Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Zondag 20 februari is het vijf jaar geleden dat veearts-keurder Karel Van Noppen werd vermoord. De uitvoerders van de moord zitten achter de tralies. Maar de opdrachtgever blijft buiten beeld: wie is de vierde man?

Op 17 oktober 1996 werd veehandelaar Germain Daenen uit Munsterbilzen vrijgelaten na vier maanden voorhechtenis. Hij werd ervan verdacht de opdracht gegeven te hebben om Karel Van Noppen te liquideren. De onomkoopbare veearts van het Instituut voor Veterinaire Keuring (IVK) werd op 20 februari 1995 vermoord en kreeg prompt de status van martelaar. Daenen was op 12 juni aangehouden na verklaringen van wapenhandelaar Carl De Schutter uit Essen, die op 22 mei 1996 door Belgische en Franse speurders in Zuid-Frankrijk was gearresteerd en in een Franse cel terechtkwam wegens illegaal wapenbezit. De Schutter was een man die veel praats had en er een luxueuze levensstijl op na hield: hij reed met een Ferrari en had een chique villa aan de Azurenkust. Hij had de moord georganiseerd en leverde het pistool waarmee Van Noppen werd doodgeschoten.

De Schutter had Daenen begin 1994 leren kennen in de gevangenis van Merksplas – hij zat er voor schriftvervalsing, belastingontduiking en illegale wapenhandel, Daenen voor frauduleus bankroet van een slachthuis en een carrousel met ongedekte cheques. Begin 1995, zegt De Schutter, vroeg Daenen hem of hij iemand kende die voor een vriend en tegen betaling een lastpost ‘grote schrik wilde aanjagen’. Hij kende zo iemand en werd door Daenens vriend opgebeld voor een afspraak op de Grote Markt van Sint-Niklaas. Daar kreeg hij de naam en het adres van Van Noppen, en de aanmaning dat het vóór 21 februari moest gebeuren. De operatie had de codenaam ‘Zieke Koe’. De dag na de moord ontmoette De Schutter dezelfde man opnieuw op de markt van Sint-Niklaas. Hij kreeg er zoals afgesproken 600.000 frank uitbetaald.

De moordenaar was Albert Barrez: een kermisexploitant uit Blaasveld met een voorgeschiedenis van (vaak mislukte) wagen- en containerdiefstallen. Ook hij kende De Schutter van gemeenschappelijke verblijven in Antwerpse gevangenissen. Hij dweepte met de in zijn ogen hoogst succesvolle wapenhandelaar. Met uitzondering van een schietles die De Schutter hem vlak voor de moord in een club in Sint-Niklaas gaf, had hij nooit een schot gelost voor hij op korte afstand vier kogels naar Van Noppen afvuurde. Het eerste schot miste z’n doel, het vierde was een nekschot waarmee hij de gevallen veearts afmaakte.

Barrez kende de opdrachtgever voor de moord niet. Maar De Schutter sleepte hem als klusjesman mee naar afspraken. Zo wist Barrez van De Schutter dat de man ‘Germain’ heette – de twee beraamden onder meer een frauduleuze uitvoer van vlees. En hij zag hem vlak voor de moord eventjes op het parkeerterrein van een benzinestation langs de E313 in Ranst, toen De Schutter er nog wat details ging regelen. De opdrachtgever was een man met een bril die in een zwarte Saab reed. Dat was van toepassing op Daenen.

ARRESTATIEBEVEL VERGETEN

Op 8 oktober 1996 confronteerden speurders in het Franse Valenciennes Daenen met De Schutter over de moord. De Schutter trok zijn belastende verklaringen in, waarop Daenen werd vrijgelaten. ‘Maar mijn cliënt heeft nooit specifiek zijn verklaringen over Daenen ingetrokken’, legt De Schutters advocaat Ilse Van Mellaert uit. ‘Hij was ontevreden over de gang van zaken en trok ál zijn verklaringen in. Ik meen trouwens dat het parket Daenen toen heeft laten gaan om een procedurefout te vermijden. Men had vergeten zijn arrestatiebevel opnieuw te betekenen nadat hij vanuit Frankrijk weer naar België was gebracht. Het zou me ook verbazen mocht Daenen nu wel vrijkomen. Hier wordt geen louter juridisch proces gevoerd. Dit is een sterk op de pers en het publiek toegespitste zaak.’

