Ingrid Van Daele
Ingrid Van Daele Ingrid Van Daele is redacteur bij Knack

Willy De Clercq: ‘Sommige kandidaat-lidstaten zijn beter voorbereid op de toetreding dan de Europese Unie zelf.’

Ingrid Van Daele

Vorige week maakte de Europese Commissie de lijst met tien kandidaat-landen bekend die in 2004 tot de Europese Unie mogen toetreden. Ze moeten zich verder klaarstomen en de nodige Europese wetgeving in nationale wetten omzetten. Sommige landen, waar corruptie heerst of netwerken van mensenhandel actief zijn, hebben extra werk voor de boeg.

De Commissie is niet mals, en terecht. ‘Jarenlang al vereist ze zware inspanningen van de kandidaat-lidstaten. Maar we leggen veel minder de nadruk op het werk dat ons zelf te doen staat’, vindt Willy De Clercq (VLD), al jaren actief in de Europese politiek.

‘We hebben ons laten vangen in het keurslijf van een tijdsschema. De kandidaat-lidstaten moesten alle mogelijke inspanningen doen om tijdig klaar te zijn. De versterking en hervorming van onze eigen instellingen raakte op de achtergrond. Ons huiswerk hebben we niet gemaakt. Sommige kandidaat-lidstaten zijn vandaag beter voorbereid op de toetreding dan de Unie zelf.’

Het verdrag van Nice moest de institutionele hervormingen afronden. ‘Maar dat heeft het niet gedaan. De Ieren moeten het nog ratificeren, en als ze het in hun referendum zouden verwerpen, zal dat een politiek probleem scheppen. Niet dat dit het einde zou betekenen van de uitbreiding – technisch en juridisch gezien raken we daar wel uit. Maar zelfs als dat proces achter de rug is, waar staan we met de verbreding van onze eigen instellingen?’

De Clercq richt zijn hoop op de Conventie en de Intergouvernementele Conferentie. ‘Het conflict tussen de voorstanders van een intergouvernementeel Europa en de federalisten, die geloven in supranationale organen, blijft bestaan. En daardoor wordt de interne, institutionele evolutie van de Unie voortdurend aan banden gelegd. Intussen gaan de voorbereidingen voor de toetreding gewoon door. De ene trein rijdt, maar de andere is in het station stil blijven staan. Uit die impasse moeten we weg.’

Een uitbreiding van zo’n omvang is nochtans ‘risicovol’. ‘Als de uitbreiding eenmaal voltooid is, en ook Roemenië, Bulgarije en ten slotte Turkije zullen toetreden, wordt het grondgebied 34 procent groter dan het nu is. De bevolking neemt toe met 9 procent. Het bruto binnenlands product stijgt met 7 procent. Dat geeft een beeld van de enorme sociaal-economische opdracht die Europa te wachten staat.’

‘Europa is ons project niet meer’, had vice-premier Johan Vande Lanotte (SP.A) begin deze maand betoogd. En hij werd teruggefloten door ex-commissaris Karel Van Miert die pal blijft staan achter zijn ideaal Europa. Ondanks zijn grote bezorgdheid over de Europese instellingen, blijft ook De Clercq geloven in een eengemaakt Europa. ‘Alleen een eenmaking kan de stabiliteit, de veiligheid en de vrede binnen Europa waarborgen. Na de val van de Muur was Europa nog steeds verdeeld tussen de haves en de have-nots. Vandaag kan die verdeeldheid worden opgeheven. Voor het eerst in de geschiedenis kan de West-Europese integratie in een pancontinentaal proces worden omgezet.’

Intern en extern moet Europa wel sterker worden. ‘De tewerkstelling, de economie, het veiligheidsprobleem en de migratie moeten grensoverschrijdend worden aangepakt. Het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid moet in realiteit worden omgezet. Pas dan kan Europa een stem verwerven op het wereldtoneel. Vandaag zijn we de grootste geldschieter ter wereld op het humanitaire vlak, maar politiek gezien tellen we niet mee. Jammer genoeg heeft Europa dat aan zichzelf te danken. Als we niet snel orde op zaken stellen, op z’n laatst tegen 2004, wordt dit de triomf van de anti-Europeanen. En de nederlaag van wie gelooft in het project.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content