S lumdog Millionaire, Danny Boyles hedendaagse sprookje over een jongen uit de Indiase sloppenwijken die een tv-quiz wint, scoorde 8 op 10 op de 81e Oscaruitreiking. Het stond in de sterren geschreven. Een feelgoodfilm die het perfecte antigif was tegen de beeldjesstorm van het somber-existentiële No Country for Old Men vorig jaar. Met zijn mix van het klassieke (dickensiaanse weeskinderen en kindervrienden), het moderne (de hippe MTV-montage) en het exotische (Mumbai en de knipogen naar Bollywood) bleek de film bovendien het ultieme voorbeeld van het soort veilig avonturisme dat bij het Oscargenootschap hoog in het vaandel staat.

Toch was het succes van Boyles achtste langspeler allesbehalve voorspelbaar. Na een problematische shoot vanwege de onervaren cast, ‘a city in fast forward’ als locatie en stroeve autoriteiten, zag het er even naar uit dat het eindresultaat in de VS recht op dvd zou verschijnen. Gelukkig sloegen de distributeurs Warner Independent en Fox Searchlight zeer ongebruikelijk de handen in elkaar om de film toch in de zalen te krijgen.

Boyles cinemaloopbaan wordt gekenmerkt door dit soort duizelingwekkende ups en downs… én ups. Na korte carrières bij enkele theatergezelschappen en de BBC verbaasde de Britse regisseur vriend en vijand met Shallow Grave (1994), zijn beklemmende langspeeldebuut over drie vrienden die het lijk van hun nieuwe flatgenoot proberen te verbergen. De grote doorbraak kwam er echter met het energetische junkiedrama Trainspotting (1996).

Met A Life Less Ordinary (1997) keerde het tij. De critici maakten deze onevenwichtige hommage aan de ‘screwball comedies’ van Frank Capra en Preston Sturges met de grond gelijk, en het publiek meed de film als de pest. Nadien waagde Boyle zich met The Beach (2000) aan zijn eerste bigbudgetprent. Wat een grootse comeback had moeten worden – gebaseerd op een bestseller, Titanic-bink Leonardo DiCaprio in de hoofdrol en een paradijselijk eiland als setting – draaide uit op een tweede kritische en financiële flop.

Na een herbronningsperiode in tv-land sloeg Boyle terug met 28 Days Later (2002), een digitaal geschoten horrorprent die zowel zijn professionele reputatie als die van het zombiegenre nieuw leven inblies. Maar het geluk bleek van korte duur. Millions (2004), het relaas van twee kinderen die een grote zak geld vinden, passeerde onopgemerkt en het prijzige sciencefictionavontuur Sunshine (2007) werd even bewolkt onthaald als The Beach.

Een mens zou gaan denken dat Slumdog Millionaire autobiografisch is.

Steven Tuffin

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content