Twee weken geleden, op 31 januari, confronteerde de Turnhoutse onderzoeksrechter Myriam Vrints, Daenen opnieuw met De Schutter – waarop ze Daenen ter plekke liet aanhouden. De Schutter herhaalde zijn vroegere beschuldigingen. Om Daenen in voorhechtenis te kunnen houden, zal het parket echter juridische spitstechnologie uit de hoed moeten toveren. ‘Mijn cliënt is voor deze zaak al eens aangehouden en weer in vrijheid gesteld, dus moeten er nieuwe elementen zijn om zijn aanhouding te verantwoorden’, zegt Daenens advocaat Roger Vanhoyland. ‘De verklaringen van De Schutter en Barrez zijn niet gewijzigd, en wij zien geen enkel nieuw element in het dossier. Wij zullen dus zijn aanhouding betwisten.’

Daenen blijft ook nu alle schuld ontkennen. Hij beweert dat hij het slachtoffer is van een afrekening. Waarnemers veronderstellen dat hij niet door de knieën gaat. Advocaat-generaal André Van Ingelgem bij het Antwerpse Hof van Beroep, in deze zaak parketwoordvoerder, blijft vaag over de nieuwe elementen waarvan sprake: ‘Het zijn elementen waarop vroeger niet gesteund kon worden.’ De kamer van inbeschuldigingstelling beslist in principe deze week over de verdere aanhouding van Daenen.

Meer dan waarschijnlijk draait de juridische touwtrekkerij vooral om één vodje papier uit het dossier: een kladje waarop De Schutter op 29 mei 1996 in zijn Franse cel zijn gedachten op een rij zette, nadat hij op 23 en 24 mei door de Fransen was ondervraagd. Dat stukje papier is voor de speurders heel belangrijk omdat de verklaringen die De Schutter in Frankrijk over de moord op Van Noppen aflegde niet in het proces gebruikt mogen worden. De Fransen schoten namelijk een bok door De Schutter als verdachte onder ede te ondervragen: een verdachte mag niet verplicht worden de waarheid te vertellen.

‘Wij stelden vorig jaar inderdaad vast dat er een probleem was met de verklaringen van De Schutter’, beaamt Van Ingelgem. ‘Wij hebben vervolgens voor de eerste keer in de Belgische gerechtelijke geschiedenis gebruikgemaakt van een nieuwe mogelijkheid gecreëerd door de wet-Franchimont. We zuiverden een dossier tijdens het onderzoek om te vermijden dat er tijdens de behandeling ten gronde procedurefouten gepleit zouden worden. In september zijn alle besmette verklaringen uit het dossier verwijderd en het Hof van Cassatie heeft de zuiveringsprocedure niet verbroken. Op 30 september besliste de kamer van inbeschuldigingstelling dat de speurders de brief waarvan sprake wel mogen gebruiken. De Schutter stond niet onder ede toen hij hem schreef.’

DE VERKEERDE MAN OPGEPAKT

‘Ik kan me voorstellen dat een magistraat hier juridisch-technisch iets nieuws in ziet’, zegt De Schutters advocaat Van Mellaert, die ook stelt dat onderzoeksrechter Vrints al meer dan een jaar wist dat er een procedureprobleem was. ‘Het papiertje stak aanvankelijk niet in het dossier. Het zou normaal in de papiermand gegaan zijn, want alles wat erop stond, had De Schutter ook tijdens het verhoor verklaard. Maar iemand van de gerechtelijke politie nam het toch mee en stak het in zijn persoonlijk dossier. Pas begin 1998 is men het gaan zoeken en is het document aan het gerechtsdossier toegevoegd. Daenen was toen al vrijgelaten, dus zou dit een nieuw element kunnen zijn. Wij verwijten Vrints trouwens dat ze van de zuivering gebruik heeft gemaakt om stukken te laten verdwijnen die niet weg moesten, zoals de vele gewijzigde verklaringen van Barrez die een negatief beeld van mijn cliënt schetsten.’

Juristen breken zich ook het hoofd over de kwestie of de verklaringen van na de zuivering vergeleken mogen worden met die van ervoor. Als dat niet het geval is, zijn de recente verhoren van De Schutter juridisch-technisch nieuwe elementen. Het gerecht heeft in ieder geval kostbare tijd verloren met het rechtzetten van de flater van de Franse confraters. Maar ook in eigen land liep niet alles van een leien dakje. Vooral in het begin van het onderzoek werden storende fouten gemaakt.

