‘Uit OESO-onderzoek blijkt dat Vlaamse leerkrachten op nummer 3 staan van alle 34 OESO-lidstaten.’ Volgens Pedro De Bruyckere onderschatten we de kwaliteit van ons lerarenkorps.

De Bruyckere noemt het chronische geldgebrek ‘dramatisch’: ‘Sommige scholen staan bijna letterlijk op instorten. Er zijn miljarden nodig voor schoolgebouwen. En dan heb je het alleen nog maar over geld voor stenen, niet eens over de mensen die binnen de schoolmuren werken of studeren.’

Het Vlaamse regeerakkoord staat bol van hervormingsplannen voor die werkende en studerende mensen, maar De Bruyckere ziet hiaten. ‘Neem de lerarenopleiding. Leraren kampen met een imagoprobleem, dus wil men de loopbaan aantrekkelijker maken. Tegen 2020 zullen we, naargelang van de bron, twaalf tot twintigduizend leerkrachten te weinig hebben. Waar gaan we die vandaan halen en met welk geld gaan we daarvoor degelijke opleidingen organiseren? In Brussel is nu al minder dan de helft van de leraren opgeleid voor het vak dat ze geven. Dat is vandáág al een probleem.’

Tegelijk vindt De Bruyckere de kwaliteit van het lerarenkorps onderschat: ‘De overheid wil een niet-bindende toelatingsproef invoeren voor wie leraar wil worden, omdat te veel studenten een negatieve keuze zouden maken. Het idee is dat ze niet slaagden voor een universitaire studie en dan maar kiezen voor een lerarenopleiding aan de hogeschool. De realiteit is een stuk genuanceerder. Uit OESO-onderzoek blijkt dat Vlaamse leerkrachten op nummer 3 staan van alle 34 OESO-lidstaten. Zonder toelatingsproef. Hoe begeleid je jonge leerkrachten ná hun studie lijkt mij een veel belangrijker kwestie. Het is geen toeval dat veel leraren binnen de vijf jaar afhaken. Er is nood aan een degelijk vervolgtraject met bijscholing en vorming.’

Het regeerakkoord lijdt ook aan tunnelvisie. Belangrijke uitdagingen worden over het hoofd gezien, vindt De Bruyckere: ‘Ik kreeg vorige week een boze mail van een pas afgestudeerde leraar omdat hij geen baan vond, terwijl ik toch had gezegd dat er een lerarentekort is. “Waarom heb ik dan geen werk?” Omdat de jongeman in de verkeerde regio woont! Er is een tekort in de driehoek Brussel, Antwerpen, Gent. Daarbuiten krijg je zogenaamde krimpregio’s. In Nederland zijn er steeds meer gemeenten zonder school door gebrek aan leerlingen. Dat gevaar bestaat hier stilaan ook. Krimpregio’s als gevolg van vergrijzing en verstedelijking, geen woord daarover in het regeerakkoord. Beide problemen worden onderschat.’

Hoe heeft hij het studentenvolkje het voorbije decennium zien veranderen? ‘Veel te weinig. De hele samenleving verkleurt, maar van die diversiteit zie je te weinig op de hogescholen. Daar ligt toch een enorme opdracht voor het beleid én de hogescholen?’

‘De studentenpopulatie wijzigt op een andere manier. De instroom veroudert. Steeds meer dertigers en veertigers gaan na een aantal jaren werken opnieuw studeren. Dat is een positieve evolutie, maar ook daar kunnen allerlei sociaal-economische besparingsmaatregelen negatieve effecten hebben. Ach, het komt altijd weer op geld neer. Voor de meeste hervormingen in het verleden was geld een belangrijk glijmiddel. En dat is er niet. Ik benijd minister Crevits niet.’

Niet alleen (eventueel) hoger inschrijvingsgeld remt de democratisering van het onderwijs, ook zogenaamde nieuwe tools kunnen risico’s inhouden. ‘Het fenomeen mooc’s (massive online open courses) moet hier nog doordringen. Je volgt gratis online cursus en betaalt pas als je een creditbewijs wilt halen. Iedereen kan dus gratis aan Harvard studeren, je betaalt pas als je credits wilt. Wij schuiven wel al in die richting op door de contacturen van docenten met studenten terug te schroeven. De leerstof online laten studeren is goedkoper. In het buitenland zien we al hoe je via mooc-technologie de topstudenten kunt uitvissen en die individueel of in kleine groepjes contacturen met de prof geven. De grote massa moet zich met onlinetools uit de slag trekken. Contacturen worden zo een luxeproduct. Een democratische evolutie? Contacturen hebben ook een sociale functie: studenten willen bij elkaar zijn en ook hun docent zien en horen. Waarom denk je dat ze massaal samenklitten in de schoolbibliotheek om te studeren? Ze willen sociaal contact! Studenten zijn dus geen vragende partij voor onlinelessen, maar wel voor contacturen, ook al brossen ze graag.’

Pedro de Bruyckere is lector lerarenopleiding Arteveldehogeschool, pedagoog en publicist over onderwijs

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content