteen na Zulte Waregem wordt afgesproken dat Weiler stopt met beschikbaar te zijn voor de pers. Eerder was hij al gestopt met de persconferenties voor de competitiematchen.

Vier dagen later volgt er een kantelmoment. Roger Vanden Stock en Herman Van Holsbeeck maken Weiler in een open gesprek duidelijk dat de mensen die hem bij de club nog volop steunen op dat moment met hem aan tafel zitten: het zijn er twee. De kritiek is alleen te stoppen met resultaten.

Een dag later krijgt Anderlecht op FC Qabala bij een 1-1-stand een onterechte penalty tegen met nog een kwartier te spelen. De bal gaat binnen, maar moet opnieuw getrapt worden. In de tribune laat Van Holsbeeck zich ontvallen dat een goeie trainer altijd een beetje geluk heeft op het juiste moment. In de herneming gaat de bal naast, in de extra tijd scoren de Brusselaars nog twee keer. In plaats van die match met 2-1 te verliezen wint paars-wit met 1-3. In de vestiaire bespeurt de sportief manager vooral opluchting, bij de trainer én de spelers. ‘Ik denk niet dat de kritiek nu zal ophouden’, zegt Weiler meteen na de match. ‘De pers houdt niet van de trainer, ik moet dat aanvaarden.’ Op Qabala is de paars-witte trein vertrokken, maar voorlopig trekt hij zich nog traag op gang. Drie dagen later walst het team over een zwak Excel Mouscron.

Nieuw contract

Bij het einde van de reguliere competitie stelt de club Weiler voor om toch opnieuw met de pers te praten. De trainer denkt er een paar dagen over na, maar bedankt dan toch: waarom zou hij dat doen? Uiteindelijk is gebleken: hoe minder hij met de pers praat, hoe beter het op het veld loopt. Dus beperkt hij zich tot de obligate perspraatjes, interviews met radio en tv, en gesprekken met Zwitserse journalisten.

Ondertussen verliest Anderlecht nog amper. Langs de lijn blijft Weiler rustig. Hij concentreert zich op zijn team, niet op de scheidsrechter of de lijnrechters of het publiek. De Zwitser toont zich als een leider met een grote persoonlijkheid. Een man die vasthoudt aan zijn visie, al wordt die niet door iedereen gedeeld. In die zin doet zijn aanpak denken aan die van Pierre Sinibaldi en Tomislav Ivic. Ook zij gingen koppig hun eigen weg terwijl iedereen rond hen schreeuwde: wat doet die nu?

Weilers grootste verdienste is dat hij een solidaire groep heeft gemaakt. Een groep waar Nuytinck mee jubelt na de zege tegen Club Brugge, ook al speelde hij niet. Na de reguliere competitie heeft Weiler de spelers samengeroepen en gezegd: ‘Ik ga nu keuzes maken. Die keuzes zijn niet tegen wie afvalt, maar voor de ploeg.’ Daar is de Zwitser toch maar mooi in geslaagd. Door ongelofelijk rechtlijnig en duidelijk met iedereen om te gaan: met zijn spelers, met zijn staf, met de medewerkers, met zijn oversten.

Bij het begin van play-off 1 geeft Anderlecht Weiler een nieuw contract, nog voor de trainer er naar gevraagd heeft. Het is een blijk van vertrouwen én een signaal naar de spelersgroep dat ze het ook volgend jaar met deze man moeten doen.

Natuurlijk heeft Weiler nog werkpunten. Een opmerking als ‘het verleden maakt geen doelpunten’ was misschien goedbedoeld, maar de beleidsmakers maken hem duidelijk dat hij zijn eigen product niet mag afvallen in de media. Weiler stuurt zichzelf bij.

Hij is ook een goeie people manager. Anders krijg je als nobele onbekende zonder palmares al die spelers niet mee in je verhaal. Maar hij maakt spelers ook beter. Youri Tielemans en Leander Dendoncker zijn de beste voorbeelden, al weet hij dat vooral Tielemans deze zomer moeilijk te houden zal zijn.

Kortom: René Weiler is een teamspeler en hij verwacht dat ook van zijn spelers.

DOOR GEERT FOUTRÉ – FOTO’S BELGAIMAGE

Zijn grootste verdienste is dat hij een solidaire groep heeft gemaakt.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content