Een dikke maand na de moord, op 28 maart 1995, pakte het Turnhoutse parket drie mannen uit het Brugse op, waaronder Dirk Vlaeminck en Yves Van der Waarden: twee luitenanten van de notoire vleesfraudeurs Kristiaan Dierickx en Dirk De Soete, onder meer bekend van de affaire Tragex-Gel rond illegale import van Brits rundvlees. De derde was een zekere Gert Logghe, die achteraf per vergissing bleek te zijn aangehouden. De speurders zochten naar ene Ronny Tack, maar diens ouders verschaften hem een alibi voor de avond van de moord. Al op 4 april werd het drietal onder druk van de manifeste vergissing en bij gebrek aan bewijzen weer vrijgelaten.

Op 8 mei 1995 werd de BMW die Barrez voor de aanslag had gebruikt teruggevonden. De wagen was de dag voor de moord in de buurt van het Antwerpse gerechtshof gestolen door nog een vriend van De Schutter: de Franse gangster Gilles Clément, ooit gelieerd met de topcriminelen Jacques Mesrine en Patrick Haemers. De dag na de moord kreeg hij de wagen terug en wou hij hem in Elsene aan een heler verpatsen, maar die sloot tijdens een proefrit per vergissing de deur terwijl de motor nog draaide en liet de wagen in paniek staan. De echte eigenaar reed al enige tijd opnieuw met zijn BMW rond voor de speurders hem opspoorden op basis van ooggetuigenverklaringen: mensen hadden in de buurt van de plaats waar Van Noppen was vermoord een deel van de nummerplaat van de BMW genoteerd. Ook hier ging dus kostbare tijd verloren.

HET VERDWENEN DERDE PISTOOL

Het speurwerk leek vlotter te gaan toen onderzoeksrechter Vrints vanaf augustus 1995 alleen nog de gerechtelijke politie inschakelde. Van Noppen had het geregeld aan de stok gehad met leden van de BOB van Turnhout, die hij ervan verdacht vetmesters over controleacties te informeren. Feit blijft echter dat deze zaak vooral opgehelderd kon worden omdat de moordenaars nog amateuristischer te werk gingen dan de eerste speurders. Ze maakten flagrante fouten, die alleen op hoogmoed en verregaande domheid kunnen wijzen. Op 7 juli 1995 stelde een getuige bij een reconstructie van de moord in Wechelderzande vast dat de velgen op de banden van de voor de aanslag gebruikte BMW 730 van een wagen van het lichtere type 525 kwamen. Dat bleek na lang speurwerk die van De Schutter te zijn – hij had de dag van de moord met Barrez de wielen van de twee BMW’s verwisseld.

Ook het moordwapen was een probleem. De Schutter gaf Barrez een in ons land zeldzaam wapen mee: een Norinco.45, een Chinese kopie van het dienstwapen van officieren uit het voormalige Oostblok. Een zwaar ‘kanon’, meteen ook de voornaamste reden waarom De Schutter dit wapen koos: zelfs de onervaren Barrez kon er niet mee missen. Het wapen spuwt bij gebruik hulzen in het rond. Daarom werden er op de plaats van de moord lege hulzen gevonden. Na de aanslag vijlde De Schutter de loop van het wapen uit om het ‘onherkenbaar’ te maken. Maar hij was iets fundamenteels vergeten. In 1990 waren speurders binnengevallen in zijn wapenwinkel in Ekeren, waar ze onder meer twee genummerde Norinco’s uit een lot van drie in beslag namen. Het derde wapen ontbrak. Barrez beweert nu in zijn boek dat De Schutter het de dag van de oefening in de schietclub opgroef in de tuin van de villa van zijn moeder.

Ballistisch onderzoek wees uit dat de hulzen verzameld op de plaats van de moord de ‘handtekening’ van dit derde wapen droegen. Na de moord week De Schutter uit naar Zuid-Frankrijk, waar hij het pistool verkocht aan de Italiaanse maffioso Giovanni ‘Gigi’ Pistillo. Die belandde in 1997 in een Franse cel, waar Belgische speurders hem over de moord en het wapen ondervroegen, maar dat leverde niets op. Later zou hij aan Italië worden uitgeleverd, maar door een ‘administratief misverstand’ werd hij vrijgelaten. Sindsdien is hij spoorloos. De Fransen haalden nog stommiteiten uit. Zo bleek in december 1996 dat De Schutters in beslag genomen BMW gestolen was. Een cruciaal bewijsstuk natuurlijk.

