Jef Van Baelen
Jef Van Baelen Journalist voor Knack

Zoals wel vaker bij jongerensubculturen is ook de emo gegroeid vanuit een muziekscène. Jongeren met een achtergrond in de postpunk en de hardcore begonnen als tegenreactie op die vrij lawaaierige genres muziek te maken met een sterke klemtoon op emotionele teksten. Muzikaal gezien werd die emostijl maar een bescheiden succes. De aandacht voor het genre explodeerde pas toen slimme marketeers de typische emokleren ontdekten: een smalle, versleten jeans, een brede riem met metalen of plastic studs, een shirt ofwel van een zo obscuur mogelijke band ofwel met een emoslogan (voorbeelden: Love can’t save you of I only like bands you have never heard of) en afgedragen (nep-) Converse All Stars-schoenen. Om de look compleet te maken, hoort er ook nog een steil kapsel in onnatuurlijk zwart bij, met een opvallende, grote bles die men voor de ogen laat hangen, en een zware hoornen bril.

De marketeers hebben die look in een recordtempo gekaapt en vervolgens gehypet. Kledingketens als H&M boden typische emokledij aan nog voor de subcultuur in ons land echt kon doorbreken. Voor de weinige oorspronkelijke emo’s die België daarvoor telde, was de lol er al vlug af. Emo was een manier om je af te zetten tegen de mainstreamcultuur. Vroeger moest je in tweedehandswinkels of op het internet op zoek om ‘echte’ emokledij te vinden. Zodra emo een confectieartikel werd, haakte het oorspronkelijke publiek collectief af.

Wat oorspronkelijk emo was, bestaat zo goed als niet meer, net omdat er een sterk gecommercialiseerde variant is ontstaan die een veel jonger publiek aanspreekt. Die jongere emo’s, soms ook scène kids genoemd, vormen de laatste jaren een opvallende minderheid op de speelplaatsen van de middelbare scholen. Ze manifesteren zich door een zekere pathetiek in hun levenshouding. Cool zijn is voor hen niet meer cool. Vroeger stond het stoer om zo weinig mogelijk emoties te laten blijken, alsof niets je ooit kon raken. Emo’s zijn daarentegen extreem expressief in het uiten van hun gevoelens.

Het veranderde doelpubliek bracht een nieuwe emomuziek mee. De soms hermetische en luide emocore werd vervangen door poprock à la Tokio Hotel of My Chemical Romance. Vooral de Duitse tieners van Tokio Hotel zijn een heuse sensatie. Sinds de hoogdagen van Take That veroorzaakte geen enkele band zo veel tienerhysterie. De laatste single van de band heet Don’t Jump en moedigt jongeren aan om andere oplossingen voor hun problemen te zoeken dan zelfdoding.

Jef Van Baelen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content