Moordenaar Barrez was na 20 februari 1995 niet lang blijven stilzitten. Op 3 januari 1996 werd hij ’s avonds aan de Nederlandse grens opgepakt voor een zoveelste mislukte autodiefstal. Hij verdween weer in een Antwerpse cel, maar werd niet verdacht van de moord op Van Noppen. Pas op 18 mei reed men hem voor het eerst naar het gerechtshof in Turnhout, waar hij over de moord werd ondervraagd. Hij werd er geconfronteerd met de ook gearresteerde Franse autodief Clément die volhield dat hij de moordwagen op verzoek van Barrez en De Schutter voor 25.000 frank gestolen had. Op 23 mei, de dag na zijn aanhouding, bevestigde De Schutter vanuit zijn Franse cel dat Barrez de moord had gepleegd. Een jaar lang beschuldigden de twee elkaar ervan de dodelijke schoten te hebben afgevuurd.

Tot Barrez in november 1997 door de knieën ging en bekende dat hij de moord in zijn eentje had uitgevoerd, maar dat De Schutter ze had georganiseerd en er achteraf ook de sporen van had uitgewist. Een versie die min of meer aansloot bij wat De Schutter altijd vertelde. Alleen over details verschillen de twee van mening, zoals over de precieze timing van de afspraken (Barrez situeert alles een maand vroeger dan De Schutter) en over de kwestie of Van Noppen ‘kapot’ moest worden gemaakt (dixit Barrez) dan wel alleen ‘bang’ (De Schutter).

VIJF WAGENS IN DE PRAK

Barrez heeft in zijn cel oeverloos zitten speculeren over de vraag wie de fameuze vierde man zou zijn: de vriend van Daenen die de moord bestelde. Het is duidelijk dat hij het niet weet. Op basis van een vage herkenning lanceerde hij het denkspoor dat het Walter Remysen zou zijn: een achterneef van Van Noppen uit Turnhout die bekendstaat als hormonenhandelaar. De man had zeker een eitje te pellen met zijn verre neef. Remysen duikt op in diverse hormonendossiers en ook in de zaak van de ontplofte villa van een Nederlandse drugsbaron in Oud-Turnhout. Vorige zomer werd hij in het Nederlandse Vessem op heterdaad betrapt bij het inspuiten van koeien met verboden middelen. Bij de achtervolging reed hij met zijn zware Mercedes vijf wagens in de prak, waarvan drie van de politie. Hij werd ondervraagd over de moord op Van Noppen en geconfronteerd met Barrez, maar nooit aangehouden.

De Schutter houdt tot vandaag de dag vol dat hij niet weet wie de vriend van Daenen was die hem op de markt van Sint-Niklaas eerst de opdracht en vervolgens het bloedgeld gaf. Hij beschrijft hem als een man van ongeveer 1m80 met een goed figuur, een gebruinde huid en wat sproeten. De man zou hem gezegd hebben dat hij een slachthuis had. Op een wazige foto herkende hij niet lang na zijn aanhouding vetmester Theo Goossens uit Lokeren, die op 1 augustus 1996 gearresteerd werd. Goossens stond bekend als hormonenhandelaar en Van Noppen maakte het hem uiterst moeilijk. Hij keurde soms tientallen dieren van Goossens tegelijk af.

Hij zou ook ontdekt hebben dat Goossens een affaire had met zijn zakenpartner die samen met haar schoonzoon een veehandel runt, en zou ermee gedreigd hebben dit aan Goossens’ echtgenote te melden als de man niet met informatie op de proppen kwam. Vlak voor de moord had Van Noppen, die volgens zijn vroegere collega’s echt een neus voor hormonen had, in het slachthuis van Kieldrecht trouwens vastgesteld dat de schoonzoon een nieuwe methode gebruikte om hormonen toe te dienen: het opwrijven via de tepels.

Op 5 september 1996 trok De Schutter zijn verklaringen over Goossens echter in, en tijdens een confrontatie in Valenciennes op 9 oktober verklaarde hij formeel Goossens nooit te hebben ontmoet. Een dag later werd de man vrijgelaten. ‘Maar zijn lijdensweg is niet ten einde’, verklaart zijn advocaat Vic Van Aelst. ‘Het parket weigert hem buiten vervolging te stellen. Mijn cliënt is sinds zijn vrijlating niet meer ondervraagd en er zijn tegen hem geen onderzoeksdaden meer gesteld. De onderzoeksrechter antwoordt zelfs niet meer op de vriendelijke brieven die ik haar stuur. Het gerecht wil blijkbaar niet toegeven dat het zich vergist heeft.’

Advocaat-generaal Van Ingelgem bevestigt dat de acht mannen die ooit in de zaak-Van Noppen zijn aangehouden in verdenking blijven om alle onderzoekssporen open te houden, en dat er bij de uiteindelijke doorverwijzing naar het Hof van Assisen beslist zal worden wie er meegaat.

DE FYSIEK VAN VLEESBOEREN

Insiders uit het onderzoek suggereren dat het spoor-Goossens De Schutter werd ingefluisterd omdat de speurders er zelf van overtuigd waren dat hij de opdrachtgever was. Onder meer de advocaat van De Schutter zal dit tijdens het proces proberen te bewijzen. Uit het dossier blijkt dat het gerecht er zeker van is dat er een vierde man in het spel was. ‘De speurders weten zelfs wie het is, maar ze kunnen het niet bewijzen’, zegt een insider die nogal cryptisch vervolgt: ‘Het is niet Goossens en evenmin Remysen, maar het is wel een man die in het dossier al genoemd is, hoewel hij in deze zaak nooit is aangehouden. Het valt te vrezen dat als Daenen niet door de knieën gaat de man nooit vervolgd zal kunnen worden.’

Met deze vage informatie blijft het gissen naar de identiteit van de persoon die het gerecht verdenkt. Een mogelijkheid is vleesmaffioso Kristiaan Dierickx uit het West-Vlaamse Wingene, hoewel ingewijden erop wijzen dat die nooit echt in de hormonenwereld zat en dus weinig met Van Noppen te maken had. De Schutter zou hem in een fotoalbum wel aangewezen hebben als iemand die op zijn minst sterk geleek op de man die hij twee keer op de markt van Sint-Niklaas ontmoette, maar de farce met Goossens noopt tot voorzichtigheid, en er was ook al gewezen op de fysieke gelijkenis tussen Goossens en Remysen.

Een andere slagschaduw over het dossier is die van vetmester Alex Vercauteren uit Wetteren. Hij is vaak genoemd en ondervraagd maar nooit aangehouden. Vercauteren had wel rechtstreeks met de veearts te maken. Vlak voor de moord hield Van Noppen lelijk huis in het West-Vlaamse vleesmilieu, waar hij vanaf begin februari een collega verving. Zo had hij op 8 februari in het slachthuis van Rekkem, waar Vercauteren veel beesten naartoe bracht, twintig verdachte karkassen in quarantaine laten hangen, waarvan er acht positief bleken. Zijn bazen gingen toen echter op de rem staan. De nu gepensioneerde inspecteur-generaal Albert De Duffeleer van het IVK en keurkringhoofd Gery Germonpré kwamen tussenbeide om Van Noppen weg te sturen.

Germonpré pleegde op 12 mei 1996, dus vlak voor de doorbraak in het Van Noppen-onderzoek, zelfmoord. Hij was net voorwaardelijk vrijgelaten en werd verdacht van passieve corruptie in de zaak van het frauduleuze vleesbedrijf Bero van Dierickx en zijn kornuiten. Germonpré had ook banden met Daenen. Op 14 februari 1995, dus een week voor de moord, zou hij telefonisch contact hebben gehad met een van Daenens bedrijven: Eurovee. Germonpré was zeker bevriend met Vercauteren. Begin 1996 trokken de twee nog samen op ‘zakenreis’ naar Zuid-Afrika.

Er wordt verondersteld dat Daenen en Vercauteren elkaar goed kennen. In kringen van hormonenjagers circuleerden de namen van beide heerschappen al vanaf de eerste dagen na de moord. Misschien significant is dat De Schutter in zijn kladje schreef dat Daenen ‘begin februari’ contact met hem opnam voor een actie tegen Van Noppen – toen was de speurder net in West-Vlaanderen begonnen. In ieder geval ligt Sint-Niklaas mooi centraal tussen Antwerpen en Wetteren. Of iemand De Schutter ooit een scherpe foto van Vercauteren onder de neus heeft geschoven, blijft vooralsnog onduidelijk.

Dirk Draulans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content